
De Economische Inspectie ontvangt jaarlijks slechts een beperkt aantal meldingen inzake de sperperiode. Van 2018 tot op heden werden er amper 24 meldingen ingediend. Bij 4 van deze meldingen werden effectieve inbreuken vastgesteld. De overige 20 meldingen hebben geen inbreuken aan het licht gebracht. Dat blijkt uit en schriftelijke vraag van Kathleen Verhelst (Open Vld) aan Staatssecretaris van Consumentenzaken De Bleeker. “Het is van groot belang dat de solden op een eerlijke manier plaatsvinden. Het blijkt uit de cijfers dat de handelaars zich goed aan deze regels houden”, stelt Verhelst.
De Economische Inspectie houdt nauw toezicht op de naleving van de wetgeving inzake misleidende handelsprakten tijdens zowel de sperperiode als de soldenperiode. Dat doet ze door een prioritaire monitijkoring van de meldingen, maar ook door het instellen van proactieve onderzoeken tijdens de soldenperiode, waarbij gerichte onderzoeken worden uitgevoerd naar de realiteit van de soldenprijzen en wordt nagegaan of hierbij geen misleidende handelspraktijken worden toegepast. Een inbreuk op de sperperiode kan gesanctioneerd worden met een geldboete van minimum 208 euro en maximaal 80.000 euro. “Met slechts vier inbreuken kunnen we stellen dat we in ons land met een gerust hart kunnen genieten van de soldenperiode en dat de handelaars hun verantwoordelijkheid nemen”, besluit Verhelst.