De Europese staats- en regeringsleiders nemen immers enkel beslissingen wanneer ze met de rug tegen de muur staan. Dat was zo tijdens de financiële crisis, maar ook in 2016 toen de EU de beruchte Turkije-deal sloot. Net zoals toen lijken we nu opnieuw zo’n kantelpunt te bereiken. Er is dus hoop dat de top aan het eind van deze maand een doorbraak zal opleveren. Volgens mij moeten de lidstaten de komende maanden overeenstemming vinden over vier zaken.
Ten eerste moeten we de buitengrenzen afdwingen. Er is de afgelopen jaren al veel geïnvesteerd in de werking en middelen voor Frontex. De Commissie wil het budget nu zelfs verdrievoudigen tot 35 miljard euro. Dat is ook nodig. Een Europa zonder binnengrenzen kan alleen bestaan wanneer de buitengrenzen zeker zijn. Daar zijn alle lidstaten en alle partijen het inmiddels over eens.
Verder moeten we een duidelijk onderscheid maken tussen mensen die op de vlucht zijn voor oorlog of die worden vervolgd omwille van hun afkomst, overtuiging, geaardheid… enerzijds, en economische migranten op zoek naar een beter leven anderzijds. Voor die eerste groep hebben we naast meer menswaardige opvangplaatsen in de conflictregio, ook nood aan Europese migratiecentra in veilige derde landen onder VN-vlag. In die centra kunnen vluchtelingen een procedure doorlopen voor het gastland die een marginale toetsing van het EVRM en de Conventie van Genève kan doorstaan. Wanneer ze na toetsing in aanmerking komen voor bescherming, kunnen ze die in die veilige landen krijgen. Daar kunnen ze in dat geval ook een aanvraag voor hervestiging doen naar de EU. Ik denk bijvoorbeeld aan kwetsbare profielen.
Wanneer hun aanvraag tot hervestiging wordt aanvaard, kunnen ze via legale en veilige weg naar Europa komen. Wie via illegale weg alsnog Europa probeert te bereiken, zal veilig worden teruggestuurd naar een migratiecentrum in een derde land. Dat moet een ontradend effect hebben voor de levensgevaarlijke oversteek en mensensmokkel. Ten derde hebben we nood aan een Europees spreidingsplan om deze hervestigde vluchtelingen naar draagkracht te verdelen over alle lidstaten. Deelname aan een fair en draaglijk spreidingsplan kan gekoppeld worden aan de toegang tot Europese subsidies. Zo zullen Oost-Europese lidstaten zoals Hongarije hun asociaal gedrag voelen in de portefeuille.
Uiteraard zullen hier stevige onderhandelingen voor nodig zijn met deze veilige derde landen. Niet alleen geld, maar bijvoorbeeld ook voordeligere handelsrelaties kunnen hen overtuigen. Dit systeem met centra in derde landen is harde Realpolitik. Maar volgens die lijnen werkt ook de Turkije-deal. Die verdient geen schoonheidsprijs, maar ze werkt wel. Wie dergelijke oplossingen bij voorbaat uitsluit, zet de facto de grenzen open.
Daarnaast moeten economische migranten ook duidelijkheid en perspectief krijgen. Nog voor hun vertrek. Ik pleit voor een werkend Europees blue card systeem naar Canadees en Amerikaans voorbeeld. Dat is de vierde werf. Economische migratie is eigen aan de mensheid en van alle tijden, maar moet worden gecontroleerd. Het kan de lidstaten toelaten vraaggestuurd de geschikte arbeidskrachten aan te trekken om hun economieën en vergrijzende samenlevingen te versterken.
Dat zijn volgens mij vier belangrijke stappen richting een humaan Europees migratiebeleid dat de toets van alle internationale mensenrechtenverdragen kan doorstaan. Wie vlucht voor oorlog of vervolging, zal bescherming krijgen en eventueel op een veilige manier Europa kunnen bereiken. Wie om economische redenen wil migreren, zal voor de tocht duidelijkheid krijgen. Vandaag worden deze twee groepen vermengd en stromen ze ongecontroleerd Europa binnen. Dat vergiftigt de publieke opinie en ondermijnt elk draagvlak voor solidariteit. Door de instroom te controleren, moet daar verandering in komen.
Uiteraard zal het geen sinecure zijn voor de lidstaten om hierover overeenstemming bereiken. Ik spreek met enige ervaring. Maar ons land kan en moet een voortrekkersrol spelen. Met de Benelux, Duitsland en Frankrijk. Dat hebben we altijd gedaan. Europa bouw je stap voor stap, met trekken en sleuren, na veel discussie en soms met het mes op de keel. Europa bouw je niet door aan de deuren van een vergadering het eind van de Unie af te kondigen. Dit cruciaal debat, de duizenden vluchtelingen en onze Europese burgers verdienen beter.
Dit opiniestuk verscheen in De Standaard op 15 juni 2018.