De minister heeft het evenwichtige karakter van het overeenkomst, ook op financieel vlak, benadrukt. En zij heeft erop gewezen dat aan de patiënten geen overmatige supplementen kunnen worden aangerekend en dat de ingreep voor alle patiënten toegankelijk is.
Beide partijen, de minister en de beroepsvereniging van plastische chirurgen, zijn tevreden “want een oplossing bereikt na overleg, is altijd te verkiezen.”
Het overleg heeft de gelegenheid geboden om een aantal misvattingen uit de wereld de helpen en om tegemoet te komen aan terechte bezorgdheden van de beroepsvereniging van plastische chirurgen..
Zo is verduidelijkt dat de keuze voor een specifieke overeenkomst verband houdt met het bijzondere karakter van de ingreep. In de toekomst zal het gebruiken van een conventie waarin een regeling rond honoraria en rond honorariasupplementen wordt opgenomen, enkel toegepast worden bij uitzonderlijke pathologieën en voor zover de Nationale Commissie Artsen Ziekenfondsen hiermee instemt.
De huidige regeling is trouwens op voorstel van deze commissie tot stand gekomen.
Tijdens het overleg is ook verduidelijkt dat de doelstelling om in 40 % van de ingrepen geen supplementen aan te rekenen en de patiënt te hospitaliseren op een tweepersoonskamer, een nationale doelstelling is. Dit percentage zal dus niet per ziekenhuis bekeken worden maar is wel een gemiddelde voor heel België. Het is bovendien een weergave van de realiteit op het terrein.
Met dit principe wil minister De Block er voor zorgen dat aan patiënten kan gegarandeerd worden dat ze in een tweepersoonskamer verpleegd worden, als ze dat wensen.
De Koninklijke Belgische Vereniging Plastische Chirurgie heeft ook de garantie gekregen dat vertegenwoordigers van de RBSPS bij de evaluatie van de overeenkomst zullen worden betrokken. Deze evaluatie vindt plaats na één jaar toepassing en zou kunnen aanleiding geven tot bijkomende verbeteringen onder meer voor de tweezijdige borstreconstructie.
Aan het Riziv zal worden gevraagd om na ondertekening van overeenkomsten, de evaluatiegroep snel samen te stellen en bijeen te roepen.
Aan de Nationale Commissie van Artsen en Ziekenfondsen wordt nog gevraagd om zo snel mogelijk te voorzien in het verbeteren van de tussenkomst voor de noodzakelijke operatieve hulp.
Minister De Block wenst daarenboven dat de andere verstrekkingen van reconstructieve chirurgie met een duidelijk therapeutisch doel, de komende maanden in de bevoegde organen van het RIZIV worden onderzocht.
De Koninklijke Belgische Vereniging Plastische Chirurgie heeft haar tevredenheid uitgedrukt over deze waarborgen en verklaarde dat zij zich in die omstandigheden niet langer verzet tegen de ondertekening van de overeenkomst.