Sla navigatie over

Rutten wil financiering geloofsgemeenschappen herzien

Jaarlijks passen Vlaamse lokale besturen 60 miljoen euro bij om de werkingstekorten van lokale geloofsgemeenschappen te dekken. Ze zijn hiertoe verplicht. Het gaat dan over kosten van de verzekering, nutsvoorzieningen maar ook kosten voor hosties, kerkgewaden, sacristiemeubelen, wijn of tapijten. Een langverwachte studie van de Universiteit Antwerpen besteld door Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Gwendolyn Rutten toont nu aan dat deze verplichting kan worden geschrapt. Vlaams minister Rutten: “Iedereen is vrij om te geloven, maar wat mij betreft kan je niemand verplichten te betalen voor het geloof van een ander. Geloof behoort tot de privésfeer. De overheid zou niet langer verplicht moeten zijn tekorten bij te passen.”

Vlaanderen telt 1606 erkende geloofsgemeenschappen. 94% daarvan zijn Rooms-katholiek, 3% protestants, 1,5% Islamitisch, 1% orthodox en 0.5% Joods. Deze erkende geloofsgemeenschappen krijgen middelen van verschillende overheden om hun werking te kunnen uitvoeren. De Federale overheid staat in de voor de lonen en pensioenen van de bedienaars van de erediensten (priesters, dominees, imams, rabbijnen). Lokale besturen zijn dan weer verplicht bij de te dragen indien de erkende lokale geloofsgemeenschap een tekort heeft op haar werking. De voorbije jaren pasten de lokale besturen zo gemiddeld jaarlijks 60 miljoen euro bij. Daarnaast moeten ze ook een maandelijkse woonstvergoeding betalen voor de priester, dominee, rabbijn of imam.

De financiering van geloof in Vlaanderen is al langer en doorn in het oog van de liberalen. Het huidige financieringssysteem stamt uit 1801. Het is gebaseerd op het Concordaat tussen Napoleon en de Kerk. Vlaams minister Rutten bestelde een grondige juridische studie bij de Universiteit Antwerpen om systeem te herbekijken.

Meer dan 350 miljoen in eigen kas

Geloofsgemeenschappen hebben vandaag in essentie twee rekeningen. Aan de ene kant heb je de werkingsmiddelen, aan de andere kant de investeringskredieten. Op de werkingsmiddelen ontstaan vaak tekorten (60 miljoen jaarlijks) terwijl op de investeringskredieten tientallen miljoenen euro’s beschikbaar zijn. In de huidige regelgeving mogen die miljoenen niet gebruikt worden om tekorten van werkingsmiddelen te dekken. Zo had de Rooms-Katholieke kerk op haar eigen rekeningen in 2023 geldbeleggingen uitstaan ter waarde van maar liefst 280 miljoen euro en daarboven nog eens bijna 90 miljoen euro aan besteedbaar kapitaal. Daarnaast bezitten ze een groot patrimonium  aan onroerend vastgoed waaronder appartementen die ze verhuren voor inkomsten.

3 modellen

De studie schuift voor wat betreft de financiering 3 mogelijke aanpassingen aan de Vlaamse regelgeving naar voor. In het eerste, minimale model, blijft het verplicht bijpassen van tekorten door de overheid behouden. Wel komt er een vereenvoudig van welke lokale overheid moet bijpassen voor welke geloofsgemeenschap. Vandaag zijn steden en gemeenten verantwoordelijk voor rooms-katholieke maar de provincies voor Orthodoxe en Islamitische.

In het 2de model wordt de bijdrage bij een tekort geplafonneerd tot een maximum percentage van de tekorten. Dit model is van kracht in Brussel waar het op 30% staat. Maar het houdt nog steeds in dat de overheid verplicht moet bijpassen bij religieuze tekorten – zij het minder.

