Sla navigatie over

Voor een vrij en sterk land – Groot Liberaal Congres

Dit zijn de stellingen per thema die aanvaard werden tijdens ons Groot Liberaal Congres van 12 tot 14 mei.

Stellingen

Stelling:

Werken moet altijd lonen, dat is een tijdloos liberaal basisprincipe. Zelfs al is het maar enkele uren als eerste stappen terug naar de arbeidsmarkt, het verschil tussen werken en niet-werken moet voelbaar zijn. Anno 2023, zou het verschil voor personen in vergelijkbare situaties die voltijds werken versus niet werken, minstens 500 euro moeten zijn.

Het pensioen van iemand die gewerkt heeft moet altijd minstens 500 euro netto hoger liggen dan het pensioen van iemand die niet gewerkt heeft. Referentie voor deze berekening is de volledige loopbaan (45 jaar).

Stelling:

Op korte termijn verdrievoudigen we de jobbonus tot een belastingkorting van 150 euro netto per maand. We breiden deze Vlaamse lastenverlaging uit naar alle werkenden, inclusief de zelfstandigen. Op lange termijn is het noodzakelijk om de fiscaliteit grondig te hervormen, zodat werken meer loont.

Op termijn creëren we een inkomensgerelateerd belastingkrediet naar het voorbeeld van de Amerikaanse Earned Income Tax Credit. Dit belastingkrediet bundelt alle sociale voordelen (met uitzondering van kindergeld en schooltoelage) op federaal, regionaal en gemeentelijk vlak alsook de job-en werkbonus.

Dit belastingkrediet hangt niet af van het statuut maar wel van het inkomen. We koppelen hieraan een werkverplichting en een bereidheid tot het volgen van een opleiding.

We moduleren dit belastingkrediet op een zodanige manier dat een voltijds werkende werknemer steeds minimaal 500 euro netto meer overhoudt dan een niet-werkende.

We hervormen onze fiscaliteit in functie van de actuele samenleving en vanuit het perspectief van het individu en niet langer in functie van de burgerlijke stand. De helft van de huishoudens in ons land bestaat uit alleenwonenden of alleenstaande ouders. Het fiscale onderscheid tussen alleenstaanden, gehuwden of samenwonenden wordt weggewerkt en we schaffen de huwelijksquotiënt af.

Stelling:

Op korte termijn breiden we de flexi-jobs uit naar alle sectoren en versoepelen de voorwaarde om 4/5de tewerkgesteld te zijn, zodat (vb) ook zelfstandigen een flexi-job kunnen uitvoeren. Op lange termijn willen we een algemene flexibiliteit van loon- en arbeidsvoorwaarden, door toe te laten dat er met onderling akkoord tussen werkgever en werknemer afgeweken kan worden van cao’s.

Stelling:

We voeren een systeem van thuisflexi in waardoor mensen die zorg moeten verlenen of nodig hebben (ouders van jonge kinderen, mantelzorgers, hulpbehoevenden) een flexi-jobber kunnen aannemen om te helpen in het huishouden of met de zorgtaken. (= voorstel congrescommissie).

Stelling:

Flexibiliteit zit ook in de statuten waarin mensen werken. De vaste benoeming is verouderd. Nieuwe ambtenaren zullen onder een modern contractueel statuut vallen, met een competitief en prestatiegericht verloningssysteem en de nodige carrièremogelijkheden. Ook huidige ambtenaren moeten op termijn contractueel worden. Statutaire benoemingen worden in dit systeem uitzonderlijk nog voorbehouden voor specifieke beroepsgroepen, waar gezag en onafhankelijkheid cruciaal is. Hogere ambtenaren kunnen beschermd worden tegen politieke druk en inmenging door aangepaste ontslagregelingen.

Bij het aanwerven en evalueren van contractuele wordt nadruk gelegd op competentie, kwaliteit en werkattitude, evenals op de noden van de dienst.

Evaluaties moeten periodiek plaatsvinden. Dit geldt voor alle beleidsniveaus en ook in het onderwijs.

Stelling:

Mensen met een beperking of andere zorgnood worden voortaan geholpen in functie wat ze wél kunnen. Dit beleid moet eveneens gericht zijn op het creëren van een inclusieve samenleving waarin iemand met een beperking de kans krijgt zijn volledige professioneel potentieel te ontwikkelen.

Daarvoor maken we komaf met de huidige kafka in de wijze waarop de overheid zorg verleent. We geven een duidelijke ondersteuning voor de zorg enerzijds en het mogelijk verlies aan inkomen anderzijds.

