
Op de jaarlijkse hoogmis van de infectieziekten, het European Congress of Clinical Microbiology & Infectious Diseases (ECCMID), pleit Maggie voor betrokkenheid tussen de beleidsmakers en het AMR onderzoek alsook de samenwerking tussen verschillende sectoren in de strijd tegen microbiële resistentie. De Block is gastspreker in het high-level AMR panelgesprek van de WHO en ESCMID, voorgezeten door Haile Gethahun, directeur van het VN coördinatie-agentschap voor antimicrobiële resistentie.
Het gebied van de antimicrobiële resistentie (AMR) zoekt naar antwoorden in het proces waarbij geneesmiddelen niet meer tegen ziekmakende micro-organismen werkzaam zijn. Te veel en foutief gebruik van antibiotica maakt dat probleem steeds groter. Om hierop een antwoord op maat te bieden, is nauwe samenwerking tussen het onderzoek naar AMR en de beleidsmakers cruciaal, aldus Maggie De Block. Zij beschrijft daarbij het proces om in ons land tot een nationaal actieplan tegen AMR te komen en de verschillende initiatieven van de Europese Commissie om het AMR onderzoek te stimuleren.
In haar toelichting verwees Maggie De Block onder meer naar het proces om te komen tot een evidence based nationaal actieplan. “Dat veronderstelt de nauwe betrokkenheid tussen wetenschap en het beleid. De beleidsdialoog die we organiseerden met de verschillende stakeholders en de visitaties op het terrein met de European Center for Disease Controle (ECDC), dragen bij tot het verruimen van het draagvlak voor deze problematiek. Het biedt de kans aan wetenschappers om aan te geven wat nodig is op vlak van onderzoek en welk regelgevend kader dat kan stimuleren,” zo weet De Block.
De Europese commissie lanceerde in juni 2017 al haar One health action plan against AMR. Dat plan bevat een ruim kader dat inzet op AMR-onderzoek. De Commissie bouwt hierop verder in haar recentste initiatieven: het programma EU4Health en het financieel instrument Horizon Europe, dat bijkomende middelen voor de strijd tegen AMR voorziet.
Om tot een succesverhaal te komen in de strijd tegen resistentie en het correct gebruik van antimicrobiële middelen, is samenwerking onontbeerlijk. “Deze samenwerking gaat idealiter over de grenzen van verschillende sectoren heen” geeft De Block aan. “Out-of-the-box samenwerking tussen sectoren zullen leiden tot creatieve oplossingen in de strijd tegen AMR.” In haar tussenkomst zette De Block een aantal innovatieve voorbeelden, uiteen.
Een eerste voorbeeld is de noodzakelijke samenwerking tussen programma’s voor (multi)resistentie in vergeten tropische ziekten (VTZ) en de initiatieven rond klimaatverandering. VTZ zijn ziekten van parasitaire, virale en bacteriële aard die zich voornamelijk voordoen in Asia, Afrika en (Zuid)-Amerika. De WHO onderscheidt een twintigtal resistente, vergeten tropische ziekten. Bovendien, ten gevolge van de ondermaatse aandacht voor deze ziekten, is er over de mechanismen van hun resistentie weinig geweten. De toegenomen globalisering en de klimaatverandering verspreiden deze ziekten gemakkelijker. Samenwerking tussen de sectoren van de microbiologische wetenschap en het klimaatonderzoek is cruciaal om resistentie in vergeten ziekten te begrijpen en tijdig te kunnen reageren als zij een aanleiding tot een pandemie zijn.
Een tweede voorbeeld van samenwerking tussen sectoren dat Maggie De Block schetste, speelt zich af op een meer lokaal niveau. Zij vertrekt vanuit de vaststelling dat ondanks de Europese voorschriftplicht, nog steeds 4% van de burgers aangeeft antibiotica vrij te kunnen verkrijgen. Bovendien bevatten heel wat vrij verkrijgbare middelen, vaak ook antibiotische bestanddelen zoals oogdruppels, zalven, ontsmettende producten, etc. Een laatste element ligt in het hergebruik van antibioticaoverschotjes of het foutief wegwerpen. Mensen gaan een overschot van de vorige antibioticakuur gebruiken als ze zich niet goed voelen. Een andere piste is dat het overschotje niet correct in de afvalcyclus landt en zo bijdraagt aan de resistentie. “Om deze lokale problematiek aan te pakken, is samenwerking nodig tussen de apothekers, artsen, lokale overheden en de afvalverwerkers. Zij kunnen campagnes opzetten om het vrij afleveren van antibiotica verder te reduceren en het afval van overschotten op de correcte manier te verwerken”, stelt Maggie De Block voor.
“Samenwerking tussen verschillende sectoren in de strijd tegen AMR is een kritische succesfactor,” concludeert Maggie De Block. “Samenwerking maakt deel uit van een omvattende strategie tegen resistentie en het correct gebruik van antimicrobiële middelen. AMR-plannen moeten out-of-the-box samenwerking tussen verschillende sectoren aanmoedigen!”