In het 3de model wordt de overheid niet langer verplicht bij te passen bij tekorten. Deze facultatieve regelgeving is juridisch mogelijk en houdt ook in dat geloofsgemeenschappen hun eigen middelen moeten aanspreken om tekorten te dekken. Erediensten hebben namelijk geen recht in de grondwet of op basis van mensenrechten om financiering af te dwingen. Het houdt ook in dat geloofsgemeenschappen moeten nadenken over hun werking: zo zouden de verschillende Rooms-katholieke kerken in Vlaanderen financieel solidair met elkaar kunnen zijn door elkaar te steunen. Dit model moet net zoals de twee andere modellen wel steeds kaderen binnen de principes van gelijke behandeling tussen erediensten wat betekent dat er hiervoor een duidelijk decretaal kader moet uitgewerkt worden.

Vrijwillige bijdrage

“Kerken zijn deel van de geschiedenis van Vlaanderen. Ze zijn erfgoed. Ze vormen vaak het ijkpunt van een gemeente of stad. Gemeenten zouden zelf moeten kunnen beslissen in overleg met de lokale geloofsgemeenschap voor welke kosten ze mee instaan. Zo zijn gemeenten vaak mede-eigenaar van een kerkgebouw en staan ze uiteraard mee in voor het onderhoud van het gebouw. Maar voor de mis of het gebed zouden ze niet moeten betalen.” Aldus minister Rutten: “Als Vlaamse overheid ondersteunen we kerken bijvoorbeeld financieel om ze te herbestemmen als in samenspraak met de gemeente en het bisdom als het gebouw niet frequent meer gebruikt wordt. Zo houden we dat cultureel erfgoed wel dicht bij de samenleving.

Met deze studie wordt een basis gelegd voor de volgende regering om te beslissen het huidige financieringsmodel volledig aan te passen.

Loon en woonstvergoeding

Minister Rutten kijkt ook naar de verplichting die in de grondwet staat ingeschreven dat de overheid de lonen moet betalen priesters, imams of rabbijnen. “Ook dat is niet meer van deze tijd. De studie toont aan dat we op Vlaams niveau grondig kunnen ingrijpen. Wat mijn partij betreft moet de overheid ook niet langer de lonen en de maandelijkse woonstvergoedingen betalen.” Open Vld wil een hervorming hiervan dan ook bij de Federale regeringsonderhandeling op tafel leggen. Ook in onze buurlanden is dat al langer afgeschaft of aangepast. In totaal betaald de Federale overheid zo een 100 miljoen euro aan lonen aan bedienaars van de eredienst.

Ter info:

Indien de werkingskosten lager liggen dan de inkomsten passen lokale besturen vandaag verplicht bij. Werkingskosten zijn kosten die nodig zijn voor de uitoefening van de eredienst zoals: kleine onderhoudswerken aan een gasketel, een biechtstoel, spreekgestoelte, stoelen of kleine herstellingen aan het gebouw, kosten voor verzekeringen of nutsvoorzieningen. Maar ook kosten inherent aan de werking van de erediensten zoals (kerk)gewaden, tapijten, sacristiemeubelen, miswijn of andere.

Geloofsgemeenschappen genieten vandaag ook van een vrijstelling van onroerende voorheffing. Ook dat zijn miljoenen subsidies aan geloof.

Lokale geloofsgemeenschappen halen middelen uit subsidies door hogere overheden, maar ook uit giften, schenkingen of legaten. Daarnaast zijn er ook inkomsten uit verhuur van patrimonium, vergoedingen voor begrafenissen en huwelijken en bestaand eigen vermogen.

Lonen van bedienaars erediensten bedragen ongeveer 90 miljoen euro, jaarlijks

Rijlabels

Gemiddelde van Exploitatietoelage

Gemiddelde van Investeringstoelage

anglicaans

32.084

0

islamitisch

29.482

1.710

israëlitisch

21.466

189.043

kathedraal

157.163

932.958

orthodox

21.649

639

protestants

7.540

3.864

rooms-katholiek

24.637

19.052

Eindtotaal

24.475

20.331

Zoek nieuwsberichten
Meest recente berichten

Gemaakt door Code Nation via NationBuilder