ALLEEN HET GESPROKEN WOORD TELT
Beste Bjorn,
Beste Stephen,
Beste vrienden,
Ik zak altijd met veel plezier naar onze prachtige Belgische kust af.
Begin van de week was ik nog in Oostende.
Met hoog bezoek: Macron, Scholz, Rutte.
Ze waren allemaal van de partij en ze waren onder de indruk van wat hier gebeurt.
Vooral Scholz, die twee maanden geleden ook hier vlakbij in Zeebrugge was, zei dat het mooi om zien is hoeveel bedrijvigheid hier is.
En hij heeft natuurlijk gelijk, vrienden. Die bedrijvigheid is wat ons bindt.
Sommigen zeggen dat de Open Vld de partij is van de bedrijven, maar dat is niet juist.
Wij zijn niet zozeer de partij van de bedrijven.
Wij zijn de partij van de bedrijvigheid.
Wij steunen álle mensen die bezig zijn en positief in het leven staan.
Mensen die iets willen opbouwen, iets van hun leven willen maken.
Want er zijn er al genoeg negativisten die alleen maar afbreken in plaats van opbouwen.
Ik weet dat sommigen zeggen: "1 mei is van de socialisten. Van de ‘rooien’. Blijf daaraf."
Maar dat is niet juist.
Tot spijt van wie’t benijdt, is 1 mei ook een liberale traditie.
Altijd al geweest.
Met liberale optochten, zoals hierin Blankenberge.
Want 1 mei is er voor iedereen die werkt.
Voor iedereen die bijdraagt en ons land doet draaien.
Voor iedereen die elke morgen opstaat om te gaan werken en er iets van te maken.
Bij uitstek dus ook een liberale strijddag.
Omdat wij vinden dat werken moet lonen.
Daarom wilde ik er vandaag ook absoluut bij zijn hier in Blankenberge.
Omdat het belangrijk is om mensen eraan te blijven herinneren dat wij de échte partij van de werkenden zijn.
Ik had bijna gezegd: “de échte partij van de arbeid”.
Maar dan waren er hier een paar flauw gevallen, denk ik.
Beste vrienden,
Er is op deze 1 mei ook goed nieuws.
Ik hoor tegenwoordig ook anderen zeggen dat “werken meer moet lonen”.
Dat werklozen een job moeten aanvaarden.
Dat je niet eeuwig aan het infuus van de werkloosheid kunt hangen.
Ik verwelkom deze nieuwe koers van de socialisten met open armen.
Maar het mag niet bij voorstellen in kranten blijven.
We gaan dit nu ook écht moeten doen. En wat mij betreft zo snel mogelijk.
Nog maar vorige maand hebben wij als liberale familie voorstellen in die richting gedaan.
Niet in de krant, maar aan de regeringstafel.
Daar waar het moet als je echte verandering wil.
Voorstellen om de werkloosheid in de tijd te beperken en om uitkeringen te schrappen voor wie een job weigert.
Jullie mogen één keer raden wie die voorstellen toen van tafel heeft geveegd. Inderdaad, de socialisten.
Het waren “provocaties” die onbespreekbaar waren.
Maar blijkbaar zijn de geesten gerijpt.
Daarom zullen we onze voorstellen opnieuw op tafel leggen.
In de regering, in het kader van de fiscale hervorming.
Wie keer op keer jobs weigert, moet een deel of zelfs heel z’n uitkering verliezen.
Want je kan niet verwachten dat anderen de hele tijd je rekeningen blijven betalen.
En natuurlijk moeten mensen die tegenslag hebben, mensen die ziek worden of hun werk verliezen, kunnen rekenen op onze solidariteit.
Dat is onze welvaartstaat die we samen hebben opgebouwd.
We moeten mensen met tegenslag zelfs nog beter bijstaan.
Maar dat kan alleen maar als er ook méér mensen bijdragen.
Als er méér mensen meedoen.
Als iedereen die kán werken dat ook doet.
Beste vrienden,
Er moeten niet alleen meer mensen bijdragen.
Er moet ook meer respect komen voor mensen die werken.
Respect voor iedereen die ons land draaiende houdt: de werkende middenklasse.
Zij zijn de motor van onze samenleving.
De ruggengraat van onze economie.
Als we willen dat ons land sterker en welvarender uit de crisissen van de voorbije jaren komt, dan zal het zijn door hún inzet. Door hún hard werk.
En toch zijn er sommigen die hen voortdurend viseren en het leven moeilijk willen maken.
Wanneer mensen die gaan werken wat geld opzij zetten om hun kinderen te laten studeren of hen te helpen een huis te kopen. Of wanneer zelfstandigen iets verhuren om hun klein pensioen aan te vullen.
Dan zijn voor socialisten en communisten die hardwerkende mensen plots “grootverdieners”.
Terwijl het gewoon mensen zijn uit de middenklasse.
Gezinnen die met twee gaan werken.
Hun droom van een eigen zaak waarmaken.
Mensen die met hard werken iets opbouwen.
Plots moeten die nog méér bijdragen, alsof ze dat vandaag al niet doen.
Natuurlijk moet iedereen bijdragen.
Naar godsvrucht en vermogen. Zowel arbeid als kapitaal.
De sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen.
Maar dat is vandaag niet het probleem.
Ons land is één van de meest herverdelende landen.
Van alle OESO-landen, zijn wij bij de meeste gelijke, bij de hoogste in sociale ondersteuning.
