Patrick Dewael is ontspannen. Terwijl we de liberale fractieleider ontmoeten in het wegrestaurant langs de E40 in Heverlee, tussen een rist afspraken door, kondigt premier Charles Michel (MR) aan dat de schijf van 30 procent in de personenbelasting geschrapt wordt. Een belangrijke zegen voor de Vlaamse liberalen, die zo een belofte uit hun verkiezingsprogramma realiseren.
‘Het is logisch en netjes dat we daar nog over praten met de gewesten, want dat heeft een impact op hun inkomsten (Vlaanderen zou 138 miljoen euro verliezen, red). Doen we dat niet, dan krijgen we straks opnieuw het verwijt van onbehoorlijk bestuur. Maar eigenlijk is dit al afgeklopt.’ Een andere belangrijke beslissing van de regering-Michel betreft de btw-verhoging op elektriciteit.
Moest die btw-verhoging in de index als zoenoffer voor CD&V?
‘Helemaal niet. Die maatregel bevordert de koopkracht. En een goed economisch beleid versterkt niet alleen de concurrentiekracht maar ook de koopkracht. Ik heb bij mijn weten één indexsprong afgesproken, geen twee. De mensen gaan erop vooruit, niettegenstaande het geblaat van de oppositie. De totale koopkracht stijgt.’
Je vreet zo wel een stukje van de eerste indexsprong weg.
‘Ik zou het zo niet zeggen. Het doel is altijd geweest om tegen het einde van de bestuursperiode onze werkelijke loonhandicap ten opzichte van de buurlanden met een derde te reduceren. Met de maatregelen die we nemen, zijn we aardig op weg. Conclusie: we verlagen de loonkosten terwijl de koopkracht van de bevolking stijgt. Dat lijkt me een geslaagde operatie.’
Maar ze raakt ondergesneeuwd door het gekibbel in de regering. Wat vond u van de aanval van vicepremier Kris Peeters (CD&V) aan jullie adres?
‘Ik heb het bewuste artikel in Le Soir niet gelezen, om eerlijk te zijn.’ (lacht)
Het interesseert u niet wat Peeters zegt.
‘Dat zeg ik niet. En ik heb natuurlijk wel gezien wat er allemaal geschreven is de voorbije dagen. Ik begrijp dat zoiets in nieuwsarme tijden uitvergroot wordt.’
Terecht toch. Peeters vindt dat Open VLD hem heeft proberen te breken. Da’s niet niks.
‘Ik ga daar niet veel over zeggen. De inhoud van het beleid telt voor mij. Ik onthoud dat Servais Verherstraeten (de fractieleider van CD&V, red.) in de Kamer verkondigd heeft dat CD&V de taxshift steunt. En de regering heeft zonet de notificaties goedgekeurd.’
Met frisse tegenzin, dat gaat u toch niet ontkennen?
‘Nogmaals, ik bekijk wat er wordt beslist. Al de rest is totaal irrelevant. Much ado about nothing. We gaan ons niet bezighouden met politique politicienne.’
Open VLD en CD&V kunnen opnieuw door dezelfde deur?
‘We gaan over tot de orde van de dag en dat is mooi. Als ook in andere dossiers de regering gestaag vooruitgang kan boeken, dan zie ik het politieke werkjaar met veel enthousiasme tegemoet.’
Zonder gekibbel.
‘U noemt dat gekibbel. Ik noem dat een open debatcultuur die zeker in het parlement moet leven. En een regering moet geen vriendenclub zijn. We blijven verschillende partijen. Zolang iedereen zich maar houdt aan datgene wat overeengekomen is, zie ik geen politiek probleem.’
Maar lekken helpen het zaakje niet vooruit.
‘Is dat wel gebeurd? Waarom zou het überhaupt nodig geweest zijn om de belastingverhogingen die de CD&V voorstelde, te lekken? Die waren allemaal al eens in de media aangekondigd en tot in de Kamer bediscussieerd. Ze hebben er nooit een geheim van gemaakt.’
‘Maar kijk, voor mij is het duidelijk. Wanneer iets afgeklopt is, is het afgeklopt. We gaan de zaken toch geen tweede keer onderhandelen? De roerende voorheffing is bijna verdubbeld op vijf, zes jaar tijd. Denkt u dat ik dat leuk vind? Nee, maar so be it. Je sluit compromissen en dan verdedig je die. Zo werkt het. En nu wil ik daar niet meer op terugkomen.’
Asiel
Van het ene spraakmakende interview naar het andere. Sinds de passage van N-VA-voorzitter Bart De Wever in Terzake staat het asieldebat op scherp.
‘Ik zit op de lijn van Frans Timmermans, de eerste vicevoorzitter van de Europese Commissie. We moeten de Europese weg blijven bewandelen, there’s no way back. Een terugkeer naar een nationaal asielbeleid zou absoluut een stap terug zijn. Het is een illusie om het omgekeerde te denken.’