Wat betreft de zorg, krijgen mensen een budget op basis van hun zorgzwaarte. Dit staat hen toe om zelf de benodigde en gewenste zorg en ondersteuning te kiezen. Alle zorg gerelateerde ondersteuning, zoals bijvoorbeeld persoonsvolgende budgetten en integratietegemoetkoming, worden voortaan door eenzelfde instantie gegeven, op een niveau dat dichtst bij mensen met de zorgnood staat. Mensen worden hierbij niet bestraft op hun zorgondersteuning naarmate ze meer inkomen uit werk krijgen.

Wat betreft het inkomen, kunnen mensen met een zorgnood aanspraak maken op een sociaal bedrag indien dat inkomen te laag is door de zorgsituatie, zoals bijvoorbeeld verminderde capaciteit om te werken wegens een handicap. Dat sociaal bedrag wordt flexibel aangepast aan de specifieke noden.

We evalueren de zorgzwaarte periodiek om gewijzigde situaties mee te nemen.

We maken werk van een systeem van “automatische toekenning van rechten” en “ask only once” zoals het systeem in Estland. Eén informed consent invullen moet volstaan.

Stelling:

We privatiseren de VDAB. Dit betekent dat VDAB zich op vlak van de arbeidsbemiddeling beperkt tot de rol van regisseur als databeheerder. Het uitvoeren van de arbeidsbemiddeling en de organisatie van opleidingen zelf wordt volledig uitbesteed aan private partners, die duidelijke doelstellingen en een passend vergoedingssysteem bevatten.

De private partners kunnen profit of non-profit organisaties zijn, maar ook lokale besturen. Voor de opvolging en controle van werkzoekenden worden deze private partners maximaal betrokken.

De opvolging en controle van werkzoekenden moet zo drastisch omhoog om uiteindelijk meer mensen aan de slag te krijgen.

Tegelijk roepen we de bedrijven op om in hun zoektocht naar de ideale kandidaat meer open te staan voor mensen die mogelijks de nodige competenties hebben maar daarom nog niet alle gevraagde skills. VDAB en private partners moeten daarbij helpen.

Stelling:

De taalgrens is geen werkgrens. We slopen de institutionele, praktische en andere muren tussen de Vlaamse, Brusselse en Waalse arbeidsmarkt. Het moet makkelijker worden om vacatures van Vlaamse bedrijven in te vullen met frans- of anderstalige werkzoekenden en omgekeerd. Overheden en instellingen werken samen om dat mogelijk te maken, zodat werkzoekenden toegang krijgen tot vacatures in het hele land. We gaan om die reden niet ideologisch maar pragmatisch om met taalvereisten ook de overheid als werkgever. Wie een job weigert over de taalgrens moet gesanctioneerd worden. Een gebrek aan talenkennis is bovendien geen geldige reden om een job te weigeren.

Stelling:

Open Vld blijft er principieel voorstander van om de werkloosheidsuitkering te beperken tot twee jaar in de tijd.

Al wie financiële of materiële steun van de overheid krijgt en arbeidsgeschikt is, moet in ruil hiervoor actief naar werk zoeken of een opleiding volgen.

Om de inactiviteit op de arbeidsmarkt aan te pakken zal een systeem worden uitgewerkt om werkzoekenden verplicht een opleiding voor een knelpuntberoepen te laten volgen. Ook moet men de taal leren van het gewest waar men verblijft.

We vragen een substantiële inspanning van 30 uur per week in de vorm van het zoeken naar werk, het volgen van een opleiding het uitvoeren van gemeenschapsdienst.  De gemeenschapsdienst wordt uitgerold naar alle Vlaamse steden en gemeenten.

Wie langer dan twee jaar werkzoekend is wordt verplicht om taken uit te voeren.

De lokale besturen worden na twee jaar verantwoordelijk voor de activering van wie na die tijd nog inactief is en worden daarvoor ondersteund. De gemeenten worden financieel geresponsabiliseerd in functie van de vooruitgang die ze maken in het activeren van langdurig niet actieven.

Mensen die langdurig arbeidsongeschikt zijn worden niet afgeschreven voor de arbeidsmarkt, men moet de focus leggen op wat ze wel nog kunnen en niet op wat ze niet meer kunnen, daarbij is informatiedeling tussen de behandelend arts, arbeidsarts en controlearts van cruciaal belang, wordt de rol van de externe preventiedienst versterkt om uitval te vermijden en voorziet men ook de mogelijkheid om bij degeneratieve ziekten aan de slag te blijven en de prestaties te verminderen naarmate de ziekte evolueert.

We schaffen tenslotte het SWT af en alle andere vervroegde uittredingsprivileges zoals deze bestaan bij defensie, de NMBS, politie, brandweer etc.

Stelling:

Leren stopt niet bij het behalen van een kwalificatie. We maken werk van een echte leer -en loopbaanrekening als rugzakje waarmee werknemers hun competenties kunnen blijven aanscherpen.

