Sla navigatie over

Het kostenplaatje van de wolf

2021 was niet alleen het tweede coronajaar. Ook over de wolf was er de voorbije twaalf maanden weer veel te doen. Het aantal schadegevallen nam toe en er werd steeds meer in de richting van de landbouwer gewezen om de nodige maatregelen te nemen. Maar welk kostenplaatje hangt eraan vast? Vlaams Parlementslid Steven Coenegrachts vroeg de cijfers op.

In 2021 werden maar liefst 77 schadegevallen gemeld waarbij indieners de wolf als veroorzaker zagen. Dat waren er in 2020 nog 65. Slechts in 54 van de 77 gevallen kon de schade na onderzoek effectief aan hen worden toegeschreven. Negen gevallen zijn nog in onderzoek. Limburg spande de kroon met 45 meldingen. De provincie Antwerpen telde maar negen meldingen. Het aantal aanvragen voor een effectieve schadevergoeding schetst een gelijkaardig beeld. In Antwerpen vroegen acht slachtoffers een schadevergoeding aan terwijl dit in Limburg opliep tot dertig.

Vorig jaar werd er volgens de meest recente cijfers in totaal 32.514 euro aan schadevergoedingen uitbetaald. In 2018, 2019 en 2020 was dat nog respectievelijk 2.990, 10.507 en 22.574 euro. Om de schade zoveel mogelijk te beperken worden veehouders aangemoedigd om de nodige maatregelen te nemen. Een van de initiatieven die bevoegd minister Demir nam is wolfwerende omheiningen voor niet-professionele veehouders subsidiëren. De kosten hiervan bedroegen afgelopen jaar in totaal 64.753 euro voor 58 dossiers. Daarvan werd 98 procent, ofwel 63.718 euro voor 57 dossiers, uitbetaald voor omheiningen op Limburgse weiden. Oudsbergen, As en Peer spannen hierbij de kroon. De subsidie bestaat ook voor professionele veehouders, alleen moeten zij aankloppen bij minister van Landbouw Hilde Crevits.

Verder hadden ook het voorafgaand onderzoek, de plaatsbezoeken en de informatiecampagnes vorig jaar hun prijskaartje. Voor het wetenschappelijk onderzoek (wolvenuitwerpselen analyseren en autopsies uitvoeren op aangereden welpen), de monitoring en het logboek met waarnemingen bijhouden werden de personeelskosten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) geraamd op 2,25 voltijdse ambtenaren. De kosten van de DNA-analyses (ook wanneer de schade uiteindelijk niet aan de wolf werd toegeschreven) bedroegen 52.936 euro en de verplaatsingskosten waren goed voor 5.060 euro.

Daarnaast werden er ook wildcamera’s aangekocht en gebruikt. Die kosten werden geraamd op 35.850 euro. Voor de vernieuwde website, verschillende folders en de reeds bestaande initiatieven zoals een wolvenexpo werd in totaal 20.937 euro gespendeerd.  

“Als we alles optellen, kostte het samenleven met de wolf ons afgelopen jaar 212.050 euro. Tegenover 2020, toen we afklopten op een kostenplaatje van 152.207 euro, zien we dus een toename met 39 procent. Terecht steken we veel geld in preventie door wolfwerende afrasteringen te subsidiëren. We moeten de wolf aanleren op wild te jagen en weghouden van onze schapen, runderen, pony’s, enzovoorts. Op dit moment is er trouwens geen andere oplossing dan wolfwerende omheiningen aangezien de Europese bescherming van de wolf vrij absoluut is. Binnen Europa werd recent wel nog gedebatteerd over een herziening van de beschermingsstatus van de wolf. Indien dat zou gebeuren, kunnen ook andere pistes, zoals wolvengebied omheinen, onderzocht worden op hun economische en ecologische haalbaarheid”, besluit parlementslid Steven Coenegrachts.

Zoek nieuwsberichten
Meest recente berichten

Gemaakt door Code Nation via NationBuilder