Men moet dus niet afkomen dat wij niet solidair zijn.
Wij zijn dat. Meer dan andere landen.
Het probleem is niét dat de sterkste schouders niet genoeg dragen.
Het échte probleem in ons land is dat er te weínig schouders zijn.
Te weinig schouders die mee onze samenleving dragen.
Waardoor mensen die werken te zwaar onder druk staan.
Dat is de échte ongelijkheid in ons land.
De ongelijkheid tussen wie werkt en wie niet wíl werken.
Tussen wie meedoet en wie niet.
De echte ongelijkheid is dat er in ons land mensen zijn die gaan werken en minder overhouden dan mensen die niet gaan werken.
Het is dát dat we moeten aanpakken.
Wie gaat werken moet altijd meer overhouden dan wie dat niet doet.
Dat is voor mij de inzet van de fiscale hervorming waar we de komende maanden stappen moeten zetten.
En waar we ook de volgende jaren moeten aan verder werken.
Door het kluwen van uitkeringen, sociale kortingen en tegemoetkomingen tegen het licht te houden – in alle vormen en op alle niveau’s.
Wie vandaag een leefloon heeft, krijgt een waslijst aan sociale tarieven: in energie, bij de dokter, in de huur, de kinderopvang.
You name it en er bestaat een stevige korting voor.
Voorwaarde is wel dat je niet werkt.
Al die tegemoetkomingen om niet te gaan werken zijn één groot spinnenweb dat mensen gevangen houdt in het niet gaan werken.
Dat is geen sociaal beleid meer. Dat is a-sociaal beleid.
Dat is beleid dat zorgt voor minder schouders in plaats van meer.
Dat is beleid dat gaan werken afstraft in plaats van beloont.
Kortom, vrienden, dat is de wereld op z’n kop.
We moeten echt af van die werkloosheidsvallen.
We moeten op deze dag van de arbeid durven zeggen dat het geen schande is om te gaan werken.
De échte schande is dat er mensen zijn die elke dag gaan werken en minder overhouden dan mensen die dat niet doen.
Dat is asociaal en onrechtvaardig. En dat moet veranderen.
Want werken is meer dan een loon.
Het is ook deel uitmaken van iets.
Het is een agenda in uw leven.
Het is een sociaal netwerk.
Het is ook een daad van solidariteit.
Ik ga hier geen loze beloften doen.
Dit is een moeilijk strijd.
We gaan die niet van vandaag op morgen winnen.
Maar we zullen stap voor stap moeten zetten.
Volgend jaar en de jaren nadien.
Na de coronacrisis en de energiecrisis moet ons land opnieuw op orde.
En we zijn daar al volop mee begonnen.
Er zijn meer de voorbije twee jaar meer dan 200.000 jobs bijgekomen.
In moeilijke tijden. Een goed teken.
Want we hebben al die helpende handen hard nodig.
En als het goed gaat, moet iedereen daar mee de vruchten van plukken.
Ook werknemers.
Zoals we gedaan hebben met de coronapremie.
Wij geloven in een sterke economie.
Maar die sterke economie moet mensen sterker maken.
De vrije markt moet ten dienste van de mensen staan, niet omgekeerd.
De vrije markt moet er voor de hardwerkende Belg zijn, voor de ondernemer en de KMO’er.
Zij moeten vooruit kunnen gaan.
Daarom heb ik altijd weigerd en zal ik blijven weigeren om het geld te gaan halen bij de werkende middenklasse.
Ook al dromen sommigen op links daarvan.
We gaan dat niet doen.
Van mensen die werken en sparen, voor hun kinderen en hun pensioen, blijf je af.
Ook de volgende regering zal dat werk moeten verderzetten.
Vanaf de eerste dag. En niet na 500 en zoveel dagen politieke blokkering.
Laat ons dus in de eerste plaats hopen dat er geen nieuwe grote crisis komt, zoals de corona- of de energiecrisis. Die crisissen waren niet onze keuze.
Maar het is wél onze keuze of ons land volgend jaar opnieuw vastloopt.
En of we ons opnieuw laten gijzelen door de logica om alles te splitsen en af te breken.
Alsof er één werkende mens is wiens leven vandaag beter af is omdat de dienstencheques vandaag bij de gewesten zitten in plaats van bij de federale overheid.
Voor dat soort discussies hebben we in ons land de tijd niet meer.
We hebben daar al veel te veel energie mee verloren.
De volgende regering moet gewoon aan de slag.
De hand aan de ploeg.
Opbouwen in plaats afbreken.
Dat is de fundamentele keuze de volgende jaren.
Graven we onszelf opnieuw in een eindeloos rondje staatshervorming, in stilstand en blokkering?
Of gaan we aan de slag en zorgen we ervoor dat er meer mensen werken, meedoen en meebouwen?
Voor mij is die keuze glashelder, beste vrienden.
Wij zijn bouwers, geen afbrekers.
Wij zijn er voor de mensen die elke dag opstaan en gaan werken.
Tegen iedereen die werkt en onderneemt en ons land doet draaien, zeg ik op de vooravond van 1 mei dan een grote dankuwel.
De aandacht moet, voor ons liberalen, de volgende jaren naar u gaan.
Naar meer respect voor uw werk.
Naar meer respect voor uw centen.
Ik dank u.
Alexander De Croo
30 april 2023