Stelling:

We maken werk van een kwalitatief burn-out preventiebeleid. We bestrijden de discriminatie van (ex-) burn-out patiënten op de arbeidsmarkt.

Stelling:

We hervormen de premies en belastingvoordelen voor kinderopvang, zodat de kosten voor kinderopvang er nooit nog toe leiden dat een werkende ouder beter stopt met werken. We kiezen daarbij maximaal voor een inkomensgerelateerd betalingssysteem.
 
We hervormen en versterken het statuut van onthaalmoeders (in lijn met het Vlaams proefproject) en kindbegeleiders met een competitief en marktconform verloningssysteem. We verhogen de (zij-)instroom en streven naar een lagere kind-begeleidersratio.

Stelling:

Een substantieel deel van de zetels van de parlementen wordt verkozen in een kieskring die alle kiezers vertegenwoordigt: 20 federale volksvertegenwoordigers in een federale kieskring zonder taalpariteit, 20 Vlaamse volksvertegenwoordigers in een Vlaamse kieskring. De overige zetels worden verkozen in kleinere kiesomschrijvingen. De zetelverdeling gebeurt op basis van een proportioneel kiesstelsel.

Ook voor de Europese verkiezingen opteren we voor één Federale  kieskring.

Iedere kiezer brengt dus twee stemmen uit: een lokale stem (A) en een federale stem (B). In de federale kieskring mogen gemeenschappelijke lijsten opkomen. Politieke families zullen voortaan dus kunnen beslissen om gemeenschappelijke meertalige lijsten te presenteren met Nederlandstalige, Franstalige en Duitstalige kandidaten. Binnen de federale kieskring schuift elke lijst een kandidaat-premier naar voren.

De populairste kandidaat op de lijst met de meeste stemmen in de federale of Vlaamse kieskring krijgt daarbij het initiatief om een regering te vormen en wordt automatisch formateur. Als deze binnen een maand geen regeerakkoord kan sluiten gaat het initiatiefrecht over naar de populairste kandidaat van de tweede populairste lijst, tenzij de Kamer een verlenging  van het mandaat toestaat.

Stelling:

We maken van ons land een heldere federatie’. De deelstaten  van de federatie zijn Vlaanderen, Wallonië, Brussel en Oost-België. Het onderscheid tussen gemeenschappen en  gewesten  - met nog eens aparte politici, parlementen en commissies- houdt op te bestaan.

We fusioneren het Hoofdstedelijk Gewest met de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC).

Van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) en de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF) maken we instellingen zonder aparte structuren. En we kantelen ze in het gewest in.

De uitoefening van de vroegere gemeenschapsbevoegdheden  wordt geregeld  in samenwerking met de andere deelstaten. De samenwerking (over bv onderwijs) kan de vorm aannemen van gelijkluidende decreten of andere financiële en organisatorische maatregelen.

Stelling:

In geval van (een nakende) discussie over de bevoegdheden van de federatie of de verschillende entiteiten moet het Grondwettelijk Hof als scheidsrechter snel uitsluitsel kunnen geven over wie bevoegd is. 

Stelling:

We vertrekken vanuit het idee van slagkrachtige en sterke lokale en regionale besturen.

In geval van crisismomenten of in het geval van internationale verplichtingen (zoals de Europese begrotingsafspraken, handelsakkoorden of klimaatakkoorden) is een scheidsrechter nodig wanneer het overlegmodel niet tot resultaten komt. Dit kan via een uitbreiding van het substitutierecht (zoals reeds aanwezig in artikel 169 van de grondwet en artikel 16 BWHI).

Stelling:

De devolutieve werking van de lijststem wordt afgeschaft, evenals het systeem van opvolgers. Enkel en alleen op basis van het aantal stemmen dat een kandidaat behaalt, wordt die verkozen of aangewezen als opvolger.

De lijststem blijft behouden als keuzemogelijkheid om voor een lijst te stemmen zonder een voorkeur voor een bepaalde kandidaat uit te spreken. De lijststem heeft enkel een gevolg voor de zetelverdeling tussen de lijsten, maar niet voor de aanwijzing van de verkozenen binnen de lijst. 

Een kiezer kan voortaan zijn of haar stem verdelen over meerdere personen over alle lijsten heen. De kandidaten krijgen dus telkens een fractie van één stem, ook bij een stemming op een lijst.

Elke kandidaat op de verkiezingslijst mag evenveel uitgeven aan diens campagne. Kandidaten en partijen moeten reeds hun uitgaven bijhouden en indienen. Deze moeten ook openbaar gemaakt worden. Bovendien moderniseren we de wetgeving rond campagne-uitgaven om deze in lijn te brengen met het belang van social media, third party advertising en negative campaigning.”

