Sla navigatie over

Tom Ongena: “Dringend meer mensen met migratieroots aan het werk krijgen”

41 procent van alle migranten van buiten de Europese Unie tussen 25 en 64 jaar is niet aan de slag. Tom Ongena, Vlaams Parlementslid, ziet in deze groep een groot potentieel om de enorme arbeidsmarktkrapte in Vlaanderen aan te pakken: “Die bedreigt momenteel onze economie én veel mensen die aan het werk zijn en dreigen uit te vallen door de hoge werkdruk. Zij moeten namelijk de gaten opvullen. We moeten iedereen die vandaag kan werken maar niet aan de slag is, activeren, zo ook migranten van buiten de EU. Als we hen kunnen activeren, kunnen we veel openstaande vacatures invullen.”

“Onze economie dreigt stil te vallen”, zo startte Vlaams Parlementslid Tom Ongena zijn tussenkomst tijdens de plenaire vergadering. Hij doelde hiermee op de enorme krapte op onze Vlaamse arbeidsmarkt. Er is echter een belangrijke, specifieke groep waar heel wat potentieel zit: mensen van allochtone afkomst, van niet-EU burgerschap. Ons land scoort namelijk niet goed wat hun werkzaamheidsgraad betreft. Ook Vlaanderen bengelt als aparte regio helemaal onderaan het lijstje.

De Universiteit Gent heeft onlangs uitgebreid onderzoek gevoerd naar inactiviteit. Op dit moment zijn in Vlaanderen 665.000 mensen tussen 25 en 64 jaar niet aan het werk. “Dat is een heel leger, dertig keer het Belgisch leger”, weet Ongena. Daarvan zijn er 49.000 van niet-Belgische afkomst. “Dat is niet de grootste groep, maar het is wel een groep waarbij we nog veel stappen vooruit kunnen zetten.” Vooral op allochtone vrouwen moet extra ingezet worden. Zes op de tien van hen werken niet.

Parlementslid Ongena benadrukt hoeveel hefbomen Vlaanderen heeft om mensen met een migratieachtergrond meer naar de arbeidsmarkt te krijgen: “Er is niet één silver bullet, we moeten verschillende sporen bewandelen. Wat ons betreft moeten we drie zaken zeker wél doen. Ten eerste moeten we de lokale besturen meer inschakelen. Zij kunnen via hun netwerken allochtone vrouwen bijvoorbeeld beter bereiken alsook overtuigen om aan de slag te gaan. Op die manier activeren we hen niet alleen, maar maken we hen ook zelfredzaam en onafhankelijk. Ten tweede moeten we de discriminatie op onze arbeidsmarkt aanpakken. Ten derde moeten we het nieuwe inburgeringsbeleid zo snel mogelijk ingang laten vinden. Het legt vandaag namelijk veel meer nadruk op arbeidsbemiddeling.”

Vlaams minister van Werk Jo Brouns gaf in zijn antwoord gehoor aan de oproep van parlementslid Ongena: “Dit is een specifieke doelgroep en die vergt een bijzondere aanpak. Zo stellen we vast dat voor een aantal vacatures de taalvereisten te hoog liggen en dat taalopleiding een deel kan zijn van ‘training on the job’. Als we dan kijken naar inburgering: het inburgeringsdecreet voorziet in een snellere inschrijving binnen de twee maanden en een kennismaking met de VDAB. Dat zijn positieve elementen. Daarnaast kent het aantal EVC-trajecten (elders verworven competenties) om met vrouwen met een migratieachtergrond aan de slag te gaan de komende jaren een aangroei. Verder werken we de drempel van discriminatie weg door te starten met een nulmeting. Op basis hiervan kunnen we gepaste antwoorden geven.”

Zoek nieuwsberichten
Meest recente berichten

Gemaakt door Code Nation via NationBuilder