Sla navigatie over

124% meer investeringen om droogteschade te voorkomen in landbouwsector dan 4 jaar geleden

De land- en tuinbouwsector wordt uitzonderlijk vroeg op het seizoen geconfronteerd met droogtemaatregelen. De ervaringen van vorige jaren hebben aangetoond dat het belangrijk is om onze landbouwers aan te moedigen om proactief te investeren in systemen voor rationeel waterbeheer en wateropslag. Dat gebeurt nu ook, zo blijkt uit het antwoord van minister Crevits op een vraag van Steven Coenegrachts, Vlaams Parlementslid (Open Vld), in de commissie Landbouw. Het totale investeringsbedrag van 10,7 miljoen in 2015 groeide aan tot 24 miljoen in 2019, een stijging met maar liefst 124%. Ook de steun vanuit het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF), volgt die evolutie. Waar zij in 2015 een bedrag van 3,2 miljoen terugbetaalden als steun voor 471 investeringen, dikte dit vorig jaar aan tot 7,2 miljoen voor 761 investeringen.

In november 2018 werkte het droogteoverleg samen met de landbouwsector het actieplan ‘water in de land- en tuinbouw’ uit. Dit leidde tot enkele concrete zaken. Zo werd droogte als één van de zes risico’s opgenomen in de gesubsidieerde brede weersverzekering. Waar beroep doen op een verzekering een reactieve maatregel is, kunnen landbouwers ook perfect proactieve investeringen doen om droogteschade te voorkomen. “We zien nu dat onze boeren die investeringen ook effectief doen, en dat is uiteraard goed nieuws”, zegt Steven Coenegrachts, Open Vld-parlementslid.

Minister Crevits gaf in de commissie Landbouw mee dat het totale investeringsbedrag steeg met maar liefst 124 procent. Waar dit in 2015 nog goed was voor 10,7 miljoen euro, dikte het vorig jaar aan tot 24 miljoen euro. De steun vanuit het VLIF volgt dezelfde curve met een stijging van 125 procent. Vier jaar geleden keerde de instantie een bedrag van 3,2 miljoen euro uit als subsidie voor de 471 investeringen inzake wateropslag en waterbehandeling die dat jaar door onze landbouwers gedaan werden. In 2019 groeide dit aan tot 7,2 miljoen euro voor 761 investeringen. Het aantal investeringen vermeerdert dus (slechts) met 62 procent. Voorbeelden van investeringen zijn hemelwateropslag in waterreservoirs en waterbassins, maar ook waterbehandelings- en waterzuiveringstechnieken.

“Uit deze cijfers leiden we af dat het uitgekeerde bedrag een veel steilere curve kent dan het aantal investeringen. Ik ben benieuwd wat hier de redenen voor zijn en zal dit dan ook verder navragen bij de minister. Een van de verklaringen is dat er bijvoorbeeld meer investeringen worden gedaan die een zeer grote kost vergen”, aldus Steven Coenegrachts. “Indien dat klopt, maken onze landbouwers zich klaar voor de toekomst, en dat is uiteraard een goede zaak.”

“Ook op lokaal niveau, bij onze lokale besturen, is er aandacht voor de waterproblematiek. We moeten dan ook zeker overwegen om goede praktijken die we kennen, uit te rollen in de rest van Vlaanderen. In Limburg kan het bijvoorbeeld een opportuniteit zijn om het departement Landbouw samen met LRM te laten onderzoeken of het mijnwater gebruikt kan worden voor de landbouwsector”, zegt het liberaal parlementslid. Hij sloot zijn tussenkomst in de commissie af met: “U bent als minister van Economie namelijk ook bevoegd voor de Limburgse Investeringsmaatschappij.”

Zoek nieuwsberichten
Meest recente berichten

Gemaakt door Code Nation via NationBuilder