Stelling:

We richten een remuneratiecomité op dat het statuut en de verloning van parlements- en regeringsleden (inter)nationaal toetst. Dit comité adviseert het parlement tweejaarlijks over eventuele aanpassingen. Daarbij gaat men uit van het basisprincipe van marktconforme lonen t.o.v. gelijkaardige functies in andere sectoren. Het comité wordt samengesteld uit ondernemers, academici, gewezen politici, en experten inzake verloning en corporate governance.

Stelling:

We bouwen de kabinetten radicaal af tot maximum 8 medewerkers op Vlaams en Brussels niveau en 12 op federaal niveau. Elke minister krijgt de kans om de top van de administratie die onder diens bevoegdheden valt, te benoemen. Deze topambtenaren blijven in functie tot een nieuwe regering de eed aflegt. Ze moeten hun bekwaamheid wel bewijzen door in een objectief examen te slagen. 

Verkozen parlementsleden krijgen een betere omkadering om hun controlefunctie en wetgevende functie versterkt te kunnen uitvoeren, onder meer via een parlementaire studiedienst.

We gebruiken een deel van deze besparing om het evenwicht tussen de wetgevende macht en de uitvoerende macht te herstellen, door parlementsleden beter te ondersteunen.

Kandidaat-ministers worden bij hun aanstelling onderworpen aan een parlementaire hoorzitting naar het model van het Europees Parlement. Dit laat toe dat het parlement de ministers op voorhand kan controleren op hun geschiktheid en dat de parlementaire controlefunctie reeds voor de eedaflegging wordt uitgeoefend.

Stelling: 

Meer bevoegdheden aan het laagst mogelijke overheidsniveau is een liberaal uitgangspunt. Sterke steden en landelijke gemeenten, elk met hun eigenheid, zijn voor liberalen het overheidsniveau van de toekomst. We willen sterke steden en sterke landelijke gemeenten, elk met hun eigenheid. Een interne staatshervorming verdubbelt hun bevoegdheden en middelen. Uitkeringen en premies op vlak van welzijn en werkloosheidsuitkeringen zullen aangevraagd moeten worden bij het lokale bestuur, naar het voorbeeld van het leefloon. Op deze wijze vergroten we de slagkracht van de lokale besturen, creëren we eenheid en nabijheid in begeleiding en bouwen we de verzuiling af.

Het gemeentefonds wordt aangepast in functie van de nieuwe bevoegdheden voor de steden en gemeenten. Dit gebeurt aan de hand van objectieve parameters. 

Zowel federaal als regionaal niveau voorzien in het toekennen van de materiele / financiële middelen naar de steden en gemeenten voor iedere doorgeschoven bevoegdheid.

We versterken tevens de gemeenteraden om te voorkomen dat de uitvoerende macht te dominant wordt. Gemeente- en districtsraadsleden moeten met een sterk statuut en sterke controlemechanismen vorm kunnen geven aan een slagkrachtige lokale democratie.

Stelling:

1. We slanken het Brussels parlement af van 89 verkozenen naar 50 (40 Frans- & 10 Nederlandstaligen).

2. We laten de verkiezingen verlopen op taalgemengde lijsten en niet langer in taalgroepen.

3. EU-burgers die langdurig hun hoofdverblijfplaats in Brussel hebben, krijgen ook gewestelijk stemrecht.

4. We introduceren het Engels als bijkomende administratieve taal.

5. We gaan naar een drietalige dienstverlening en administratie, namelijk NL, FR en EN. Niet elke ambtenaar moet perfect drietalig zijn maar aanwezigheid van minstens 1 aanspreekpunt per taal is vereist. Daarnaast zorgen we er voor dat de wettelijk vastgelegde tweetaligheid wordt nageleefd en gesanctioneerd.

6. We laten de datum van de verkiezing voor het huidige Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de gemeenteraadsverkiezingen binnen dat grondgebied voortaan samenvallen en om de 5 jaar plaatsvinden: zo is er een grotere kans op samenvallende en samenwerkende politieke meerderheden op beide niveaus.

7. We zorgen voor een integratie van de politiezones om de eenheid van commando te versterken.

8. We integreren de ocmw’s in de lokale besturen. 

 

Stelling:

Vandaag de dag heeft de overheid een overheidsbeslag van meer dan 45%. Dit is het gevolg van een overheid die teveel taken op zich neemt. De beste manier om dit te verlagen, is het afstoten van taken die de samenleving beter kunnen. Het primaire doel van Open Vld is het inperken van de overheid tot kerntaken, waaruit een lager overheidsbeslag automatisch volgt. Dit is beter dan een kaasschaafmethode om een arbitrair getal te halen.

Wanneer blijkt dat de overheidsuitgaven 45% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) overschrijden, is de overheid, die niet aan de gestelde norm voldoet, verplicht om haar uitgaven over een termijn van maximum drie jaar terug te dringen tot onder deze grens. Wanneer ze die deadline niet haalt, schakelt de begroting over naar voorlopige twaalfden, berekend op het maximum van 45%. 

