170.000 mensen wachten vandaag op een sociale woning. Tegelijk kwamen er nog nooit zo weinig nieuwe sociale woningen bij. Mercedes Van Volcem, Vlaams Parlementslid, vroeg zich tijdens de plenaire vergadering af hoe bevoegd minister Diependaele dit gaat aanpakken: “Het bestaande systeem botst op zijn grenzen. Het is dan ook een goede zaak dat de private sector betrokken wordt om het doel – betaalbaar wonen – te realiseren. Maar nu moet er een globaal plan komen dat de betaalbaarheid van wonen hoog op de agenda zet.”
De Vlaamse Regering nam de afgelopen weken een aantal beslissingen inzake woonbeleid. Een daarvan is dat de onbenutte kredieten van 600 miljoen euro aangewend blijven worden voor wonen. Dit keer echter, wordt de private sector betrokken bij het realiseren van het doel. Dat doel is dat er, ongeacht wie de woningen bouwt, voor jonge gezinnen, voor mensen die wachten, voor mensen die het moeilijk hebben, betaalbare huurwoningen bijkomen.
“Deze beslissing komt geen dag te vroeg”, aldus Vlaams Parlementslid Mercedes Van Volcem tijdens de plenaire vergadering. “Maar ik hoop dat dit het begin is van een reeks maatregelen want we leven in niet-evidente tijden. De winkelkarren worden duurder, de energieprijzen swingen de pan uit, de prijzen van grondstoffen om een woning te bouwen stijgen, de huurprijzen worden geïndexeerd, enzovoorts. Stuk voor stuk heeft dit een impact op het huishoudelijk budget en zorgt het ervoor dat jonge mensen steeds moeilijker kunnen sparen om een woning te verwerven. Het is dan ook een goede zaak dat deze Vlaamse Regering inzet op meer betaalbare huurwoningen want meer mensen zullen gedwongen worden richting de huurmarkt. Er moet dan wel een aanbod zijn.”
Vorig jaar kwamen er slechts 668 sociale woningen bij, voor alle huisvestingsmaatschappijen samen. Dat betekent gemiddeld twee per gemeente. Als we specifiek kijken naar de dertien centrumsteden, zien we dat die steden samen goed zijn voor 72.000 wachtenden. Echter, vorig jaar daalde het aantal sociale woningen er met 332. Van Volcem: “De cijfers spreken voor zich: het louter bijbouwen van woningen door sociale huisvestingsmaatschappijen is een druppel op een hete plaat. De wachtlijst is historisch lang. We moeten andere recepten uitproberen. Want steeds opnieuw hetzelfde doen en verschillende uitkomsten verwachten, dat is de definitie van waanzin.”
Het liberale parlementslid voegt toe: “Aanboduitbreiding is zeer belangrijk, maar het schoentje wringt bij het vergunningenbeleid. Zodra er iets beweegt, zodra een gebouw wat hoger is, zodra er in een centrum gebouwd wordt, is er altijd wel een actiegroep of een buur die opstaat om te zeggen dat ze dit project niet willen. Er is altijd wel een reden om niet te bouwen. Ik roep minister van Wonen Matthias Diependaele dan ook op om dringend samen te zitten met minister van Ruimtelijke Ordening Zuhal Demir om meer aanbod te realiseren.”