Momenteel kunnen partijen voor de vrederechter, de rechtbank van koophandel en de arbeidsgerechten enkel worden vertegenwoordigd door hun echtgenoot of een bloed- of aanverwant, mits een schriftelijke volmacht en toelating van de rechter.
Voor wettelijk samenwonenden is dit echter niet mogelijk. “Dat leidt soms tot verwarring en problemen, en is gewoonweg onlogisch”, zegt Carina Van Cauter.
Met een eenvoudige aanpassing van het Gerechtelijk Wetboek geven Lahaye-Battheu en Van Cauter nu ook deze mogelijkheid aan wettelijk samenwonende partners. De Kamercommissie Justitie keurde hun wetsvoorstel vanmiddag unaniem goed.
Het wettelijk samenwonen is bijzonder populair. Tussen 2006 en 2013 steeg het aantal personen die een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd van 35.000 tot ruim 80.000. Dat blijkt uit cijfers die Lahaye-Battheu via een schriftelijke vraag bekwam van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon en zijn voorganger Annemie Turtelboom.
“Die populariteit kan worden toegeschreven aan de talrijke voordelen. Er zijn immers minder rechten en plichten aan gekoppeld dan bij het huwelijk, maar tegelijkertijd zijn de partners juridisch beschermd, bijvoorbeeld inzake het vermogen en het erfrecht. Wij blijven ijveren voor een verdere versterking van het statuut van de wettelijk samenwonenden", besluit Lahaye-Battheu.