
Vlaams parlementslid Daniëlle Vanwesenbeeck pleit voor een regelgevend kader voor internaten en internen. Tijdens haar parlementair onderzoek kwam Vanwesenbeeck tot de conclusie dat er nu nog teveel grijze zones zijn voor internen. “Ze vallen vaak tussen wal en schip en hebben daardoor een onduidelijk statuut,” zegt Vanwesenbeeck. “Het feit dat ongeveer 1 op 10 internen geplaatst is door jeugdzorg en dus extra kwetsbaar, verhoogt alleen maar die noodzaak.” Het parlementslid dient daarom een conceptnota in het Vlaams Parlement in.
Vandaag zijn er in Vlaanderen meer dan 10.000 internen, dat aantal nam de laatste jaren lichtjes af. Over het algemeen doen de internaten prima werk en de meeste internen voelen er zich goed. Toch valt het op dat het voor hen niet altijd juridisch geregeld is. “Hét internaat bestaat niet, er zijn verschillende vormen,” stelt Vanwesenbeeck.
“Soms gaat het ook om internen die geplaatst worden in het kader van jeugdzorg, anderen die er op vrijwillige basis zijn of die voor het internaat gekozen hebben omwille van een specifieke studiekeuze. Wat het moeilijk maakt om een totaalbeeld te krijgen”
Nood aan beter statuut voor internen
De signalen die Vanwesenbeeck kreeg van ouders en mensen uit het middenveld werden bevestigd door de kinderrechtencommissaris, die ook pleit voor een beter statuut. Er zijn te veel grijze zones waarbinnen internen vallen. Het gaat hierbij vooral om hun rechtspositie, het garanderen van de privacy, integriteit, de toegang tot zorg en de communicatie naar ouders toe.
Een van de voorbeelden die Vanwesenbeeck aangreep waren de onduidelijke regels betreffende de privacy van de internen. Op sommige internaten mogen leerlingen hun deur niet sluiten ’s nachts. Daarmee zetten ze letterlijk de deur op een kier voor mogelijke problemen. De internen en hun ouders weten niet goed wat hiertegen te doen.
Een andere grijze zone gaat over grensoverschrijdend gedrag en pesten. Ook hier vallen de internaten ook tussen de plooien aldus Vanwesenbeeck. “Tijdens specifieke hoorzittingen over grensoverschrijdend gedrag in het onderwijs werd er niks gezegd over internaten en hun internen” aldus Vanwesenbeeck.
Aandacht voor privacy, pesten, toegang tot zorg en participatie
Met haar conceptnota wil Vanwesenbeeck het debat op gang trekken en geeft ze zelf alvast enkele concrete voorstellen. Zo moet er een overkoepelend beleid komen ten aanzien van pesten en grensoverschrijdend, specifiek in de context van internaten. Ook zijn aanvullende maatregelen nodig om de privacy en integriteit van de internen maximaal te garanderen.
“Ik wil een duidelijke rechtspositie voor internen. Zo mogen leerlingen op school ten volle wel participeren, een leerlingenraad is verplicht. Internen hebben vaak geen inspraak in het beleid van het internaat. Zo is de privacy op een school wel gegarandeerd, maar is dit niet op alle internaten het geval. Met deze nota wil ik het debat hierover in beweging zetten. Voor meer dan 10.000 internen is het tijd om duidelijkheid te verschaffen. Ze vallen tussen wal en schip. Daarom wordt het tijd om hen een volwaardig statuut te geven dat hen beschermt tegen internaten waar de organisatie mank loopt. Zo garanderen we dat het internaat voor elke jongere een veilige thuis kan zijn,” besluit het parlementslid.