Sla navigatie over

Een nieuwe start voor justitie

Het huidige budget van justitie bedraagt 2 miljard euro. Tegen 2024 komt hier bijna een half miljard euro aan nieuwe middelen bij. Daarnaast wordt er ook 137 miljoen euro aan middelen uit het Europese relancefonds geïnvesteerd in de periode 2021-2026. Dat is de grootste investering van de voorbije decennia. Daarmee willen we voor een nieuwe start zorgen voor justitie. Vice-eersteminister en minister van Justitie Vincent Van Quickenborne werkte samen met de verschillende entiteiten en diensten binnen justitie een gedetailleerd groeipad uit voor 2021 en 2022. Deze middelen worden slim geïnvesteerd om justitie sneller, menselijker en straffer te maken.

Justitie is meer dan een beleidsdomein. Het is een fundament van onze maatschappij. De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht is daarbij een heilig principe van de rechtstaat. Dat neemt niet weg dat de verschillende entiteiten en instanties binnen justitie kunnen samenwerken, met wederzijds respect voor die onafhankelijkheid, om de werking van justitie fundamenteel te verbeteren.

Het feit dat, voor het eerst in vele jaren, alle actoren van justitie samen een persmoment organiseren, toont die wil om justitie een nieuwe start te geven. Het Hof van Cassatie met de eerste voorzitter en de procureur-generaal, de voorzitter van het College van Hoven en Rechtbanken, de voorzitter van het College van het Openbaar Ministerie, de voorzitter van de FOD Justitie, de administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat, de directeur-generaal van de Federale Gerechtelijke Politie, de directeur van het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding, de directeur-generaal van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie. Allemaal waren ze aanwezig als vertegenwoordiger van hun instantie om te benadrukken dat de neuzen binnen justitie in dezelfde richting staan.

Na decennia van besparingen komt er met een historische investering een nieuwe start voor justitie. Het huidige budget van justitie is 2 miljard euro. Tegen 2024 komt hier bijna een half miljard euro bij. De helft daarvan komt van de budgetverhoging van justitie. Om kwetsbare mensen meer toegang te geven tot tweedelijnsbijstand (de zogenaamde pro deo-regeling) zal er daarnaast in 2024 naar schatting 209 miljoen euro voorzien worden. Verder zal er in de periode 2021-2026 in totaal 137 miljoen euro aan middelen uit het Europese relancefonds (Recovery and Resilience Facility – RRF) bijkomend geïnvesteerd worden in de digitalisering van justitie. Volledigheidshalve wijzen we erop dat investeringen in gerechtsgebouwen en gevangenissen buiten dit budget vallen. Dit valt onder de bevoegdheid van de Regie der Gebouwen en zal op een later moment toegelicht worden.

De structurele verhoging van het budget van justitie gebeurt gefaseerd:

Jaar Personeels- en werkingsmiddelen Tweedelijnsbijstand RRF*
2021 125 miljoen euro 65 miljoen euro 13 miljoen euro
2022 175 miljoen euro 96 miljoen euro 43 miljoen euro
2023 225 miljoen euro 126 miljoen euro 36 miljoen euro
2024 250 miljoen euro 209 miljoen euro 25 miljoen euro

*Niet-structurele investeringen (2025-2026: 20 miljoen euro)

De ministerraad keurde het voorstel van vice-eersteminister en minister van Justitie Vincent Van Quickenborne goed voor de verdeling van de budgetstijging voor 2021 en 2022. Dit groeipad kwam er na bevraging van de mensen op het terrein in het kader van de beleidsverklaring en in overleg met de verschillende instanties binnen justitie. Onder meer de Entiteit Cassatie, het College van Hoven en Rechtbanken, het College van Procureurs-Generaal en de verschillende diensten binnen de FOD Justitie werkten hieraan mee. Daarbij wordt niet gekozen voor een lineaire verhoging van de budgetten maar voor slimme investeringen gekoppeld aan meetbare doelstellingen om justitie sneller, menselijker en straffer te maken.

