‘Laat deze crisis het begin zijn van de kentering’, schrijven Gwendolyn Rutten en Jean-Jacques De Gucht in hun open brief aan de minister van Onderwijs. Ze roepen Ben Weyts op om op twee sporen tegelijk te werken.
Open brief aan de minister van Onderwijs.
De trots van Vlaanderen, ons onderwijs, is ziek. Doodziek. Alle goede bedoelingen ten spijt, staan we erbij en we kijken ernaar. De fel geprezen kwaliteit boert zienderogen achteruit. Vlaamse klassen zitten overvol. Van kleuterklas tot secundair zijn er plaatsen tekort. Gebouwen zijn vaak oud en niet klimaat-robuust. De luchtkwaliteit laat te wensen over, het materiaal hoort eerder thuis in een museum dan op school en leerlingen krijgen soms les in lokalen waar u en uw collega-ministers het zelf geen halve dag zouden volhouden. Tot overmaat van ramp staat tegenwoordig soms wekenlang helemaal niemand voor de klas om les te geven. Bovenop een kwaliteitsprobleem, een capaciteitsprobleem en een infrastructuurprobleem, ligt vandaag de aangekondigde kroniek van het lerarentekort op de tafel.
Vindt u dat we overdrijven? Misschien. Er zijn gelukkig ook moderne, sterke scholen waar kinderen en jongeren een stevige basis leggen voor hun toekomst. En er zijn gelukkig nog tal van leerkrachten die zichzelf elke dag opnieuw overstijgen om jongeren iets bij te leren, om ze op weg te zetten in het leven. Hen valt niks te verwijten, ze verdienen ons respect.
Voor alle duidelijkheid: we willen ook niet vervallen in partijpolitiek gedoe. Uiteraard hebt u geen toverstaf. U kan geen mirakels verrichten. U beseft hopelijk wel degelijk dat het 5 voor 12 is en dat we allemaal samen iets moeten doen. Beschouw deze brief dan ook als deel van de oplossing. Te lang zijn de problemen onder de mat geveegd. Te lang zijn de schouders opgehaald. Te lang hebben we gedacht dat het probleem zou verdwijnen als we de ogen zouden sluiten.
Zo kan het niet langer. In plaats van het zoveelste debat, is actie nodig. Geen blabla, maar boemboem. Laat deze crisis het begin zijn van de kentering.
De kentering begint met het besef dat we NU moeten handelen. De leerachterstand die leerlingen vandaag oplopen, krijgen ze waarschijnlijk nooit meer ingehaald. Er is dus geen tijd te verliezen. Daarom vragen wij u om op twee sporen te werken, tegelijk. Het ene spoor begint vandaag. Denk buiten de strakke onderwijslijntjes en zorg ervoor dat we geen dag tijd meer verliezen. Het andere spoor werkt op de lange termijn en pakt de problemen ten gronde aan.
First things first: alles is beter dan de uitzichtloze lethargie van studie in eetzalen of het schrappen van lessen. Hebben we dan niets geleerd van de corona-crisis? Zorg dat leerlingen minstens online les kunnen volgen, contacteer digitale spelers voor een kwalitatief digitaal lessenpakket. Ook al is het niet ideaal, het is beter dan... niks. Nodig gastsprekers uit die niet de bedoeling hebben om voltijds les te geven, en die ook niet noodzakelijk zij-instromer willen zijn. Laat hen inspireren en motiveren. Elke vonk kan leiden tot een hevig vuur. Pik de goeie praktijken uit de coronacrisis op als het aankomt op zelfstudie. Uiteraard is dit niet voor iedereen een oplossing, maar is niks doen beter? Zet klassen samen, maak de groepen groter. Laat leerlingen uit de laatste graad kennismaken met lesgeven in aula’s. Haal leerkrachten terug uit pensioen, beloon ze voor hun inspanningen- stel ze fiscaal vrij zodat ze niet gestraft worden voor hun engagement.
En tot slot, meneer de minister: slik uw trots in. Haal de syndicale vrijstelling van tafel. Alleen al door die maatregel verdwijnen tot 300 leerkrachten uit de klas. We begrijpen dat u het gegeven woord belangrijk vindt, maar stel de invoering van deze maatregel minstens uit tot het ergste leed geleden is. Vakbonden die het echt goed voorhebben met onderwijs, zullen u daarin volgen. Waarschijnlijk zijn onze voorstellen onvolledig. Als we met open geest kunnen discussiëren, vinden we vast en zeker nog veel meer antwoorden die snel soelaas bieden.
Op langere termijn is dat een andere zaak. Het probleem zit immers niet bij de keerkrachten, of het tekort daar aan. Het probleem zijn de structuren, of het teveel daar aan. In de overvloed aan paperasserij ook. Zowel de planlast als de institutionele complexiteit kost handenvol geld en daar zijn de leerlingen de dupe van. We doen op het vlak van onderwijs alles minstens dubbel. Twee beroepsscholen vlakbij elkaar, twee CLB’s, verschillende leersteunnetwerken en pedagogische ondersteuningsdiensten... Scholen concurreren met elkaar op kap van de leerlingen. Zeker in het technisch en beroepsonderwijs betalen we dat met ouderwetse, vastgeroeste uitrustingen en methodes die de 21ste eeuw onwaardig zijn. We moeten leren samenwerken, meneer de minister. Dat ligt gevoelig, dat beseffen wij. Maar een ideologische strijd waar kinderen en jongeren de prijs voor betalen is niet wat mensen willen.
Bundel de krachten, meer dan vandaag. Biedt minder maar betere richtingen aan, van hoge kwaliteit. Bundel de uren en ga de versnippering tegen. Werk samen, over de netten heen. Laten we samen van goed en goed opnieuw uitstekend maken. Haal leerkrachten ook weg van de tussenstructuren waar ze vanalles doen, behalve lesgeven. Zorg dat het beroep van leerkracht opnieuw aanzien krijgt. En vooral: schaf die vast benoeming af waardoor de uitgebluste, rotte appels in het systeem het voor elke gemotiveerde leerkracht ondraaglijk maken. De uitval van leerkrachten is immens. Cijfers van meer dan 20% zijn geen uitzondering. In elk bedrijf gaan het alarm af als een op vier of vijf nieuwe intreders afhaakt voor ze goed en wel begonnen zijn. Dat is niet uw schuld, meneer de Minister. Dat is de schuld van het systeem.
Het goede nieuws is dat we dat systeem kunnen veranderen. Dat is de reden waarom wij aan politiek doen. Voor de kracht van verandering. Opmerkelijk genoeg is die verandering in onderwijs niet progressief, maar berust ze eerder op gezond verstand. Hou wat goed is, en durf aan de boom van het kwaad te schudden. Ongetwijfeld kunnen onze recepten aangevuld of verbeterd worden. Deze opsomming is zeker niet volledig. Laat de voorstellen dus maar komen. Wij zijn klaar om die verantwoordelijkheid te nemen. Want een ding is zeker: niks doen is geen optie.
Dit opiniestuk verscheen op 20 oktober in Knack magazine en in De Morgen.