We voeren (eindelijk) een kerntakendebat om het overheidsbeslag terug te dringen en de nodige financiële zuurstof te voorzien voor fundamentele hervormingen, onder meer op het vlak van begroting, pensioenen en de sociale zekerheid. Publieke middelen sijpelen vandaag nog steeds langs elke kier van ons systeem naar buiten waardoor de overheid er niet in slaagt om haar kernopdrachten naar behoren uit te voeren.

Wetgeving moet een generatietoets doorstaan waarbij men zich afvraagt of ze op de lange termijn niet nadelig is voor de toekomstige generaties.

Stelling:

Er moet een intra-Belgisch stabiliteitspact komen, waarbij de federatie het gezamenlijk begrotingstraject en de verdeling van de inspanningen kan vaststellen. Een begroting van een entiteit is dan onwettig wanneer ze dit stabiliteitspact niet respecteert. Wanneer een entiteit structureel in gebreke blijft, moet het ook mogelijk zijn om aan een entiteit dwingende, corrigerende maatregelen op te leggen.

Stelling:

De financieringswet wordt aangepast om de deelstaten meer fiscale autonomie te geven over het eigen inkomens- en uitgavenpatroon. Zo ontstaat een grotere responsabilisering. Die moet op de volledige economische output van een deelstaat gebaseerd zijn, en niet enkel de personenbelasting als parameter gebruiken.

Stelling:

We hervormen het systeem van partijfinanciering waarbij de totale uitgaven aan politieke partijen worden verminderd. We beperken de publieke financiering tot enkele omschreven maatschappelijke doelstellingen, zoals een studiedienst, een ledenbeweging of lokale werking en basis communicatiedienst, administratie, en een gelimiteerd bedrag aan advertenties (inclusief socialemedia-uitgaven). De publieke financiering kan niet voor andere doeleinden gebruikt worden.

De partijfinanciering en aan wat deze gespendeerd wordt, wordt jaarlijks in een beknopt en leesbaar overzicht digitaal op de website van iedere politieke partij geplaatst. Indien een partij uitgaven doet met publieke middelen voor een doelstelling waarvoor die niet voorzien is, wordt er een inhouding toegepast op de dotatie van het volgende jaar.

De middelen van een partij worden strikt gescheiden gehouden van de werkingsmiddelen van de parlementaire fracties. Bijdragen aan de partijfinanciering door mandatarissen worden beschouwd als particuliere giften die begrensd zijn.

Stelling:

We streven naar een 100% koolstofneutraal Europees energiesysteem in 2045 dat niet afhankelijk is van één bron of herkomstland. Om dit te bereiken, krijgen alle koolstofneutrale technologieën alle kansen, zowel hernieuwbare energiebronnen als kernenergie.

We brengen hierbij ook de totale kost van de levenscyclus van de technologie als andere milieufactoren in rekening. 

Om dit te bereiken, schrappen we de wet op de kernuitstap.

Wie decarbonisatie zegt, zegt ook elektrificatie. We tekenen een grootschalig infrastructuurplan uit, om ons transmissie- en  distributienet voor te bereiden op sterk toegenomen vraag. We vergemakkelijken de  procedures om publiek-privaat partnerschap toe te laten.

De geleverde inspanningen van de industrie hebben al voor serieuze reducties in onze uitstoot gezorgd. De electrificatie van de industrie dient echter te worden verder gezet willen we onze klimaatdoelstellingen halen. Deze transitie is echter mogelijk met rechtszekerheid en een zekere, koolstofarme energie bevoorrading. We tekenen daarom industrieplannen uit waarin tijdslijnen worden gecreëerd voor de electrificatie van o.a. industriële warmte. Deze tijdslijnen bevatten progressieve taxen op fossiele energie-bronnen  en doelstellingen voor de electrificatie.

De Noordzee wordt dé energiefabriek van West-Europa. We viervoudigen de offshore windcapaciteit richting 2030 en in combinatie met andere koolstofarme technologieën en infrastructuur versterken we onze expertise op dit vlak en maken we van onze mariene knowhow een blijvend exportproduct.

België bezit het op 1 na grootste waterstofnetwerk ter wereld. We kapitaliseren op deze pioniersrol, en werken nauw samen moet onze buurlanden en havens om van België de belangrijkste waterstofader van West-Europa te maken en zo onze zware industrie van een strategisch voordeel te voorzien. We zetten een ambitieus investeringsplan op om alle overheidsgebouwen tegen 2040 klimaatneutraal te maken. De overheid stelt zich open voor private participatieprojecten en coöperatieven met burgers inzake installaties ter bevordering van duurzaamheid, hernieuwbare energie en energie-efficiëntie.