‘Wat wél juist is, is dat de buitengrenzen van de Europese Unie beter gecontroleerd moeten worden. We moeten Griekenland, Italië en Hongarije bijkomende mankracht en eventueel financiële hulp geven om de stroom de baas te kunnen. En Duitsland en Frankrijk steunen in hun poging om deze crisis om te buigen tot een opportuniteit. Misschien kunnen we eindelijk eens vooruitgang boeken op een aantal fronten. Een lijst van veilige landen zou al veel oplossen, net als een harmonisering van de procedures, spreidingsquota, dat soort zaken.’
Dat lijkt politiek moeilijk te realiseren. Op de quota heeft Commissievoorzitter Juncker zijn tanden stuk gebeten.
‘Als je iets wil doen aan de instroom, moet je natuurlijk niet tegenstemmen op het moment dat je in het Europees Parlement een resolutie voorgelegd krijgt om een verplicht spreidingsplan in te voeren. Wat stel ik vast? Mijn fractie ALDE is voor en gaat zelfs verder op het vlak van economische migratie. Maar andere fracties houden dat tegen.’
Zoals de conservatieve ECR-fractie, met de N-VA.
‘Inderdaad. Je moet daarin toch consequent zijn? Je kunt niet aan de ene kant vaststellen dat Europa niet functioneert op een aantal vlakken en bij pogingen die dan worden ondernomen om daar iets aan te doen, je been stijf houden.’
‘Ik heb bewondering voor de manier waarop bijvoorbeeld de Duitse bondskanselier Angela Merkel, nadat ze verguisd is voor haar opstelling in de eurocrisis, in dit dossier toch wel zegt: wij gaan 800.000 vluchtelingen opvangen. Maar ook met de bedoeling om daar economisch iets mee te doen!’
Wij laten de vluchtelingen te veel aan hun lot over?
‘De Vlaamse regering is bevoegd voor inburgering. De inburgerings- en activeringsprogramma’s dienen ertoe dat die mensen effectief in de samenleving kunnen functioneren. Ze moeten de taal leren enzovoort. Dat gaat meestal vrij snel.’
‘Maar we moeten ernstiger gaan nadenken wat we hun kunnen bieden eens ze erkend zijn, en wat we van hen verwachten. Want ik sluit mij aan bij wat mijn voorzitster Gwendolyn Rutten zegt: solidariteit is een mooi woord, maar we moeten daarin niet naïef zijn.’
Verklaar.
‘Ik heb geen opiniepeiling nodig om te beseffen dat de bereidheid om solidair te zijn bij elke asielcrisis onder druk staat. Terwijl elk volk wel eens een beroep moet doen op de solidariteit van anderen, ook wij tijdens de Tweede Wereldoorlog bijvoorbeeld. Het doet mij pijn om te horen dat men voortdurend spreekt in termen van “ze overspoelen ons” of “de zwermen vluchtelingen”, zoals de Britse premier David Cameron. Cynisch taalgebruik helpt niemand vooruit.’
‘Nu goed, ik betreur dat mensen blijkbaar kort van geheugen zijn, maar ik begrijp tegelijk wel dat de burgers verwachten dat steun een verhaal van rechten en plichten moet zijn. Vanuit dat perspectief hebben we eerder als partij voorgesteld om langdurig werklozen gemeenschapsdienst te laten doen.’
‘Ik ben ervan overtuigd dat veel van de weerstand en de vooringenomenheid jegens vluchtelingen te maken heeft met het feit dat ze hier een leefloon krijgen terwijl daar niks tegenover staat. Het verhaal van rechten en plichten geldt zowel voor de onderdanen van een land, als voor de mensen die naar hier komen. We moeten programma’s uitwerken waardoor die mensen óók een bijdrage kunnen leveren aan onze samenleving. Ik denk dat ze daar vragende partij voor zijn. Vaak wíllen ze niets liever dan zich nuttig maken voor de samenleving die hen opvangt.’
Stelt u dan voor om ook leefloners gemeenschapsdienst te laten doen?
‘Dat is een mogelijke piste. Maar ik leg hier geen kant-en-klaar uitgewerkt plan neer dat te nemen of te laten is. Punt is: als we verkrampt blijven weigeren om het debat aan te gaan en als we taboes blijven cultiveren, gaan we niet vooruit. Ons geweten mag niet gesust zijn met het geven van een leefloon, zonder ons te bekommeren over de integratie van die mensen en de mogelijke bedreiging van de cohesie in de samenleving.’
Een opmerkelijk idee.
‘Als je tóch die generositeit moet opbrengen op basis van de Conventie van Genève (het mondiale Vluchtelingenverdrag uit 1951, red.), kunnen we dan niet eens fris en creatief nadenken over hoe we ermee omgaan? In elke crisis schuilt een opportuniteit. Laat ons erover debatteren. En dan zou zo’n humanitair drama misschien effectief iets kunnen worden waardoor die mensen – als ze hier ooit weggaan – ook kunnen bijdragen tot de heropbouw van hun land van herkomst.’