 

Volgend jaar al 175 miljoen euro voor snellere, menselijkere en straffere justitie

In november 2020 stelde de minister van Justitie zijn plannen voor justitie voor in zijn beleidsverklaring aan het parlement. Het doel is om justitie sneller, menselijker en straffer te maken. Heel wat van die plannen zijn al volop in uitvoering. Zo werd het voorontwerp van hervorming van het seksueel strafrecht al goedgekeurd door de ministerraad, is het insolventierecht hervormd en werd alles in gereedheid gebracht om de uitvoering van straffen onder de drie jaar te realiseren vanaf 1 december 2021. Vorig jaar werd al geïnvesteerd in verschillende zaken, zoals een risicotaxatietool voor seksueel geweld en extra middelen voor de federale gerechtelijke politie en justitie om het SKY ECC-dossier in een stroomversnelling te brengen. Voor de beleidsdoelstellingen die investeringen vereisen, werden in het kader van de budgetverhoging nu ook middelen toegekend. Deze investeringen zullen we hieronder bespreken.

De structurele verhoging van de werkingsmiddelen bedraagt 125 miljoen euro in 2021 en wordt volgend jaar opgetrokken naar 175 miljoen euro. Om redenen van eenvoud hanteren we in wat volgt de bedragen die in 2022 worden toegekend, tenzij anders vermeld. Veel van deze investeringen worden al in 2021 toegekend en in 2022 verhoogd. We wijzen erop dat de genoemde bedragen structurele budgetverhogingen zijn en geen eenmalige investeringen, tenzij anders vermeld. Bovendien is onderstaande lijst niet exhaustief. Alle initiatieven zonder budgetverhoging laten we hierbij buiten beschouwing.

 

Snelle justitie

1.400 nieuwe talenten bij justitie om de achterstand weg te werken

Justitie heeft in het verleden veel moeten besparen, ook op personeel. Hierdoor werden de diensten en entiteiten binnen justitie onvoldoende versterkt waardoor de werking in het gedrang kwam en de werklast voor het personeel te hoog werd. Daar komt nu verandering in. Er wordt sterk geïnvesteerd in extra personeel bij de verschillende onderdelen van het justitieapparaat. Er wordt 46 miljoen voorzien voor extra magistraten en ondersteunend personeel bij de rechterlijke orde. Die investering is goed voor 827 extra mensen. Bij het gevangenispersoneel komen 199 extra voltijdse equivalenten. Bij de Veiligheid van de Staat komen er tegen 2022 270 mensen bij. De FOD Justitie en de verschillende ondersteunende diensten zullen kunnen rekenen op 105 extra mensen. Tegen eind 2022 zullen in totaal 1.401 extra mensen aan de slag kunnen bij justitie.

De personeelsversterking bij de rechterlijke orde heeft betrekking op de hoven en rechtbanken, het Openbaar Ministerie en de entiteit Cassatie. Van de 827 nieuwe mensen zullen er 116 magistraten zijn. Daarnaast wordt voorzien in ondersteunend personeel met de nodige expertise zoals 67 referendarissen, 106 parketjuristen, 36 criminologen, 113 griffiers en vele honderden gerechtspersoneelsleden. Referendarissen zijn juristen die aangeworven worden om raadsheren en rechters bij te staan met opzoekingswerk, voorbereiding van dossiers, etc. Parketjuristen verlenen deze ondersteuning aan parketmagistraten. Na 2 jaar ervaring en mits een aantal voorwaarden kunnen parketjuristen bepaalde bevoegdheden van parketmagistraten uitvoeren. Deze mensen geven belangrijke ondersteuning aan de magistraat. Referendarissen en parketjuristen nemen zoveel mogelijk voorbereidende taken uit handen van de magistraat zodat hij/zij zich kan focussen op de kerntaken en meer dossiers kan behandelen. Bovendien is gebleken dat het statuut van referendaris of parketjurist een ideale aanloop is om later door te stromen naar een job als magistraat. Criminologen worden voornamelijk ingezet ter ondersteuning van de behandeling van dossiers rond intrafamiliaal geweld en bij het uitrollen in gans het land van het lik-op-stuk beleid (naar Limburgs voorbeeld) om criminaliteit sneller op te sporen en te veroordelen.

