Sla navigatie over

We hebben vandaag te maken met heel wat economische en maatschappelijke uitdagingen zoals de klimaat- en energietransitie, circulaire economie, geneeskunde en gezondheidszorg, mobiliteit... Als vooruitgangsoptimisten zien we deze uitdagingen als opportuniteiten voor economische, maatschappelijke en sociale vooruitgang.  Een krachtig wetenschaps- en innovatiebeleid is cruciaal om deze vooruitgang te realiseren via nieuwe producten, diensten, toepassingen en technologieën. Innovatie is de motor voor onze industrie, en voor onze economische welvaart en de jobs van morgen.

Vlaanderen en België hebben heel wat troeven om een innovatieve topregio in Europa te worden, maar er is nog een kloof met de toplanden. Volgens de laatste Regional Innovation Scoreboard (RIS) van juni 2021 staat Vlaanderen op de 27e plaats van innovatieve Europese regio’s (op een totaal van 240 Europese regio’s). Vlaanderen doet beter dan het EU-gemiddelde en is de voorbije jaren opgeklommen dankzij volgehouden beleidsinspanningen, maar doet het dus globaal nog steeds minder goed dan de topregio’s. De vaste ambitiemoet zijn om Vlaanderen in de top vijf van innovatieve Europese regio’s te brengen.

Onze basisvisie is dat de overheid onderzoekers en bedrijven in de eerste plaats moet faciliteren en ondersteunen via onderzoeksfinanciering, goede infrastructuur en zo gunstig mogelijke omgevingsvoorwaarden. Daarnaast moet volop worden ingezet op samenwerking tussen overheid, kennisinstellingen en bedrijfsleven, over de grenzen van landen en regio’s heen.

De voorbije jaren werden al heel wat belangrijke stappen vooruit gezet. De publieke en private uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling (O&O) in Vlaanderen bedragen samen 3,35% van het bruto regionaal product. Dat is een absoluut record: nooit werd in Vlaanderen méér geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling. Op die ingeslagen weg moeten we verder.

De Vlaamse overheidsinvesteringen in O&O bedragen 0,80% van het bruto regionaal product (meest recente cijfer: 2019). We moeten verder evolueren naar de 1% norm, zodat we aansluiting vinden met de toplanden. We spreiden de middelen tussen fundamenteel onderzoek, strategisch basisonderzoek en toepassingsgericht onderzoek, met voldoende aandacht voor vraaggerichte kanalen en de omzetting van kennis in bedrijfseconomische en maatschappelijke toepassingen. De federale fiscale voordelen voor onderzoek & ontwikkeling worden behouden en bijgestuurd waar nodig.

Extra middelen op zich volstaan uiteraard niet: waar het om gaat is dat deze oordeelkundig worden ingezet. Daarom moeten de steuninstrumenten,  programma’s en structuren systematisch geëvalueerd worden op hun efficiëntie, effectiviteit en impact. Indien ze de beoogde doelstellingen niet voldoende bereiken worden ze bijgestuurd of opgeheven.

Vlaanderen behoort tot de internationale top wat de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek betreft, maar plukt nog onvoldoende de economische en maatschappelijke vruchten van de investeringen. Dé uitdaging is om de hoogstaande kennis en expertise die in Vlaanderen aanwezig is nog beter om te zetten in concrete nieuwe toepassingen, goederen en diensten.

Samenwerking moet daarom maximaal gestimuleerd worden, onder andere via de financieringscriteria van de verschillende instrumenten en programma’s. Tevens moet de economische impact belangrijker worden als criterium in de evaluatie en financiering.

Inzake onderzoek en innovatie is er vandaag een sterke afhankelijkheid van enkele grote spelers en sectoren. Er is nood aan een bredere innovatiebasis, waarbij vooral kmo’s nog meer moeten bereikt worden. Dit kan o.a. via gerichte steun voor initiatieven om kennis, onderzoeksresultaten, technologie en toepassingen breed te verspreiden naar bedrijven en dan voornamelijk kmo’s.

We zien ook een belangrijke rol voor het aankoopbeleid van de overheid. M.n. kan de overheid via het aankopen van innovatieve oplossingen en toepassingen innovatie stimuleren, haar eigen werking verbeteren én oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen bevorderen. De Vlaamse overheid besteedt momenteel 4% van haar totale aankoopbudget op die manier. Dat aandeel moet toenemen, zodat ook start-ups makkelijker kunnen deelnemen aan opdrachten. Ook op andere overheidsniveaus moet een innovatief aankoopbeleid sterker ingezet worden.

Investeringen in fundamenteel wetenschappelijk onderzoek zijn cruciaal voor een innovatieve regio en moeten verder opgetrokken worden. Ze vormen immers de basis voor toekomstige innovaties. Samenwerking en interdisciplinariteit zijn hierbij van groot belang. Tevens zijn aangehouden investeringen in state-of-the-art onderzoeksinfrastructuur nodig, zowel voor onderzoekers als voor bedrijven.

De overheid kan binnen het wetenschaps- en innovatiebeleid een zekere focus leggen in functie van het aanpakken van grote maatschappelijke uitdagingen (bvb. klimaat, digitalisering, enz…). Binnen een dergelijk missiegericht beleid moeten de thema’s voldoende selectief gekozen worden en zonder de bottom-up initiatieven van de onderzoekers en bedrijven te fnuiken of in een te strak keurslijf te gieten.

Gemaakt door Code Nation via NationBuilder