Elke week zie je wel een nieuw voorbeeld van de Europese onmacht.
Gisteren was het de beurt aan Vladimir Poetin. Vorig jaar nog werd de jaarlijkse persbabbel van de Russische president afgelast door de inval in Oekraïne, die een onverwacht fiasco leek te worden. Dit jaar ging het wel door, met een Poetin die ontspannender leek dan ooit. De reden, zoals hij het uitdrukte: “Het lijkt erop dat westerse hulp voor Oekraïne opdroogt.”
Dat heeft natuurlijk alles te maken met Viktor Orbán, de Hongaarse premier die Poetins belangen verdedigt en daarbij niet beschroomd is om de EU gegijzeld te houden. Maar het probleem is veel fundamenteler: de Europese zwakte zit diep in onze structuren ingebakken. Zolang we daar niet grondig aan sleutelen, zullen onze vijanden binnen en buiten Europa daarvan blijven profiteren.
Welk Europa hebben we nodig?
Europese burgers zien de nood van zo’n hervorming wel in.
Twee jaar geleden werden lukraak geselecteerde Europeanen vanuit alle lidstaten van de Unie samengebracht in een Conferentie over de Toekomst van Europa om hun verwachtingen en voorstellen voor het Europa van de toekomst uit te tekenen. Gezien die diversiteit had je kunnen verwachten dat de meningen ver uiteen zouden liggen, maar het omgekeerde gebeurde. Bijna iedereen was het ermee eens dat Europa hoogstnodig was om onze gezamenlijke toekomst te verzekeren, en toch was bijna iedereen ook zeer ontevreden over de Europese Unie zoals die vandaag bestaat. Grote steun voor het concept Europa dus en tegelijk een grote scepsis over de wijze waarop dat concept wordt ingevuld.
Vorige maand keurde het Europees Parlement een lijvig rapport goed om de burgers uit de Toekomstconferentie een antwoord te bieden. Artikel na artikel werden de Europese verdragen grondig geanalyseerd en besproken om na te gaan waar het beleid en de manier waarop het gemaakt wordt, drastisch verbeterd kunnen worden.
De reacties uit politieke hoek waren al te voorspelbaar: voor sommige federalisten gaat het rapport niet ver genoeg, terwijl de eurosceptici hun lievelingsclichés nog eens bovenhaalden — ‘Europese superstaat en gigantisme’, toeterde Geert Bourgeois meteen.
Misschien is het goed om, net zoals de gelote burgers in de toekomstconferentie deden, gewoon vanuit de realiteit te vertrekken:
- Wanneer het erom gaat, Rusland sancties op te leggen voor zijn brutale invasie van Ukraine, reageert Europa duidelijk veel trager dan de meeste van zijn westerse bondgenoten. Dat is evident niet omdat we er minder belang bij hebben, maar omdat iedere lidstaat in Europa over een vetorecht beschikt. Orbán is niet de enige. Ook andere landen zijn er niet vies van dat recht te gebruiken en te misbruiken.
- Ook in zijn autoritaire neigingen is Orbán niet uniek. In verschillende Europese landen wordt de rechtsstaat actief ondergraven. De middelen van de Unie om daar tegen op te treden (het zogenaamde ‘Artikel 7) zijn schaars of op zijn minst onwerkbaar, al was het maar omdat de beslissing in handen ligt van regeringsleiders in de Europese Raad die tegen hun collega niet durven op te treden.
- Een Europese defensie-unie werd vroeger altijd afgeschilderd als federalistische zelfbegoocheling, maar een wéék na de inval in Oekraïne werden voor het eerst met Europees geld wapens gekocht en trainingen georganiseerd voor tienduizenden soldaten. Plots was Europese defensie voor de eurosceptici geen vloek meer maar bittere noodzaak.
Voor de meerderheid in het Europees Parlement is het duidelijk: niet alleen inzake buitenlands beleid en defensie, maar ook rond gezondheid, klimaat en energie moet Europa een rol kunnen spelen met alle middelen en instrumenten die daarvoor nodig zijn. Niet meer, niet minder.
Belofte maakt schuld
Met de goedkeuring van dit rapport ligt toch een fundamentele hervorming op tafel die als uitgangspunt kan dienen voor het samenroepen van een Conventie, de eerste stap in een proces dat uiteindelijk moet leiden tot de wijziging van de verdragen.
Hoognodig, zeker nu een beslissing zich opdringt over de verdere uitbreiding van de Europese Unie: een cruciale beslissing voor onze grenzen, geopolitieke rol en internationale geloofwaardigheid, maar ook een compleet ledige belofte als er niet parallel gewerkt wordt aan een interne hervorming van de Unie.
Want hoe kan een Europa van 35 of 37 lidstaten functioneren als elk land vetorecht bezit? Wie gaat uitbreiden met Oekraïne als onze onderlinge werking niet eerst onder handen wordt genomen? Wie wil de Balkanlanden opnemen als in tussentijd de bescherming van de rechtsstaat niet veilig gesteld wordt?
Wie dus het ene wil, moet ook het andere dóen. Geen uitgebreide EU zonder stevige hervorming.
Want burgers willen geen grote woorden horen van een Europa dat niet tot daden in staat is. En de belofte dat we kunnen blijven verder sukkelen met de huidige Europese Unie in een fel transformerende, intimiderende wereld, daarvan weet iedereen intellectueel én intuïtief dat dit onhoudbaar is.
Europees Parlementsleden Guy Verhofstadt & Hilde Vautmans