Om de grote gerechtelijke achterstand binnen een aantal rechtscolleges weg te werken, wordt extra personeel voorzien. Vooral in Brussel (het Hof van Beroep en het Arbeidshof) zijn er grote achterstanden weg te werken. Hiervoor worden 15 extra krachten aangeworven. Bovendien worden de hoven en rechtbanken steeds meer geconfronteerd met uitzonderlijke en complexe zaken vanuit het federaal parket. Dit zet de normale capaciteit van de rechtbanken onder druk. Er worden 35 extra mensen voorzien hiervoor. De investering voor beide versterkingen bedraagt 3,3 miljoen euro. Het extra personeel dat nodig is om het proces van de aanslagen van 22 maart te voeren, wordt apart gefinancierd.

Er zullen ook gevolgen zijn voor andere sectoren. Bedrijven in moeilijkheden die voor de crisis gezond waren, moeten geholpen worden om het faillissement te vermijden. Daarvoor werd de wetgeving op de gerechtelijke reorganisatie reeds gewijzigd en worden de ondernemingsrechtbanken nu versterkt. Ook de arbeidsrechtbanken zullen meer mensen moeten bijstaan in onder meer gevallen van collectieve schuldenregeling, herstructureringen van ondernemingen of het beëindigen van contracten wegens overmacht. Ook hier moeten we voorbereid zijn om mensen snel en menselijk bij te staan. Daarom versterken we de arbeids- en ondernemingsrechtbanken met 16 rechters, 21 referendarissen, 16 griffiers en 32 assistenten. Bemiddeling kan in dit soort zaken vaak sneller tot een oplossing leiden die aanvaardbaar is voor elke partij. Daarom vullen we deze versterking aan met 8 magistraten en 8 griffiers die deze alternatieve vorm van geschillenbeslechting bij deze rechtbanken moeten organiseren.

Bij de entiteit Hof van Cassatie, het hoogste rechtscollege van België, kampt men al jaren met een tekort aan mankracht. Het tekort aan advocaten-generaal werd noodgedwongen opgelost met delegaties vanuit andere rechtsmachten. Nu komt er een permanente versterking. Het aantal referendarissen bij Cassatie wordt verhoogd. Daarnaast wordt de steundienst bij Cassatie versterkt. Deze versterking moet bijdragen om de doorlooptijden te verkorten, de vertalingen te versnellen en de entiteit Cassatie klaar te maken voor het verzelfstandigd beheer. Hiervoor wordt 0,93 miljoen euro uitgetrokken en 9 nieuwe mensen aangetrokken, waaronder 2 voor de positie van advocaat-generaal.

We willen de weg naar het verzelfstandigd beheer van rechtbanken en parketten verderzetten. Autonomie betekent dat de entiteiten zelf zullen instaan voor hun eigen beheer. Dit vergt structuur en ondersteuning van mensen die andere vaardigheden hebben dan ‘recht spreken’. In elke rechtbank, hof van beroep, parket is er momenteel al een directiecomité. In de toekomst zullen de directiecomités zelf verantwoordelijk zijn voor hun beleid, voor hun HR, voor het opmaken van beheersplannen waarin ze hun behoeften voorzien en doelstellingen plannen. Om deze nieuwe bevoegdheden uit te oefenen naast de andere taken worden eindelijk managers – beleidsondersteuners aangeworven. Er komt een manager voor elk directiecomité van de zetel (39 managers en 6 medewerkers voor de grootste entiteiten) en voor elk directiecomité van de parketten (25 managers).

Om de Colleges van Hoven en Rechtbanken en het Openbaar Ministerie te ondersteunen bij het finaliseren van de werklastmeting wordt bij beide een senior expert aangesteld om de metingen en het veranderingstraject te begeleiden.

We investeren meer in opleiding en continue vorming van magistraten en gerechtspersoneel. Onder meer rond seksueel geweld en cybercriminaliteit geven we extra opleidingen. Daarom versterken we het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding qua personeel (€390.000) en voorzien we meer werkingsmiddelen (1,2 miljoen euro).

