Begin dit jaar namen Fedasil en de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) maatregelen om samen de strijd op te voeren tegen misbruik van de asielprocedure. De administraties van minister van Asiel en Migratie Maggie De Block passen de maatregelen aan om deze misbruiken nog efficiënter tegen te gaan.
Maggie De Block, minister van Asiel en Migratie: “We moeten bescherming en opvang geven aan wie er echt nood aan heeft, maar we moeten wel hard optreden tegen wie er probeert misbruik van te maken. Die misbruiken van de asielprocedure leveren onze asieldiensten onnodige werklast op en leggen een te grote druk op ons opvangnetwerk. Dat moet stoppen. Daar werken mijn diensten al sinds mijn heraantreden hard aan.”
Een groot aantal asielzoekers weigert terug te keren naar de Europese lidstaat die bevoegd is om hun asielaanvraag te behandelen volgens de zogenaamde Dublinregels. De laatste jaren werd hier opvallend weinig aandacht aan geschonken. Vaak gaat het over asielzoekers die elders in de Europese Unie een negatieve beslissing kregen. “Ze blijven vervolgens een lange periode onder de radar en wachten, blijkbaar zonder nood om opgevangen te worden, tot België verantwoordelijk wordt om hun asielaanvraag te behandelen. Ons land is geen leerkracht die minder streng zou beoordelen. Zeker niet in tweede zit”, legt de minister uit.
Een andere groep asielzoekers heeft al asiel gekregen in een andere lidstaat van de Europese Unie, maar trekt toch door naar België en vraagt hier opnieuw asiel en opvang om redenen die niets met asiel te maken hebben. In dat andere land hebben ze nochtans recht op verblijf en op sociale bescherming.
Dublintraject
Om het zogenaamde asielshoppen te bestrijden werd eerder beslist om deze groepen van asielzoekers opvang te weigeren. Die doelgerichte aanpak wordt nu bijgestuurd. Er wordt dus verder ingezet op de ketenaanpak van de asielprocedure. De nadruk wordt voortaan gezet op een preventieve benadering: op voorhand voorkomen dat Dublingevallen onderduiken in plaats van ze achteraf te bestraffen. De aanwervingen van de laatste maanden maken dit mogelijk.
Asielzoekers die onder de Dublinregeling vallen zullen in de toekomst vanaf de registratie van hun verzoek om internationale bescherming beter opgevolgd worden in daartoe bestemde opvangplaatsen. Fedasil en DVZ zullen samenwerken aan een efficiënter overdracht naar de Europese lidstaat waar hun aanvraag verder behandeld moet worden. Met inachtneming van het steeds geldende principe: vrijwillig als het kan, gedwongen als het moet.
In dat terugkeertraject staan coaching en begeleiding centraal. Wanneer de asielzoeker niet meewerkt aan het verplichte terugkeertraject kan Fedasil de opvang nog altijd beperken. Indien de persoon niet meewerkt of onderduikt zal DVZ de overdrachtstermijn systematisch tot achttien maanden verlengen en zal de persoon opgesloten kunnen worden met het oog op terugkeer. Daarvoor voorziet DVZ dan ook extra plaatsen in de gesloten centra. Al deze beslissingen zullen sneller genomen kunnen worden dankzij de versterking van de Dublincel van DVZ in het voorbije jaar. De Dublingevallen zullen met andere woorden nauwer opgevolgd worden.
Elders erkend? Geen kans in België
Ten slotte herinnert de minister eraan dat het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) de asielaanvraag van een verzoeker die in een Europees land al erkend is enkel ten opzichte van deze lidstaat oordeelt en niet ten opzichte van het land van herkomst. Er is dus zo goed als geen kans tot erkenning wanneer de verzoeker al een beslissing in een andere lidstaat heeft gekregen. Die dossiers worden bovendien prioritair behandeld zodat een bevel om het grondgebied te verlaten zo snel mogelijk door DVZ afgeleverd kan worden.