De overheid heeft een voorbeeldfunctie en is een belangrijke actor in  het aanpakken van de klimaattransitie. De overheidsgebouwen moeten daarom zo snel mogelijk fossielvrij zijn en de overheid stelt haar publieke ruimtes open voor private participatieprojecten die duurzame energie-installaties willen realiseren.De overheid rolt op haar gebouwen een ‘globaal dakenplan’ uit waarbij ze al haar daken renoveert of herstemt naar energievoorziening (zonnepanelen) of greenroofs. Daarnaast stimuleren we dat privé-daken zoveel mogelijk gebruikt worden. Deze kunnen in coöperatieven met burgers uitgerold worden zodat alle burgers –ook burgers met geen private mogelijkheden voor bv. zonnepanelen – hiertoe de mogelijkheid krijgen.

Stelling:

Wie investeert in CO2-neutrale installaties en energie-efficiëntie moet op een zo kort mogelijk vergunningsproces kunnen rekenen. Grote CO2-neutrale energie-installaties zijn van ‘hoger algemeen belang’ en moeten een beroep kunnen doen op een vereenvoudigde milieubeoordeling.

We maken het aantrekkelijk om hernieuwbare energie te produceren en te delen. We schrappen alle belastingen op groenestroomcontracten voor burgers en bedrijven en voor wie energie deelt. 

Stelling:

Het vergunningensysteem moet grondig versoepeld worden.

De focus komt te liggen op milieu en klimaatdoelstellingen in plaats van op technische details met aandacht ook voor kleinschalige Initiatieven. Bedrijven, boeren en burgers krijgen de vrijheid om deze doelstellingen op verschillende manieren te bereiken. Klimaatadaptatie wordt daarbij een volwaardig onderdeel van het beleid.

We schakelen zoveel mogelijk over van vergunningsplicht naar meldingsplicht.

Met meer vrijheid komt meer verantwoordelijkheid. Wie willens en wetens ons milieu en onze gezondheid schade toebrengt, zal hiervoor aangepakt worden. 

Stelling:

We zetten vergroening van onze fiscaliteit verder om meer duurzame groei mogelijk te maken en onze competitiviteit te versterken. Wie vervuilt betaalt, wie milieuvriendelijke alternatieven hanteert, wordt beloond.

Dit doen we door de invoering van een koolstoftaks op de uitstoot van koolstof bij de productie van alle goederen en diensten in onze economie. Op die manier worden de negatieve effecten van de CO2-uitstoot geïnternaliseerd waardoor de vrije markt tot een nieuw evenwicht komt. Idealiter voeren we dit door op Europees niveau, zo niet nemen we in ons land het voortouw om dit in te voeren in de niet-ETS-sectoren. Deze koolstoftaks is complementair met de Carbon Border Adjustment Mechanism van de Europese Commissie.

Subsidies aan fossiele brandstoffen worden versneld stopgezet en ons land gaat zo snel mogelijk van het aardgas af.

Met de opbrengst verlagen we tegelijkertijd de lasten op werken en ondernemen. Zo maken we met ons land de logische keuze voor nieuwe, innovatieve en milieuvriendelijke bedrijven. 

Eerder dan een politiek van subsidies pleiten we voor een gezonde  marktwerking met de juiste prijsprikkels als  leidraad voor groene technologieën. We ruimen obstakels uit de weg die investeringen  ontraden.

De klimaatcrisis is inherent  onrechtvaardig, lokaal en globaal. Bij de concrete uitwerking van het klimaatbeleid moeten we aandachtig zijn dat de zwaksten in onze samenleving hierdoor niet disproportioneel zwaar getroffen worden. We gebruiken hiervoor onder meer de middelen uit het Europees Sociaal Fonds.

Stelling:

We herwaarderen afval als grondstof en ruimen de verschillende juridische obstakels hierrond weg. Om de circulaire economie een echte kans te geven moeten we als overheid verder kijken dan enkel de financiering van basisonderzoek. We zullen bedrijven ondersteunen in de economische opschaling van concrete industriële projecten met voordelige leningen en regelluwe proeftuinen. Hierbij moet ook rekening worden gehouden met de moeilijke transitie naar 100% circulariteit voor KMO’s die ondersteund moeten worden op vlak van kennis en expertise alsook moeten de juridische obstakels hierrond weg. Bovendien moeten circulaire stromen versneld als groene grondstoffen erkend worden. Deze procedures dienen vereenvoudigd en versneld te worden.

Een belangrijk aspect van een circulaire economie is het repareren van kapotte producten. We zetten ons als liberalen volledig achter 'the right to repair' die consumenten toestaat aangekochte producten zelf te repareren. Producten die 100% circulair geproduceerd worden, genieten een verlaagd BTW tarief van 6%.

