Tegen 2030 zijn er in België 95.000 extra studentenkoten nodig om aan de vraag te voldoen. De druk op de woningmarkt wordt de komende jaren dus nog groter. Mercedes Van Volcem, Vlaams Parlementslid, vroeg zich tijdens de plenaire vergadering af hoe bevoegd minister Diependaele dit gaat aanpakken: “Een kot van 700 euro is vandaag geen uitzondering meer. Dat vind ik niet normaal. Elke student moet toegang hebben tot betaalbare huisvesting. Hopelijk komt de minister met een actieplan dat leidt tot concrete resultaten.”
“Wat was ‘the time of your life’? In het leven krijg je deze vraag dikwijls voorgeschoteld. Voor veel mensen die op kot geweest zijn was dat ongetwijfeld het studentenleven. Als je dan in je achterhoofd houdt dat het aantal 18-jarigen vanaf 2024 nog zal stijgen, weet je dat het tekort aan studentenkoten vandaag aangepakt moet worden”, zo startte Vlaams Parlementslid Mercedes Van Volcem haar tussenkomst tijdens de plenaire vergadering.
Heel wat studenten vragen zich vandaag af of ze tegen september nog een kot kunnen bemachtigen. Huidige kotstudenten daarentegen vinden briefjes in hun brievenbus met de vraag of er een kamer vrijkomt in hun gebouw. Van Volcem wijst op de verantwoordelijkheid van minister Diependaele om voor betaalbare studentenhuisvesting te zorgen: “Ik heb eens gekeken hoe onze Nederlandse buren het aanpakken. Al drie jaar timmert de minister van Wonen er aan een concreet actieplan. In Vlaanderen weten we al jaren dat we tegen 2030 afstevenen op een tekort van maar liefst 95.000 studentenkoten. Dan stel ik me de vraag waar ons plan blijft.”
Het liberale parlementslid roept de minister op om een tandje bij te steken. Er is overleg nodig met de studenten, de verhuurders, de onderwijsinstellingen én de steden. Vooral deze laatsten hebben een goed zicht op de materie. Net zoals er voor de sociale huisvesting convenanten worden afgesloten met de steden en gemeenten, zou dit ook kunnen voor de studentenhuisvesting. Zo kunnen we de vraag en het aanbod goed in kaart brengen, dit monitoren en ervoor zorgen dat het aanbod divers en betaalbaar is. Indien nodig kan ook de minister van Ruimtelijke Ordening mee betrokken worden om een en ander vlotter te laten verlopen. “Het uiteindelijke doel is dat ouders hun studenten op kot kunnen laten gaan”, besluit Van Volcem.