Blue Leader België eist dat 30% van de oceaan beschermd wordt vooraleer mijnbouwplannen goedgekeurd kunnen worden
Gisteren startte de 28e sessie van de Internationale Zeebodemautoriteit in Kingston, Jamaica. België neemt voor het eerst sinds lang deel als lid van de Raad van deze instelling. De Zeebodemautoriteit is door het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties aangeduid als verantwoordelijke voor het beheer van de zeebodem. Als Blue Leader wil België de nadruk leggen op het duurzaam beheer en de bescherming van de diepzee. Minister Van Quickenborne wil dat de doelstelling die recent door de VN werd goedgekeurd om tegen 2030 30% van de oceaan te beschermen, wordt vervuld vooraleer er sprake kan zijn van diepzeemijnbouw. Het is één van de drie strikte voorwaarden die ons land wil gerealiseerd zien vooraleer werkplannen voor diepzeemijnbouw kunnen goedgekeurd worden.
De Internationale Zeebodemautoriteit, die haar zetel in Kingston, Jamaica heeft, is de instelling die door het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties is aangeduid om te waken over de zeebodem. Dit mandaat gaat niet alleen over het ontginnen van de minerale bronnen van de diepzee, maar ook over het effectief beschermen van het marien milieu in de diepe oceaan.
Momenteel buigt de Zeebodemautoriteit zich over het finaliseren van de exploitatieregulering. Een draft is al klaar, maar over verschillende aspecten is er nog onenigheid, zoals de regionale milieubeheersplannen, het royaltyregime en de verdeling van eventuele winsten.
België lid van de Raad
België neemt voor het eerst sinds lang opnieuw deel als lid van de Raad van de Zeebodemautoriteit. Tot voor kort bleef de rol van ons land beperkt tot een plaats in de Algemene Vergadering. Als raadslid is het onze ambitie om de voortrekkersrol die we spelen als Blue Leader voor de bescherming van de oceaan ook binnen de Zeebodemautoriteit ten volle op te nemen. Dat zullen we ook doen op het vlak van de regels omtrent exploitatie van de diepzee en de zeebodem.
De voorbije maanden werden door verschillende landen en ngo’s verklaringen afgelegd over een moratorium, een voorzorgspauze, een voorzorgsstop of nog andere benamingen. Welke exacte formulering ook gebruikt wordt, de eis is dezelfde: diepzeemijnbouw kan niet plaatsvinden zonder een akkoord over een pakket regels.
België stelt strenge eisen
Voor België is het finaliseren van deze reglementering slechts één van de voorwaarden alvorens eventueel overgegaan kan worden tot diepzeemijnbouw. In Kingston legde ons land bij monde van ambassadeur Hugo Verbist gisteren formeel onze eisen op de onderhandelingstafel.
Concreet gaat het dus om deze drie voorwaarden:
- De goedkeuring van robuuste, milieuverantwoorde regels, voorschriften en procedures. Het doel is hierbij overeenstemming te bereiken over een regelgevingskader dat voorziet in het hoogste en meest doeltreffende niveau van bescherming van het mariene milieu, met inbegrip van de kwetsbare ecosystemen en de mondiale klimaatfuncties van de oceaan tegen schadelijke effecten op korte en lange termijn die kunnen voortvloeien uit de exploitatie van diepzee, op basis van het voorzorgsbeginsel dat, door zijn aard, geen kunstmatige termijnen toelaat tegen welke tijd de regelgeving moet zijn afgerond.
- Meer wetenschappelijk onafhankelijk onderzoek dat leidt tot voldoende en adequate wetenschappelijke informatie die het mogelijk maakt een solide milieubasislijn vast te stellen om tot empirisch onderbouwde beslissingen te komen met betrekking tot de milieueffecten van de activiteiten.
- Tot slot wil België eraan herinneren dat de lidstaten van de Verenigde Naties zich ertoe hebben verbonden om alle gebieden buiten de nationale jurisdictie duurzaam te beheren en vooral om tegen 2030 minstens 30% van de oceaan te beschermen. Voor België is het glashelder: 30% van de oceaan moet kwalitatief beschermd worden vooraleer we een plan voor exploitatie kunnen goedkeuren.
De volgende twee weken zal België dit als Blue Leader bepleiten bij de andere landen die deel uitmaken van de Raad. We moedigen de internationale gemeenschap daarbij aan om geen tijd te verspillen aan het bakkeleien over benamingen, maar samen een blok te vormen over deze voorwaarden.
Vincent Van Quickenborne, minister van Noordzee: “Ons land maakt voor het eerst sinds lang weer deel uit van de Raad van de Internationale Zeebodemautoriteit. Als Blue Leader leggen we de nadruk op het duurzaam beheer en de bescherming van de diepzee. Ik wil dat de doelstelling die recent door de VN werd goedgekeurd om tegen 2030 30% van de oceaan te beschermen, wordt vervuld vooraleer er sprake kan zijn van diepzeemijnbouw. Het is één van de vier strikte voorwaarden die ons land wil gerealiseerd zien vooraleer werkplannen voor diepzeemijnbouw kunnen goedgekeurd worden. We kunnen niet toestaan dat er eerst ontgonnen wordt en pas achteraf nagedacht wordt over bescherming, wetenschappelijke kennis en milieureglementering.”
Pierre-Yves Dermagne, minister van Economie: "Diepzeemijnbouw kan mogelijk een gigantische impact hebben op het mariene milieu en het klimaat. Niettemin zou de IAMF deze activiteiten al in juli van dit jaar kunnen toestaan, terwijl de regelgeving nog niet is uitgewerkt. We staan met de rug tegen de muur, door een beslissing die gevolgen kan hebben voor toekomstige generaties. Ik ben er dan ook erg trots op dat België tot de meest ambitieuze landen op het gebied van milieubescherming behoort. Met onze zetel in het bestuur van de IAMF hebben we een uitgelezen kans om te wegen op het internationale debat."
Hadja Lahbib, minister van Buitenlandse Zaken: “Voor z’n eerste deelname aan de Raad van de Zeebodemautoriteit deed ons land een krachtige oproep aan de andere leden: we moeten ons niet laten verdelen door semantiek, maar een akkoord vinden over de voorwaarden - de diepe zeebodem kan niet worden geëxploiteerd zonder overeenstemming te bereiken over een reeks regels en voorschriften die hoge milieunormen garanderen.”