Over de grenzen van meerderheid en oppositie heen sloegen enkele Vlaamse volksvertegenwoordigers de handen in elkaar om tot een meer duurzame en transparante investeringsmaatschappij te komen met een duidelijk afgebakende rol ten aanzien van andere investeringsmaatschappijen. De komende maanden onderhandelt de Vlaamse overheid immers een nieuwe beheersovereenkomst met de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV). Met dit initiatief maakt het Vlaams Parlement duidelijk wat daarbij de prioriteiten zijn.
Vlaams Parlementslid Robrecht Bothuyne (cd&v) benadrukt dat PMV ondertussen al twintig jaar een grote meerwaarde levert voor de Vlaamse economie. Maar om die impact ook in de toekomst te blijven hebben, ziet hij ruimte voor verbetering die verankerd moet worden in de volgende beheersovereenkomst: “In de gedachtewisselingen werd al snel duidelijk dat we het in het parlement eens zijn over een drietal verbeterpunten: een meer nadrukkelijke rol in de verduurzaming van onze economie, meer transparantie naar het Vlaams Parlement toe en een duidelijke rolverdeling ten aanzien van andere publieke investeringsmaatschappijen.”
Wellicht het meest nadrukkelijk aanwezig in de discussies tijdens de afgelopen twee jaar was de oproep tot meer transparantie. PMV handelt autonoom binnen het raamwerk van de beheersovereenkomst en moet als investeringsmaatschappij noodzakelijkerwijze risico’s nemen. Vlaams Parlementslid Caroline Gennez (Vooruit) benadrukt het belang van transparantie om vanuit het parlement te beoordelen of PMV die risico’s neemt in lijn met haar maatschappelijke rol: “PMV haalt goede financiële resultaten. Maar om te garanderen dat onze publieke investeringsmaatschappij haar middelen maximaal inzet voor de noodzakelijke duurzame en digitale transitie, is er meer parlementaire controle nodig. We moeten de instrumenten krijgen om de richting en focus van de investeringen te bewaken, zowel ex post, als ex ante."
Daarbij dient wel nauwlettend gewaakt te worden over de confidentialiteit tussen investeerder en bedrijf of ondernemer. Zonder die vertrouwelijkheid zou PMV onmogelijk kunnen functioneren. Voor Vlaams Parlementslid Maurits Vande Reyde (Open Vld) moet er vooral meer transparantie komen in wat PMV doet. Hij vindt dat het parlement daar nu te weinig zicht op heeft: “We krijgen als volksvertegenwoordiger nu enkel algemene info over waarin PMV investeert en wat er de maatschappelijke meerwaarde van is. Pas als er een wiel afvliegt, zoals bij het FNG-dossier, krijgen we zicht op de feiten. Ik begrijp dat je niet alle bedrijfsgeheimen openbaar kan maken, maar als volksvertegenwoordiger moet je wel weten wat PMV doet. Dat moet in de nieuwe beheersovereenkomst echt beter. Het gaat hier tenslotte over veel belastinggeld.”
Een tweede duidelijke consensus tussen de partijen is dat de focus op de verduurzaming van de economie en niet in het minst de energietransitie nadrukkelijker verankerd moet zijn in alle aspecten van de beheersovereenkomst: de missie, de verschillende strategische richtlijnen van het Strategisch Kader, de rapportering en de evaluatie. Vlaams Parlementslid Björn Rzoska (Groen) is tevreden dat op deze manier een sterkere hefboom gecreëerd wordt voor een duurzame economie: “Al verschillende jaren is Groen vragende partij dat het parlement PMV van naderbij kan opvolgen. We zijn tevreden dat er nu ook vanuit het parlement, over de grenzen van oppositie en meerderheid heen, aangedrongen wordt om meer te focussen op duurzaamheid in de initiatieven van PMV. Enkel op die manier kan PMV bijdragen tot de broodnodige transitie naar een groene economie.”
PMV werkt tot slot niet in een vacuüm. Er zijn nog andere publieke investeringsmaatschappijen actief, zoals de Limburgse Reconversiemaatschappij, de Europese Investeringsbank, InvestEU en de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij. Het kan niet de bedoeling zijn dat verschillende publieke instanties met elkaar gaan concurreren. Vlaams Parlementslid Andries Gryffroy (N-VA) concludeert: “Het heeft geen zin om onder iemands duiven te schieten. PMV moet als doe- en durfbedrijf inzetten op een breed netwerk door te streven naar complementariteit met andere publieke investeringsmaatschappijen. Door samen te werken vergroten we de impact voor onze ondernemingen en kunnen we samen garanderen dat ieder beloftevol businessplan effectief toegang krijgt tot kapitaal via een achtergestelde lening, een waarborg of een participatie.”