Draai de afschaffing van de jobbonus terug

Tijdens de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement confronteerde Vlaams Parlementslid Tom Ongena minister Demir met de onduidelijkheid over de toekomst van de jobbonus. Ondanks eerdere signalen dat de maatregel zou verdwijnen, gaf de minister afgelopen weekend aan dat de bonus behouden blijft in 2026. Ongena reageert: “Onvoldoende!”. Volgens hem dreigen er ook mensen tussen 2026 en minstens 2028 inkomen te verliezen om dat de federale belastingmaatregelen - als ze er al komen - dan pas ten vroegste uitwerking kunnen hebben. “Stop met de onzekerheid gewoon elk jaar op te schuiven, geef werkende Vlamingen duidelijkheid en beslis dus dat de jobbonus blijft.”
De jobbonus is een lastenverlaging tot 700 euro per jaar voor werkende Vlamingen met een laag loon. Ze werd ingevoerd onder impuls van Open Vld en is uitgegroeid tot een cruciaal instrument om werken effectief te belonen. Ze bereikt ruim een miljoen mensen in sectoren als zorg, horeca, onderwijs en schoonmaak. Het afschaffen van deze maatregel zou een kaakslag zijn voor wie elke dag zijn best doet om vooruit te geraken.
In de begrotingstabellen staat nochtans duidelijk dat de middelen voor de jobbonus vanaf 2026 verdwijnen. Alleen na aanhoudende vragen gaf minister Demir dit weekend aan dat de maatregel volgend jaar behouden blijft. Maar van een formeel regeringsbesluit is geen sprake. De vraag blijft: komt die 200 miljoen euro er effectief? En zo ja, waar wordt dat geld gevonden?
Dat is bovendien niet de enige onzekerheid. Met de aankondiging van Demir wordt hoogstens een jaar tijd gekocht. Dat terwijl het duidelijk is dat de federale belastingmaatregelen - als ze er ooit al komen - ten vroegste impact zullen hebben in 2029. Dat betekent dat bijna één miljoen werkende Vlamingen nog steeds in die periode inkomen dreigen te verliezen. De onzekerheid wordt met andere woorden vooruit geschoven.
Daarnaast komt de regering Demir met andere besparingen die ook werkenden treffen: 79 miljoen euro minder voor opleidingen, begeleiding en lastenverlaging. Tegen die achtergrond klinkt de halfslachtige bocht over de jobbonus hol. Het lijkt eerder communicatie dan beleid. Terwijl net nu een duidelijk engagement nodig is.
Open Vld eist daarom dat de Vlaamse Regering ondubbelzinnig bevestigt dat de jobbonus behouden blijft, tenminste voor de rest van de legislatuur en er dus mee stopt de onzekerheid gewoon telkens een jaar op te schuiven. Geen halve maatregelen, geen strategisch uitstel om de begrotingscijfers op te smukken en noodzakelijke keuzes onder de mat te vegen. De Vlaamse minister van Werk moet verantwoordelijkheid nemen voor haar bevoegdheden. Werken belonen is een Vlaamse taak – en dat kan perfect met de jobbonus.
Vlaams Parlementslid Tom Ongena: “Minister Demir moet stoppen met de bochtjes en de onzekerheid gewoon voor zich uit te schuiven. Het is tijd om duidelijk kleur te bekennen. Laat werkende Vlamingen niet langer in onzekerheid, maar bevestig zwart op wit dat de jobbonus blijft. Deze regering vindt wél geld voor prestigeprojecten, maar twijfelt over extra netto voor wie werkt? Dat is onbegrijpelijk.”
Tot slot blijft Open Vld het idee toegedaan dat zelfs met de federale belastingmaatregelen - nogmaals: als ze er ooit komen - de jobbonus perfect kan blijven bestaan. Vlaanderen is bevoegd is voor activering en heeft met de jobbonus ook zelf fiscale instrumenten in de handen. Er is geen reden waarom Vlaanderen die bevoegdheid niet zou gebruiken. De afschaffing zal er daarentegen toe leiden dat elke Vlaamse werknemer met een jobbonus ten opzichte van zijn Waalse collega minder zal vooruitgaan. Dat men bij de federale verhoging van de belastingvrije som geen of zeer moeilijk onderscheid kan maken tussen werkenden en niet-werkenden betekent dat dit trouwens ook kan gelden voor een werkloze Waal.
Vlaams Parlementslid en fractieleider voor Open Vld Egbert Lachaert: “Het is bijzonder cynisch dat een Vlaamse Regering, onder leiding van Vlaams-nationalisten, ervoor zou zorgen dat Vlaamse werknemers minder vooruitgaan dan Waalse werknemers of zelfs werklozen, door de schrapping van de jobbonus. Wat is er gebeurt met ‘wat we zelf doen, doen we beter’? Het is een beetje absurd dat in tijden waar men de mond vol heeft met asymmetrisch arbeidsmarktbeleid men net het tegenovergestelde gaat doen, namelijk Vlaamse voordelen schrappen, waardoor het enige asymmetrische aan het beleid is dat de werkende Vlaming met minder eindigt dan een Waal.”