Om van justitie een aantrekkelijke werkgever te maken, is er om te beginnen nood aan een goed en performant HR-beleid. We versterken daarom de stafdienst Personeel en Organisatie binnen Justitie met 20 mensen en investeren in management- en monitoringtools (0,9 miljoen euro). Bij het overheidsselectiebureau Selor voorzien we 7 extra mensen met de nodige expertise om de rekrutering van de meer dan 1.400 nieuwe mensen bij justitie in goede banen te leiden. Daarnaast wordt er ook 200.000 euro uitgetrokken voor een employer branding campagne die justitie mee in de markt moet zetten als aantrekkelijke werkgever.

De verwerking en betaling van facturen wordt geprofessionaliseerd en gedigitaliseerd. De stafdienst Begroting en Beheerscontrole van de FOD Justitie zal deze taken overnemen van de rechterlijke orde en het gevangeniswezen. Het gaat respectievelijk om 36.000 en 55.000 facturen per jaar. Om te zorgen voor een snel en performant budgetbeleid worden 11 extra mensen aangeworven bij deze dienst.

Het personeel van de structureel onderbemande ICT-dienst wordt tegen eind 2022 met 43 mensen uitgebreid tot 158 mensen. Goed voor een investering van 2 miljoen euro. Het Belgisch Staatsblad moet de overgang maken van een traditioneel publicatiemedium naar een gebruiksvriendelijk digitaal platform. Dit betekent zowel een omschakeling in de aanvoer van gegevens, in de verwerking ervan en in de uitvoer via officiële en niet-officiële media. Om deze overgang in goede banen te leiden zal ook deze dienst tegen eind 2022 versterkt worden met 8 extra mensen waaronder 3 ICT’ers.

Om justitie sneller, menselijker en straffer te maken, zitten heel wat wetgevende projecten in de pijplijn. Onder meer inzake de digitalisering van de rechterlijke macht, de hervorming van de juridische beroepen en de beheersautonomie van de rechterlijke macht.  De invoering van het klachtenrecht voor gedetineerden vraagt ook meer ondersteuning van juristen. Het Directoraat-generaal Wetgeving binnen de FOD staat in voor het uitwerken en opvolgen hiervan. Om dit goed te laten verlopen, voorzien we 8 extra mensen.

Ter ondersteuning van het Openbaar Ministerie wordt geïnvesteerd in het digitaal inningsplatform Crossborder. Er worden 45 extra mensen voorzien om de verwerkingscapaciteit inzake verkeers- en andere boetes significant op te trekken. Zo zullen ook de tolerantiemarges en quota’s voor verkeersboetes kunnen verdwijnen.

Ook bij het gevangeniswezen investeren we in meer personeel en meer opleiding. In totaal versterken 199 nieuwe mensen het gevangeniswezen. Investeringen in onder meer de psychosociale diensten en geïnterneerdenzorg komen verder aan bod. De dienst integrale veiligheid wordt versterkt met als doel de gedetineerden veroordeeld wegens terrorisme en feiten van radicalisme/extremisme beter op te volgen. Hiervoor voorzien we 22 lokale safety en security coördinatoren. Deze profielen zorgen voor een betere risicotaxatie en informatie-uitwisseling met de veiligheids- en inlichtingendiensten. Ze spelen een belangrijke rol in de nieuw op te richten penitentiaire Lokale Integrale Veiligheidscellen (LIVC’s). De eerste vier penitentiaire LIVC’s gaan dit jaar van start om in 2022 uit te breiden naar alle gevangenissen. Om de uitvoering van de masterplannen en het onderhoud van de bestaande gevangenissen te garanderen, wordt de dienst Infrastructuur versterkt. Daarnaast versterken we ook nog diverse ondersteunende diensten in functie van een modern beleid inzake detentie, digitalisering en budget.