Om netto koolstofneutraal te worden, zullen we alle technologieën nodig hebben. We investeren daarom ook in het kader en de nodige infrastructuur om koolstof af te vangen en te hergebruiken en indien nodig, op te slaan, bijvoorbeeld in lege gasvelden in de Noordzee.

Op Europees vlak moet er een toekomstplan komen dat Europa maximaal onafhankelijk maakt van andere landen op vlak van kritieke metalen. Dit door 1) onze afvalstromen te verminderen en op te waarderen en 2) in te zetten op duurzame mijnbouw in Europa voor deze metalen waar mogelijk.

We trachten ons afval zoveel mogelijk lokaal en Europees te herwaarderen als grondstoffen. Zodoende stimuleren we nieuwe jobs in dit segment van cleantech. Indien we ons afval buiten de EU exporteren, zorgen we voor duidelijke afspraken met derde landen om de circulariteit ook daar zoveel mogelijk te garanderen.

Stelling:

We laten duurzaamheid sterker doorwegen in openbare aanbestedingen en maken die ook toegankelijker voor KMO’s. 

We voeren een KMO-toets in voor nieuwe regelgeving, die toelaat om de administratieve en financiële ballast vanuit de  overheid op onze kleine bedrijven in kaart te brengen.

Stelling:

Wie investeert in het klimaatneutraal maken van woningen, of dit nu om de eigen woning gaat, of via een andere weg (via vriendenlening/win-winlening/renovatiefonds), mag dat in mindering brengen van de belastingen. Zo kunnen bijvoorbeeld ook huurders en verhuurders samen investeren of delen in de winst van zo’n investeringen. 

Stelling:

We sluiten een ruimtepact met drie soorten zones. Er zijn zones waar we de bestaande, wilde natuur in stand houden. Er zijn zones waar aan intensieve landbouw kan worden gedaan. Daartussen bouwen we groene bufferzones waar we klimaatresistente natuur inzetten in de strijd tegen klimaatverandering of als milieuvriendelijk landbouwmodel. 

De creatie van die groene bufferzones mag daarbij niet gepaard gaan met een verlies aan bestaande landbouwarealen

Stelling:

We slopen monopolies in het natuurbeheer. We geven landbouwers de mogelijkheid om hun activiteiten en hun inkomen, op vrijwillige basis, aan te vullen met natuurbeheer. We bieden daarbij een kader aan dat de mogelijkheden voor natuurbeheer ondersteunt en een samenwerking tussen natuur en landbouw bevordert.

Stelling:

Het beleid inzake genverbetering van gewassen moet soepeler worden. Technieken zoals Crispr moeten vanonder de strenge GGO-regelgeving uitkomen die ook moet versoepelen. Deze regelgeving moet bovendien zonder dogma’s worden geëvalueerd, rekening houdend met wetenschappelijke evidenties en reële risico’s. Ook alternatieve proteïnebronnen zoals kweekvlees en insecten moeten toegang (blijven) krijgen tot onze markt. België neemt hierbij het voortouw om die verandering op gang te brengen in Europa.

Stelling:

In 2040 is onze woon- en leefruimte ingericht volgens de kindnorm. Tegen dan zullen kinderen vanaf 8 jaar zich autonoom kunnen verplaatsen in het verkeer. Dit doen we door onze woon- en leefruimte maximaal in te richten zodat verplaatsingen van en naar basisbehoeften veilig en aangenaam kunnen gebeuren. Het model van de 15-minutenstad is hiervoor de oplossing. en zorgt tevens met een toegankelijkheidstoets voor een betere bereikbaarheid en toegankelijkheid van essentiële functies.

Stelling:

We omarmen de autonome vervoersrevolutie en verbeteren zo onze mobiliteit. We zorgen daarbij voor zowel een regelgeving als een technische context die privéspelers toelaten nieuwe autonome vervoersmodaliteiten efficiënt en rendabel uit te rollen. We zorgen voor concrete haalbare normen waaraan getoetst kan worden of het technisch kan en veilig is. Elkeen dien daaraan voldoet mag zonder meer autonoom rijden.

Ons goederenvervoer moet tegen 2040 autonoom, duurzaam, multimodaal en intelligent zijn.
 

Stelling:

We optimaliseren ons bestaand energienet door pieken op te vangen via bidirectioneel laden. We werken daarom de problemen in de wetgeving weg die de uitrol van bidirectionele laadpunten moeilijker maakt. Daarnaast ijveren we op Europees niveau ervoor dat autoconstructeurs hun wagens uit rusten met aangepaste technologie en stimuleren we burgers en bedrijven om te kiezen voor een bidirectioneel laadpunt en een aangepast slim energiemanagementsysteem.

