Deze week werd het rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) over ons hoger onderwijs gepubliceerd. Het omvat bijna 200 pagina's aan doorlichting en aanbevelingen om het universitair en hogeschoolonderwijs in Vlaanderen, dat heel goed staat aangeschreven, op niveau te houden. Gwendolyn Rutten, Vlaams Parlementslid voor Open Vld, maakt zich zorgen over één aanbeveling in het bijzonder. 'De OESO zegt dat de Nederlandse taalregelgeving ons hoger onderwijs onaantrekkelijk en ontoegankelijk maakt voor internationale onderzoekers. Wel, dan hebben we een probleem en moeten we aan de slag', aldus Rutten.
Het OESO-rapport over het hoger onderwijs in Vlaanderen werd door de Vlaamse Regering zelf besteld. De hoofdmoot van de aanbevelingen in dit rapport gaat over de financiering. Die moeten we herbekijken. Vlaams Parlementslid Gwendolyn Rutten hoopt alvast om hier in de commissie Onderwijs mee aan de slag te kunnen. De financiering van ons hoger onderwijs wordt namelijk een heel belangrijk debat waarvoor we de tijd moeten nemen. Ook aspecten die over de student gaan, zijn essentieel. Heel specifiek vallen in dit rapport twee dingen op waar Open Vld nu al op wil wijzen: te weinig vrouwen in de academische wereld en een te strikte taalregelgeving.
De aanbeveling over onze taalregelgeving ligt Gwendolyn Rutten nauw aan het hart. 'Ik ben een trots product van hoger onderwijs in het Nederlands. Ik vind dat een strijd die in het verleden terecht is geleverd en die we ook niet uit handen mogen geven', zegt Rutten. 'Maar de OESO, toch niet de eerste de beste instelling, komt ons nu zeggen dat we de toegang voor internationale knappe koppen in het hoger onderwijs onaantrekkelijk en soms zelfs onmogelijk aan het maken zijn. Wel, dan zijn we niet goed bezig en moeten we de openheid van geest hebben om na te gaan hoe dat iets flexibeler kan.'
Het liberale parlementslid vraagt Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts om het belang goed voor ogen te houden: 'Dit gaat over hoger onderwijs, universiteiten, onderzoekers, professoren, mensen die met de rest van de wereld in connectie staan. Wij zouden degenen moeten zijn die die breinen aantrekken.'
Minister Weyts ging in de plenaire vergadering niet in op de uitgestoken hand van parlementslid Rutten om met dit rapport aan de slag te gaan. Rutten reageert teleurgesteld: 'Deze doorlichting is er gekomen op vraag van de Vlaamse Regering. Nu het er is en de OESO een tik op de vingers uitdeelt, wil de minister niet met een open vizier naar oplossingen zoeken. Waarom bestel je dat rapport dan eigenlijk? Ik weet één ding: we hebben de problemen zien aankomen in het basis- en secundair onderwijs en er is te laat ingegrepen. We zitten allemaal in met de daling van onze onderwijskwaliteit. Wel, hier kunnen we op tijd ingrijpen. Mijn vraag is om dat dan ook te doen.'