We investeren ook in het huidige gevangenispersoneel. De job invulling van penitentiair bewakingsassistent legt momenteel een groot accent op veiligheid. Er is een toenemende verwachting om gedetineerden ook meer te begeleiden tijdens hun detentie om zo de integratie in de maatschappij te verbeteren en de kans op recidive te verminderen. Dit vraagt meer specialisatie van het personeel. Daarom zal in de toekomst een onderscheid gemaakt worden tussen functies gericht op veiligheidsopdrachten (veiligheidsassistent) enerzijds en functies gericht op begeleidingsopdrachten (detentiebegeleider) anderzijds. Voor beide functies zal een aangepast opleidingsprogramma uitgewerkt worden. Voor deze opleidingen die in het voorjaar van 2022 van start gaan, trekken we 700.000 euro uit. Al jaren zijn er structurele tekorten en leveringsproblemen op het vlak van uniformkledij voor het penitentiair bewakend personeel. We voorzien een eenmalige budgetverhoging in 2021 om nieuwe, moderne uniformen aan te schaffen en voorzien hiervoor 3 miljoen euro. Vanaf 2022 wordt het uniformbudget structureel verhoogd met 500.000 euro.

 

Digitale transformatie van justitie

Justitie heeft in ons land de trein van de digitalisering volledig gemist. Verschillende digitaliseringsprojecten in het verleden mislukten. Daar komt nu verandering in. In het kader van het Europese relancefonds (Recovery and Resilience Facility – RRF) wordt deze legislatuur 137 miljoen euro geïnvesteerd in de digitalisering van justitie, gespreid over de periode 2021-2026. Daarvan is 102 miljoen euro voorzien voor de digitalisering van de rechterlijke orde.  Daarnaast worden ook de ICT-budgetten opgetrokken met 30 miljoen euro tegen 2022 naar 70 miljoen.

We willen de digitalisering van onderuit begeleiden. Daarom worden 7 ICT-experts uit de verschillende entiteiten en diensten samengebracht in een digitale cockpit om dit in goede banen te leiden: de Digital Transformation Office. Zij kennen de noden van hun organisatie en staan stevig met de voeten in het terrein. Er worden ook extra ICT-medewerkers aangetrokken om zo de onderbemande ICT-dienst van Justitie uit te breiden van 115 medewerkers naar 158 mensen. Voor deze personeelsinjectie wordt 2 miljoen euro voorzien.

Met deze equipe zullen we de 5 stappen van het digitaal transformatieplan uitvoeren.

De eerste stap is om te zorgen voor modern materiaal als basis van een gebruikersgestuurde aanpak. Met de eerste levering van nieuwe laptops in april is deze operatie al volop gestart. Tegen eind volgend jaar moeten er 18.000 laptops geleverd zijn. Er wordt ook voorzien in andere toebehoren zoals tweede schermen en desktops waar nodig. Om ervoor te zorgen dat de medewerkers nooit met materiaal moeten werken dat ouder is dan 5 jaar, wordt het budget hiervoor opgetrokken naar 10,5 miljoen euro. Om videozittingen mogelijk te maken, wordt jaarlijks 1 miljoen euro geïnvesteerd in het nodige materiaal om zittingszalen uit te rusten.

Er wordt 10 miljoen euro voorzien om te investeren in reguliere software. Met name het Office 365-pakket waarbij alle mensen binnen justitie zullen beschikken over een digitale collaboratieve werkomgeving. Tegelijk wordt ook de achterliggende backoffice vernieuwd in lijn met dit pakket.

De tweede stap is om te zorgen voor een digitaal dossier. Vanuit het RRF-fonds wordt hiervoor in de periode 2021-2022 10,5 miljoen euro voorzien. Voor het invoeren van een voor de rechterlijke orde op maat gemaakte viewer-module voor het digitaal dossier werd 2,45 miljoen euro regulier budget voorzien.

Met de derde stap linken we alle bestaande databanken met het digitaal dossier en digitaliseren we deze waar nodig. Hiervoor zijn tot eind 2022 21,6 miljoen euro aan RRF-middelen uitgetrokken. Daarnaast worden er in dezelfde periode ook reguliere middelen vrijgemaakt voor deze stap. Zo wordt 2 miljoen euro voorzien voor het opbouwen van een digitale databank met alle vonnissen en arresten voor alle hoven en rechtbanken. En voor de verdere digitalisering en het toegankelijker maken van het centraal strafregister is 1 miljoen euro uitgetrokken.