We effenen het pad voor innovatieve deelsystemen, zoals het delen van laadpalen in eenzelfde straat, laadhubs en mobiele systemen die auto’s komen opladen ter plaatse (bvb. UZE).

We investeren eveneens in het nodige onderzoek om de circulariteit van elektrische wagens voldoende op te schalen.

Stelling:

Data die gecapteerd wordt via camera’s, gps en verkeersmanagementsystemen worden geanonimiseerd en publiek geopend om innovatieve verkeerstoepassingen te bevorderen. 

Hierbij moet rekening worden gehouden met steeds evoluerende toepassingen die een inbreuk op de privacy kunnen betekenen, een liberaal veiligheidsverhaal hierbij hanteren, is noodzakelijk.

Stelling:

We voeren een landsbrede kilometerheffing in, conform onze privacywetgeving, die het gebruik van de wagen belast eerder dan het bezit. Deze taxshift moet budgetneutraal zijn en alle huidige verkeersbelastingen vervangen. De slimheid van rekeningrijden zit in het feit dat het tarief kan variëren op basis van diverse parameters zoals spits- en daluren. Hiermee kun je de files, die onze economie miljarden kosten, structureel terugdringen.

Deze invoering mag alleen plaatsvinden indien volledige privacy van de weggebruiker gegarandeerd kan worden. Deze kilometerheffing zal dus niet gebeuren via het ANPR, maar met een blackboxsysteem.

Parallel hieraan zal het collectief vervoer uitgebreider en flexibeler worden als een valabel alternatief voor de eigen wagen.

Stelling:

Duurzame mobiliteit komt centraal te staan. Vlaanderen moet tegen 2030 naar (alle) centrumsteden met volwaardige fietssnelwegen hebben verbonden. We werken tegen dan ook alle zwarte punten weg. Onze centrumsteden moeten voorlopers worden in Europa inzake fietsgebruik.

Om de uitrol van het fietsroutenetwerk te versnellen, gaan we van een vergunningsplicht naar een meldingsplicht voor de aanleg van nieuwe of het uitbreiden van bestaande fietsinfrastructuur. Dit met respect voor het eigendomsrecht. 

Stelling:

We stimuleren onze havens en luchthavens om voortrekkers te worden in zero-emissietransport. 

Dit stimuleren doen we niet via subsidiëring. Luchthavens dienen geen rechtstreekse subsidies te krijgen en moeten op eigen houtje rentabiliteit vertonen. Doen ze dit niet, verliezen ze hun bestaansrecht. De uitgebreidere rol faciliteren we door een deregulering en wettelijk kader dat voorzien is op toekomstige innovaties. We schaffen de financiële ondersteuning door de overheid, in welke vorm ook, van regionale luchthavens die alleen maar door die ondersteuning kunnen bestaan, af.

Met de nieuwe Europese wetgeving valt ook scheepvaart binnen het EU ETS-stelsel, er zal dus voor hen ook een kost op uitstoot staan. Ook hierdoor zullen de externaliteiten geïnternaliseerd worden voor het transport van goederen en personen.

Echter, goederen die van een non-EU haven naar een EU-haven komen zullen slechts 50% van deze tax betalen. We trekken deze tax ook voor non-EU havens naar 100% en sterven naar gelijkwaardige internationale tax op wereldschaal.”

De luchtvaartsector zal door de fit-fot 55 green deal wetgeving van Europa geen fiscale voordelen meer krijgen op brandstof en op een gelijkwaardige manier getaxeerd worden op basis van hun emissies. Vliegen zal hierdoor economisch dus veel minder voordelig worden. Als liberalen zetten we ons achter deze marktwerking en het afschaffen van onnodige verstoring van deze markt door misplaatste subsidies. We leggen de luchtvaartsector bovendien ook nog reductie-doelstellingen op per vlucht, die haalbaar zijn door o.a. eco-routing, aangepast brandstofverbruik en eco-friendly airtraffic management.

 

Stelling:

1. We herdenken onze ruimtelijke ordening fundamenteel en delen deze op in harde en zachte functies. Niet door te stoppen met bouwen, wel door anders te bouwen. Weg van verspreide- of lintbebouwing, weg van de ruimtelijke wanorde van vandaag en voluit de kaart te trekken van kernverdichting en hoogbouw.

2. We stappen af van het gewestplan zoals we het nu kennen en creëren een markt van bouwrechten.

3. We schaffen het Kadastraal Inkomen (of KI) en de daaraan gekoppelde onroerende voorheffing af en voeren een grondbelasting in. Het KI dateert uit 1975, is onrechtvaardig en verhindert een goed ruimtelijk beleid.

Stelling:

We worden een weerbaar waterland door te investeren in waterveiligheid en waterzekerheid.

Zoek nieuwsberichten
Meest recente berichten

Gemaakt door Code Nation via NationBuilder