Vorige week publiceerde de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) een rapport waarin ze spreken over het aanvatten maar toch nog ontbreken van een échte cultuur van beleidsevaluatie op het Vlaamse niveau. Willem-Frederik Schiltz, fractieleider in het Vlaams Parlement, onderschrijft dit: “Er is meer nodig. Ik pleit voor een jaarlijkse evaluatiedag in het parlement. Zo tonen we meer verantwoording tegenover de burger.”
De Vlaamse Brede Heroverweging deed deze legislatuur haar intrede. Ze resulteerde meteen in een aantal aanpassingen in de begrotingsopmaak van 2022. De uitdoving van de meeneembaarheid bij de verlaging van het verkooprecht is hier een voorbeeld van. Het werd namelijk duidelijk dat deze maatregel weinig effect had en best zou worden bijgesteld. Vervolgens zijn er op acht beleidsdomeinen ‘spending reviews’ of uitgavendoorlichtingen opgezet. Deze moeten ons tegen het einde van deze legislatuur een helderder beeld geven over het beleid: is het efficiënt en effectief genoeg?
De SERV benadrukt in haar rapport twee elementen. Enerzijds vinden ze dat een meerjarige, structurele beleidsevaluatie opgezet moet worden. “Vandaag wordt een beleidsmaatregel die ‘halfhalf’ of slecht is, vaker niet dan wel afgeschaft. Integendeel, er wordt vaak een koterij naast gezet. Dat moet anders”, verduidelijkt Willem-Frederik Schiltz. Anderzijds pleit de SERV ervoor om werk te maken van meer en kwalitatieve data om die analyses en evaluaties mogelijk te maken. Vandaag zijn er namelijk te weinig data om dit grondig te doen.
De liberaal fractieleider in het Vlaams Parlement wil hier nog veel verder in gaan: “Een aantal buurlanden organiseert een jaarlijkse beleidsevaluatiedag. Ik stel voor om die best practice ook bij ons in te voeren. Het stelt het parlement in staat om op basis van data en wetenschappelijke analyses de effectiviteit van het lopende beleid te analyseren en evalueren. Dat is volgens mij iets waar het parlement niet alleen toe verplicht is, maar wat ook de regering kan sterken in het uitvoeren van haar taken. Zo maken we politiek opnieuw een pak slagkrachtiger en geloofwaardiger.”
Tot slot benadrukt Schiltz de rol van het parlement. “Een goede samenwerking tussen het parlement en de regering is belangrijk. Daarnaast moet het parlement kritisch kunnen zijn waar nodig. Want wat baat een beleidsevaluatie als die er niet toe kan leiden dat het beleid beter wordt?”