Niet aan regering om verenigingen te verbieden
Vorige week werd het graf van Jean Gol besmeurd en werden MR-leden aangevallen op weg naar zijn herdenking. De daders moeten worden vervolgd en bestraft. Maar we mogen dit incident niet aangrijpen om de regering toe te laten zelf verenigingen te verbieden. “Een minister die met duim omhoog of omlaag beslist welke vereniging mag blijven bestaan, dat is vele bruggen te ver”, zo verklaarde kamerlid Paul Van Tigchelt in de Kamer.
Wat er vorige week tijdens de herdenking van Jean Gol is gebeurd is niet meer of niet minder dan een pure schande. “Zijn graf is besmeurd en nadien zijn MR-leden aangevallen op weg naar een bijeenkomst om hem te herdenken. Intimidatie en geweld op politieke tegenstrevers heeft hier geen plaats. Dit incident , zoals MR voorzittter Bouchez doet, aangrijpen om de regering toe te laten met duim omhoog of omlaag verenigingen te verbieden is echter vele bruggen te ver”, zo verklaarde Kamerlid Paul Van Tigchelt in de Kamer.
We kennen in onze Grondwet de vrijheid van vereniging. Mensen mogen zich groeperen en ook de meningen zijn vrij. “Ik heb niet het minste sympathie voor de ideeën van extreem-links of extreem-rechts. Maar zolang die worden geuit binnen de grenzen van de wet, moet dat kunnen. Hetzelfde geldt voor verenigingen. De regering wil eigenhandig verenigingen kunnen verbieden. Dat is een manifeste schending van de scheiding der machten. Enkel een rechter kan dat doen”, aldus Van Tigchelt. “Bovendien kàn je Antifa, want daarover gaat het, niet verbieden dat is geen organisatie of vereniging maar een ideologie. Een ideologie die ik voor alle duidelijkheid verfoei.”
“Wat is de volgende stap: dat we PVDA of VB verbieden? Ik ben de grootste tegenstander van zowat al hun ideeën maar ik ben blij dat we in een land leven, waarin zij die mening kunnen geven. En dat moet zo blijven. We zien wat er in de VS gebeurt waar de president verklaart zijn tegenstanders te haten. Vrijheid van meningsuiting is de basis van onze democratie, en geldt voor iedereen. Voor Charlie Kirk én voor Bob Vylan. Met één duidelijke grens: oproepen tot geweld en het gebruik ervan zijn ontoelaatbaar”, zo besluit Van Tigchelt.