De vierde stap zal zijn om met Just-on-Web één digitale toegangspoort te creëren tot de vernieuwde digitale justitie. Een uniek platform waarop burgers, advocaten, ondernemingen gerechtsdeskundigen en anderen terecht kunnen voor alle diensten en vragen binnen justitie. In 2022 is hiervoor al 1,6 miljoen euro voorzien. De verdere uitwerking van deze stap zal vooral met middelen van de periode 2023-2024 gefinancierd worden.

Voor de vijfde stap moeten er geen middelen vrijgemaakt worden. Integendeel. De investeringen in de voorgaande stappen moeten het vliegwiel van de terugverdieneffecten op gang brengen. Zo kan een digitale transformatie al een besparing van 10 miljoen euro per jaar op portkosten van papieren briefwisseling opleveren. De digitalisering zal ook een efficiëntere inning van boetes mogelijk maken. En de koppeling aan de systemen van de fiscale administratie zal voor betere opsporing van criminele gelden en een performantere strafuitvoering zorgen.

Ook in de gevangenissen wordt volop ingezet op digitalisering. Er wordt 6 miljoen euro voorzien voor een nieuw en performanter digitaal platform. Dit moet een dossierbeheersysteem worden dat informatie bijhoudt van opsluiting tot vrijlating en multidisciplinair werken met de verschillende betrokken diensten toelaat in het kader van een zinvolle detentie. Daarnaast zal er ook een digitaal platform uitgebouwd worden waarmee gevangenen o.a. de mogelijkheid krijgen om vanuit hun cel opleidingen te volgen om hen zo voor te bereiden op een betere re-integratie. Hiervoor zijn tot eind 2022 7 miljoen aan RRF-middelen uitgetrokken.

 

Nieuwe en moderne gebouwen

De investeringen in moderne gerechtsgebouwen en gevangenissen gebeurt door de Regie der Gebouwen. In overleg met deze dienst, de bevoegde staatssecretaris Michel en de colleges, werken we een nieuw masterplan gerechtsgebouwen uit tegen de budgetopmaak 2022. Onder meer de renovatie van het Brusselse Justitiepaleis zal hierin een belangrijk element zijn.

Het bestaande masterplan gevangenissen wordt verdergezet. De bouw van de gevangenissen van Haren en Dendermonde is volop aan de gang en de gedetineerden zullen in het najaar 2022/begin 2023 naar deze nieuwe gevangenissen overgebracht worden. De DBFM-procedure voor de nieuwe gevangenis van Antwerpen die de oude gevangenis van Antwerpen in de Begijnenstraat zal vervangen is volop aan de gang en de eerste steen zal nog deze legislatuur gelegd worden. Ook de procedures voor de gevangenissen van Vresse en Leopoldsburg zijn opgestart. Daarnaast zetten we in op diversificatie van de gevangeniscapaciteit met transitiehuizen en detentiehuizen.Er worden ook 3 nieuwe Forensische Psychiatrische Centra voorbereid in Aalst, Waver en Paifve.

Het onderhoud van deze gebouwen is wel voor rekening van justitie. Ook op dit vlak kent de rechterlijke orde en het gevangeniswezen al decennialang een structurele onderfinanciering. Het onderhoud van de gebouwen en de veiligheidsinstallaties kon de voorbije jaren slechts gedeeltelijk opgenomen worden. Er was onvoldoende geld voorzien om alle energiefacturen en onderhoudscontracten te betalen. Daarom wordt jaarlijks 6 miljoen euro extra uitgetrokken om het onderhoud en de beveiliging van de gerechtsgebouwen terug op niveau te brengen. Voor de gevangenissen wordt 8 miljoen euro voorzien.

 

Menselijke justitie

Justitie toegankelijk maken voor iedereen

Om ervoor te zorgen dat iedereen gelijke toegang heeft tot justitie werd bij wet vastgelegd dat de inkomensgrenzen om beroep te kunnen doen op juridische tweedelijnsbijstand (de zogenaamde pro deoregeling) de volgende drie jaar gradueel zullen verhogen. Zo zullen kwetsbaardere mensen beter hun rechten kunnen laten gelden. De inkomensgrenzen werden in september vorig jaar al met 200 euro opgetrokken. De komende 3 jaar komt hier telkens 100 euro per jaar bij. Uit projecties van het Rekenhof blijkt dat de groep van mensen die in aanmerking komen voor gehele of gedeeltelijke tegemoetkoming stijgt van 1,52 miljoen mensen naar 3,5 miljoen mensen. Om dit de financieren, wordt hiervoor jaarlijks extra budget voorzien. In 2024 zal dit 209 miljoen euro bedragen.