‘Vergis u niet: migranten zijn voor veel herkomstlanden vandaag al belangrijker dan ontwikkelingssamenwerking. In mijn tijd als minister van Binnenlandse Zaken had ik een Deense collega die tegelijkertijd ook minister van Migratie en minister van Ontwikkelingssamenwerking was. Die vond het zeer logisch dat als je met illegalen geconfronteerd wordt in je eigen land, de landen van herkomst hun medewerking verlenen om hen terug te nemen. Op een bepaald moment is er geopperd – zo ver ben ik zelf nooit gegaan – om ontwikkelingssamenwerking te conditioneren: hulpprogramma’s opzetten in ruil voor het terugnemen van illegalen.’
Als ons land die twee departementen zou samenvoegen, verliest Alexander De Croo wel zijn belangrijkste bevoegdheid...
‘Euh... ja. (snel) of Theo Francken natuurlijk!’
Regeerakkoord
Voor uw idee moet het regeerakkoord worden uitgebreid. Dat voorziet enkel in gemeenschapsdienst voor langdurig werklozen.
‘Dat klopt, en het is ook niet omdat ik dat voorstel, dat iedereen daarvoor gaat applaudisseren. Maar ook als het regeerakkoord voldoende duidelijk is om de asielcrisis in goede banen te leiden, zeg ik als fractieleider: kunnen we niet wat meer ambitie tonen? Ik heb eerder al gezegd dat regeerakkoorden geen bijbels zijn.’
U hebt het niet over het verminderen of uitstellen van sociale rechten?
‘Nee nee, men moet dat niet te karikaturaal bekijken. Maak er nu ook niet allemaal klusjesmannen van, hè. Er zijn vandaag veel noden op de arbeidsmarkt, denk alleen maar aan de zorgsector. Omgekeerd zien we dat vluchtelingen hier moeilijk aan de slag kunnen door de rigiditeit van onze arbeidsmarkt. Waarom willen velen van hen doorreizen naar het Verenigd Koninkrijk? Omdat ze er veel gemakkelijker aan de bak geraken. Dat zou bij ons ook moeten kunnen. Dan wordt een vluchteling niet iemand die kampeert in een of ander opvangtehuis, maar wel iemand die meedraait in een zorgtehuis bijvoorbeeld.’
Uw voorstel heeft alvast één ding voor op het voorstel van De Wever om een apart sociaal statuut voor vluchtelingen in te voeren: het geldt voor alle leefloners en lijkt dus in lijn met de Conventie van Genève, die discriminatie verbiedt.
‘Ja, als je alle mensen met een leefloon aanzet om iets terug te doen voor de maatschappij, neem je in één ruk ook de erkende vluchtelingen mee.’
Zijn er landen die al zoiets doen?
‘In heel Europa wordt erover nagedacht. Duitsland, Denemarken... Iedereen is bezig met het uitdokteren van een strategie om de vluchtelingencrisis – waar we het einde niet van kennen – te bemeesteren. Als je ’t mij vraagt, moeten we van die versnelling gebruikmaken om iets meer te doen. Ik vind dat ons land daarin ambitie mag tonen, en roep de regering dan ook op om het voortouw te nemen. Als het niet kan met alle 28 landen, waarom dan niet met een klein groepje? Ik heb als minister van Binnenlandse Zaken in 2005 met zes andere EU-landen het Verdrag van Prüm gesloten, over politionele samenwerking. Nadien is het naar de hele Unie uitgebreid. Zoiets is mogelijk.’
U pleit, net als de liberale fractie in het EP, al langer voor een Europees systeem van economische migratie.
(knikt) ‘Op een bepaald moment zullen we dat debat toch echt eens moeten aansnijden. Kijk naar de Verenigde Staten of Canada: Amerika is groot geworden dankzij de economische migranten. Waarom zijn wij toch zo bang van een green card of blue card? We gaan die mensen nodig hebben, anders zitten we in sommige landen binnen twintig, dertig of veertig jaar op ons tandvlees. Dan wordt de druk op de sociale zekerheid gewoon te hoog. Wij zijn een vergrijzend continent, hè.’
De weerstand is groot, dat zal toch niet voor morgen zijn?
‘Maar kijk eens naar het alternatief. Je hoeft niet eens zo ver terug te gaan in de tijd. Omdat we niet over economische migratie wilden spreken, deden we die collectieve regularisaties van mensen die al jaren hier waren en toch niet meer terug konden naar hun land van herkomst, in de hoop hen op de arbeidsmarkt te krijgen. Dat is economisch een slechte zaak: je wacht toch geen jaren om mensen in te zetten?’
Gebeurde dat niet onder paars?
‘Ja, maar omdat je toen een vluchtelingencrisis had van een enorme omvang! In 2000 hadden we 44.000 asielaanvragen op één jaar tijd.’
Zo’n vaart loopt het inderdaad nu nog niet.
‘Ik zei het al: mensen hebben soms een kort geheugen.’ (lacht)