Naar aanleiding van de recente discussie rond Unia stelt Vlaams volksvertegenwoordiger Ann Brusseel voor om de werking van het centrum academisch te laten onderzoeken. “Het debat is teveel gepolariseerd,” zegt Brusseel. “We moeten perceptie kunnen scheiden van wetenschappelijke informatie.”
Recent werd de werking van Unia in de media vraag gesteld naar aanleiding van enkele uitspraken van staatssecretaris Zuhal Demir en Vlaams minister Liesbeth Homans, beiden N-VA en bevoegd voor Gelijke Kansen. Unia komt volgens hen te vaak in het nieuws met haar rol in rechtszaken waarin werknemers hun werkgever aanklagen omwille van discriminatie om religieuze redenen. Dit zorgt dan vervolgens voor een debat dat zich voornamelijk in de media afspeelt.
Als gelijke kansencentrum wordt Unia verondersteld een sensibiliserende en bemiddelende functie te hebben. Uit de recente berichtgeving bleek echter dat hun werking, zoals ze gepercipieerd wordt, tot polarisering leidt. De afgelopen weken werden zowel de werking van Unia als de interfederale structuur in vraag gesteld. Zelfs het bestaan van Unia is voor sommigen stof tot discussie.
Twee rollen
“Unia heeft meerdere taken. Ze sensibiliseren, bemiddelen en gaan in latere stadia over tot klachtenbehandeling. Helaas is dat evenwicht vandaag ver te zoeken,” stelt Ann Brusseel. “Het centrum vervult vandaag twee rollen: die van moreel kompas en strenge politieagent. Zijn beide wel verzoenbaar?”
Volgens Brusseel is het belangrijk om de politieke discussie rond de toekomst van Unia op feiten te baseren: “De opzet van een organisatie als Unia is noodzakelijk. Een organisatie die assistentie biedt en oplossingen mogelijk maakt voor wie slachtoffer is van racisme en discriminatie broodnodig.”
Wetenschappelijke doorlichting moet zorgen voor sereen debat
Om de discussie los te koppelen van emoties stelt Brusseel voor om de werking van Unia door een panel van academici te laten onderzoeken en zo nodig bij te sturen. “Door alles objectief in beschouwing te nemen met een inbreng van Belgische en internationale experts kiezen we voor een sereen debat waarin we de fundamentele vragen en oplossingen bespreken,” aldus Brusseel. “Het biedt ons de mogelijkheid om perceptie te scheiden van wetenschappelijke informatie en de toekomst van ons gelijke kansenbeleid naar een nieuw niveau te tillen.”