We hebben ook aandacht voor de digitale kloof en houden rekening met degenen die geen toegang hebben tot de digitale wereld. Voor hen voorzien we kiosk-pc’s in de gerechtsgebouwen en begeleiding door de griffiemedewerkers zodat het voor iedereen mogelijk wordt het digitale dossier in te kijken. Zo zijn er nu al kiosk-pc’s voorzien bij alle vredegerechten in het kader van de uitrol van het centraal register voor beschermde personen dat sinds 1 juni 2021 actief is. Deze kost wordt meegenomen in de 10,5 miljoen euro die voorzien is voor hardware voor de medewerkers.

Voor de Duitstalige landgenoten zal de website van de FOD Justitie vertaald worden in de derde landstaal. Hiervoor wordt 228.000 euro voorzien.

 

Het slachtoffer centraal

Om slachtoffers van seksueel geweld beter op te vangen, werd al beslist om het aantal Zorgcentra Seksueel Geweld uit te breiden van 3 naar 10 centra de komende jaren. De komende 12 maanden komen er 4 zorgcentra bij: in Antwerpen, Charleroi, Leuven en Roeselare. Daarna volgen er nog 3 in de rest van het land. Zo zal er in elke provincie een zorgcentrum zijn.  Deze investering gebeurt door het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.

Daarnaast werd vorig jaar al 5,7 miljoen euro geïnvesteerd in onder meer het mogelijk maken van een digitaal dossier bij zaken van seksueel geweld en intrafamiliaal geweld. Dit moet slachtoffers van deze feiten de mogelijkheid bieden om het dossier digitaal op te volgen in de vertrouwde thuisomgeving. Dit zal eind dit jaar gerealiseerd worden.

Voor de financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden bestaat een commissie die hen bijstaat. Momenteel telt deze zeven kamers. 3 Nederlandstalige, 3 Franstalige en één tweetalige terrorismekamer. Reeds enkele jaren bestaat er een grote structurele achterstand bij de Nederlandstalige kamers van de commissie. Dit leidde tot een onaanvaardbare gemiddelde doorlooptijd van zo’n 28 maanden met 800 dossiers in achterstand. Daarom wordt geïnvesteerd in een extra Nederlandstalige kamer, extra personeel en ICT-materiaal om deze achterstand weg te werken.

Ook voor de slachtoffers van terreuraanslagen voorzien we, in samenwerking met slachtoffervereniging V-Europe, slachtoffercoaches die hen bijstaan en begeleiden. De coaches, bij voorkeur ervaringsdeskundigen, zoekende slachtoffers op en staan ze bij, administratief maar vooral ook psychologisch en menselijk. Ze worden hierin ondersteund door een backoffice, die het relais is naar de officiële aanspreekpunten van de overheid. Hiermee introduceren we een andere manier van omgang met de slachtoffers, namelijk vanuit de beleving van het slachtoffer zelf via een één op één relatie met ervaringsdeskundigen.

 

Zinvolle detentie om recidive te voorkomen

Detentie moet zinvol zijn, zodat de re-integratie van de gedetineerde vlot verloopt en recidive vermeden wordt. Om het recidiverisico te bepalen en de risicofactoren te identificeren is een meer performante risicotaxatie noodzakelijk. Dit gebeurt door de psychosociale diensten (PSD). Onder de vorige minister van Justitie werden middelen vrijgemaakt om 22 extra PSD-medewerkers aan te werven. Deze aanwervingen zijn lopende. De psychosociale dienst maakt detentieplannen zodat de gedetineerde vanaf dag 1 voorbereid wordt op de reclassering. Dat zijn plannen op maat die onder meer zorgen voor drugsbegeleiding, seksuele begeleiding, afbetaling van het slachtoffer, tewerkstelling, etc. Op heden wordt hier pas werk van gemaakt op het ogenblik dat de gedetineerde in aanmerking komt voor een voorwaardelijke invrijheidstelling.

