Vlaamse Regering duwt ons onderwijs de donkere middeleeuwen in

De Vlaamse Regering wil de uitzonderingsprocedure afschaffen voor anderstalige opleidingen zonder Nederlandstalig equivalent. Vlaams Parlementslid Stephanie D’Hose waarschuwt dat deze regelzucht het Vlaamse hoger onderwijs internationaal op achterstand plaatst. De maatregel ondergraaft volgens haar niet alleen de aantrekkelijkheid van onze universiteiten, maar ook de toekomstkansen van studenten. D’Hose: “Net wanneer Trump academici wegjaagt, de EU bovendien geld op tafel legt om die aan te trekken, gaan wij de deur dichtsmijten? Achterlijk. We reguleren ons zo de donkere middeleeuwen in.”
De wereld wordt steeds meer een dorp. Dat is in het onderwijs en zeker het hoger onderwijs niet anders. Veel studenten gaan op Erasmus of gaan zelfs meerdere jaren in het buitenland studeren en komen veel buitenlandse studenten ook bij ons studeren. Hetzelfde geldt voor docenten en professoren. Op die manier wordt er maximaal kennis uitgewisseld over de grenzen heen, iets waar we allemaal sterker van worden. Om dit te doen werken is het uiteraard evident dat er soms in andere talen kan worden lesgegeven.
Terecht zijn daar een aantal voorwaarden aan verbonden. Het mag namelijk niet de bedoeling zijn om zomaar in andere talen les te geven. In regel moet er voor elke anderstalige opleiding een volledig Nederlandstalig equivalent bestaan. Dat is echter niet altijd even evident. De huidige regelgeving biedt daarom hogeronderwijsinstellingen nog de mogelijkheid om – onder strikte voorwaarden – een vrijstelling aan te vragen voor de zogenaamde equivalentievoorwaarde. Die vrijstelling laat toe om een internationale bachelor- of masteropleiding aan te bieden zonder dat er een volledig Nederlandstalig equivalent bestaat. Die optie verdwijnt nu, op voorstel van de Vlaamse Regering, volledig uit de Codex Hoger Onderwijs.
De vrijstelling kon vandaag enkel bekomen worden indien de opleiding expliciet internationaal georiënteerd was, er onvoldoende Vlaamse capaciteit aanwezig was om een dubbel aanbod te creëren, en er geen rechtstreekse band was met de Nederlandse taal of cultuur. Ondanks deze strenge voorwaarden, werd de uitzonderingsmogelijkheid beschouwd als een belangrijk instrument om Vlaanderen internationaal aantrekkelijk te houden. Soms is een vakgebied of een expertise zo specifiek, dat het ook een specifieke en dus soms anderstalige professor vraagt om het te doceren. Ook zijn er opleidingen waarbij de sector waarin je er mee aan de slag kan gaan, zo geïnternationaliseerd is, dat het ook aangewezen is dat een Engelstalige opleiding gemakkelijk kan georganiseerd worden.
De Vlaamse Regering heeft nu een decreet voorliggen waarmee ze de uitzondering en vrijstelling wil afschaffen. Het schrappen van deze regeling stuit dan ook op felle kritiek vanuit de academische wereld, het bedrijfsleven en de strategische adviesorganen. Zowel de SERV als sectororganisaties zoals Voka en Essenscia wijzen op de nefaste gevolgen voor de arbeidsmarkt en de concurrentiepositie van Vlaanderen. Ook uit studies blijkt dat bijna de helft van de buitenlandse studenten hier blijft werken na afstuderen – een cruciaal gegeven in de strijd om talent.
Volgens Vlaams Parlementslid Stephanie D’Hose Open Vld bewijst de Vlaamse Regering hiermee opnieuw haar fixatie op controle, in plaats van vertrouwen. Het schrappen van deze procedure past volgens haar in een bredere trend waarbij steeds meer regelgeving en betutteling het onderwijs dreigen te verstikken. Deze beslissing dreigt bovenal jonge talenten minder kansen te geven op een internationaal relevante opleiding, met verlies van welvaart voor elke Vlaming als uiteindelijk gevolg.
Deze regeldrift komt dan nog eens op een moment dat Amerikaans president Donald Trump dreigt om Amerikaanse universiteiten droog te leggen. De kans op een academische braindrain is zeer reëel. Veel professoren zullen ook richting Europa komen. De Europese Commissie is zich daar ook van bewust. Deze week nog stelde commissievoorzitter Ursula von der Leyen dat ze van de EU een magneet voor onderzoekers wil maken. Ze legt daarvoor 500 miljoen op tafel. Net op het moment dat er zoveel talent onze richting uitkomt en Europa daarvoor de deuren open zet, zou de Vlaamse Regering de deuren gaan sluiten.
Achterlijk volgens Open Vld. De liberalen roepen daarom op om de uitzonderingsmogelijkheid te behouden. D’Hose legt daarvoor ook een voorstel op tafel om het voorliggende decreet op dit punt te wijzigen. De huidige procedure is zorgvuldig afgebakend en biedt ruimte om internationale topopleidingen mogelijk te maken, zonder dat het Nederlands in de verdrukking komt. Schrappen is dus totaal niet nodig. Vlaanderen moet zijn instellingen volgens de liberalen net meer ruimte geven om strategisch en toekomstgericht beleid te voeren, zonder al die verstikkende regelneverij.
“In plaats van ambitie te tonen en mee te gaan met de realiteit van internationale kennisdeling, legt deze regering onze instellingen rigide taalregels op. Net nu de ‘war for talent’ heviger woedt dan ooit, kiezen we ervoor om deuren te sluiten in plaats van open te zetten. Het is onbegrijpelijk dat deze regering hier zoveel energie steekt. Hoe vaag ze zijn in hun ambities, zo concreet zijn ze in hun betuttelende maatregelen. Dit is pure regeldrift en het helpt Vlaanderen geen meter vooruit. Dit soort symboolmaatregelen maakt ons niet Vlaamser, alleen zwakker. Net nu Trump onderzoekers wegjaagt en de EU die wil verwelkomen, moeten we in Vlaanderen onze blik op de wereld openen, niet sluiten. Dat betekenen vertrouwen geven aan onderwijsinstellingen, in plaats van hen de donkere middeleeuwen in te reguleren,” besluit Stephanie D’Hose.