Om een goede centrale aansturing en ondersteuning te kunnen bieden aan de lokale gevangenissen wordt nu ook het centrale team van de psychosociale dienst versterkt. Zij staan in voor het uitwerken van een methodologisch kader (bv. rond testmateriaal voor risico-taxatie) en uniforme richtlijnen voor de psychosociale diensten in de gevangenissen en organiseren supervisiemomenten voor de lokale equipes. Momenteel bestaat de centrale dienst uit 1 psycholoog en 1 maatschappelijk werker. Dit breiden we uit met 4 experten in de psychologie en 4 maatschappelijke werkers.

Verder wordt ook geïnvesteerd in agressiebeheersing in de gevangenis. Succesvolle programma’s die bestaan in onder meer de gevangenissen van Oudenaarde en Leuze worden uitgebreid naar andere gevangenissen. Daarvoor zal 960.000 euro worden uitgetrokken. Een investering die gedetineerden helpt om op het rechte pad te blijven, maar ook voor een veiligere werkomgeving voor het gevangenispersoneel zorgt.

De opwaardering van de gezondheidszorg voor geïnterneerden en gedetineerden is een andere uitdaging van het beleid. Algemeen wordt de structurele onderfinanciering van de werkingsmiddelen voor artsen weggewerkt met een investering van 6,7 miljoen euro. Zo kunnen psychiaters meer ingezet worden in de gevangenissen en kunnen de honoraria van zelfstandige zorgverleners eindelijk geïndexeerd worden (dit gebeurde niet meer sinds 2012). Bovendien worden er RX-toestellen aangekocht voor 9 gevangenissen met een eenmalige investering van 1 miljoen euro. Deze zijn onder meer belangrijk in de controle op tuberculose in de gevangenissen.

Voor de geïnterneerden investeren we in een significante uitbreiding van de zorgequipes in Merksplas en Paifve. Dit is noodzakelijk omdat elke geïnterneerde recht heeft op zorg, ook als hij/zij tijdelijk in de gevangenis moet verblijven. Ons land werd al herhaaldelijk veroordeeld omwille van een ontoereikende zorgverlening aan geïnterneerden in de gevangenissen. Vorige legislatuur is er in samenwerking met het kabinet Volksgezondheid veel geïnvesteerd in het uitbreiden van forensische plaatsen in psychiatrische instellingen. Nu gaan we ook het zorgaanbod in de gevangenissen uitbreiden en versterken we de zorgequipes van de afdeling bescherming maatschappij te Merksplas met 13 mensen (van 34 naar 47 VTE’s) en de inrichting bescherming maatschappij te Paifve met 38 mensen (van 30 naar 68 VTE’s). Op die manier kunnen er aan deze geïnterneerden volwaardige zorgprogramma’s worden aangeboden. Hiervoor wordt 2.2 miljoen euro begroot.

Tot slot voorzien we 191.000 euro voor 13 bufferbedden in de Forensische Psychiatrische Centra van Gent en Antwerpen. Deze voorzien we voor geïnterneerden die vrij zijn op proef en hervallen waardoor ze een gevaar vormen voor de maatschappij. Op die manier zorgen we ervoor dat geïnterneerden die vrij zijn op proef en hervallen waardoor ze een gevaar zijn voor de maatschappij onmiddellijk de nodige zorg in een beveiligde omgeving krijgen en niet teruggestuurd moeten worden naar de gevangenis.

 

Straffe justitie

Meer straffen uitvoeren

Tot op heden worden de zeer korte straffen tot 6 maanden niet uitgevoerd. Straffen tussen 6 maanden en 3 jaar worden bijna steeds automatisch omgezet naar elektronisch toezicht. Vanaf 1 december 2021 zullen alle straffen onder de drie jaar worden uitgevoerd en zal het een strafuitvoeringsrechter zijn die, net zoals bij straffen boven de drie jaar, individuele beslissingen zal nemen over de meest verregaande uitvoeringsmodaliteiten van de gevangenisstraffen zijnde beperkte deten[limit]

Zoek nieuwsberichten
Meest recente berichten

Gemaakt door Code Nation via NationBuilder