De liberale partij is de eerste en oudste politieke partij van het land. Al meer dan 175 jaar lang vechten wij voor vrijheid en vooruitgang van elk mens. Bekijk onze geschiedenis in vogelvlucht en lees er alles over!
LIBERALEN IN HET JONGE BELGIË, 1830 - 1846
Liberalen staan mee aan de wieg van het onafhankelijke België. Revolutionairen zoals Charles Rogier, Sylvain Van de Weyer en Joseph Lebeau komen in opstand tegen de vorst Willem I der Nederlanden en schrijven na de onafhankelijkheid in 1830 de meest liberale grondwet van haar tijd. Een grondwet die een parlementaire democratie installeert, met een scheiding der machten en tussen geloof en staat. Een grondwet die burgers fundamentele rechten en vrijheden geeft, zoals de vrijheid van meningsuiting en drukpers, de vrijheid van onderwijs en vereniging, de godsdienstvrijheid, het eigendomsrecht… Al deze vrijheden vormen hét kader waarbinnen ons land en haar burgers grote sprongen vooruit kunnen maken in de 19de eeuw. Tot op de dag van vandaag blijft de Belgische grondwet met haar fundamentele rechten en vrijheden dé hoeksteen van onze liberale samenleving en democratie.
DE LIBERALE PARTIJ BESTUURT HET LAND, 1846-1884
Op 14 juni 1846 wordt in de gotische zaal van het Brussels stadhuis de liberale partij opgericht. Het is de eerste politieke partij van ons land. De liberale partij neemt ook een aantal programmapunten aan, zoals de uitbouw van het openbaar onderwijs, de verbetering van levensomstandigheden van de werkende klasse, een democratische kieshervorming en het versterken van de onafhankelijkheid van de openbare macht.
De liberale partij leidt vanaf haar oprichting in 1846 tot 1884 gedurende lange periodes ons land. België zet dan grote stappen vooruit. We lopen economisch voorop in de industrialisering dankzij een liberaal ondernemings- en vrijhandelsbeleid. Zo koopt Charles Rogier de Scheldetol af van Nederland, waardoor de Antwerpse haven kan uitgroeien tot een belangrijke groeipool. Voorheen had Rogier ook al de eerste spoorwegverbinding Mechelen-Brussel laten aanleggen. Walthère Frère-Orban sticht dan weer de Nationale Bank en het Gemeentekrediet, belangrijke instellingen voor onze economische ontwikkeling. Hij schaft ook de belasting af die steden konden heffen op de import van goederen.
Liberalen staan in de 19de eeuw ook mee aan de wieg van het eerste sociale beleid. In steden zoals Gent neemt de industrialisering een hoge vlucht, maar arbeiders werken en leefden in moeilijke omstandigheden. Liberale politici spannen zich in om hun lot te verbeteren. De Gentse liberaal Wagener staat al in 1868 op de barricaden voor een verbod op kinderarbeid, dat uiteindelijk enkele jaren later wordt gerealiseerd. Het is de liberaal Louis Varlez die rond 1900 in Gent het systeem van werkloosheidsuitkeringen met steun van de overheid uitdenkt, net zoals een systeem van arbeidsbemiddeling om werkzoekenden aan jobs te koppelen. Rogier schaft de wet af die de oprichting van vakbonden verbiedt en In 1893 ziet de eerste liberale vakbond het levenslicht in Gent. In 1914 volgt de eerste liberale mutualiteit. Voordien had de liberale regering Rogier-Frère-Orban al de eerste pensioenspaarkassen wettelijk verankerd.
Ook op andere vlakken zorgen de liberalen voor vooruitgang. Zo verlaagt Rogier de kiescijns waardoor meer mensen mogen stemmen. Voorts zorgt hij dat er middelbare scholen van de staat kunnen worden opgericht, naast katholieke. Een algemeen en toegankelijk staatsonderwijs is immers een belangrijk liberaal strijdpunt.
LIBERALEN IN DE OPPOSITIE EN INTERNE ONVREDE, 1884-1919
In 1884 verzeilt de liberale partij voor bijna dertig jaar in de oppositie. Paul Janson wordt het gezicht van de progressieve flank en pleit voor een algemeen stemrecht voor elke Belg en een verplichte sociale zekerheid. Het komt tot een breuk en de oprichting van een eigen progressieve liberale partij. In 1893 wordt -met steun van deze progressieven- het algemeen meervoudig stemrecht en de stemplicht aangenomen. In 1899 herenigt Paul Hymans de twee liberale partijen weer. Toch blijft de liberale partij klein en zoeken ze raakpunten met de socialisten om een vuist te maken tegen het almachtige katholieke blok. In 1912 leidt dit tot een liberaal-socialistisch kartel, het eerste in de Belgische geschiedenis. Hun gezamenlijk programma bestond uit de invoering van leerplicht en beter openbaar onderwijs, werknemerspensioenen en algemeen enkelvoudig stemrecht wat pas in 1919 wordt gerealiseerd. Het kartel slaagt er echter niet in om de absolute meerderheid van de katholieke partij te breken.
Paul Hymans zou tijdens en na de Eerste Wereldoorlog nog meermaals minister worden, en België onder meer vertegenwoordigen bij de onderhandeling van het Verdrag van Versailles.
IN DE BRES VOOR ONZE DEMOCRATIE, 1930-1945
In de woelige jaren ‘30 strijden de liberalen volop tegen de opkomst van communisten en fascistische partijen zoals Rex en het VNV. De liberale partijvoorzitter Victor de Laveleye trekt in 1936 met de slogan ‘Ni Rex, ni Moscou’ naar de kiezer en strijdt voor het behoud van onze liberale democratie.
Wanneer in 1940 de Nazi’s ons land bezetten, sluiten veel liberalen zich aan bij het verzet met gevaar voor eigen leven. Zo wordt François Bovesse in Namen vermoord door Rexisten. Liberale ministers Arthur Vanderpoorten en Paul-Emile Janson trekken naar Frankrijk en helpen daar het verzet. Zij worden in de loop van de oorlog gedeporteerd naar de concentratiekampen van Bergen-Belsen en Buchenwald. Ze betalen daar de hoogste prijs voor hun liberale strijd voor vrijheid en overlijden vlak voor de bevrijding van de kampen. Verzetstrijder Omer Vanaudenhove zal zijn deportatie en opsluiting in een Duits kamp wel overleven.
Uiteindelijk worden de totalitaire vijanden van de democratie verslaan. Victor De Laveleye zal in ballingschap in Londen het legendarische V-teken lanceren. De V voor vrijheid en victoire. De strijd tegen extremisme en onverdraagzaamheid blijft ook nu nog een belangrijke opdracht voor ons.
NA DE OORLOG, 1945-1961
De naoorlogse verkiezingen zijn een ontgoocheling voor de liberalen. Ze behalen slechts de helft van het resultaat in 1939. Ondanks deze verzwakte positie, maken ze deel uit van een aantal coalities en kunnen ze wegen op het economisch beleid. De welvaarsstaat en sociale zekerheid zoals we die vandaag kennen, krijgen nu echt vorm. Mede op aansturen van partijvoorzitter Roger Motz. Vrouwen krijgen in 1948 eindelijk volledig stemrecht. Het was al jarenlang het strijdpunt van Jeanne Brigode, de eerste vrouwelijke partijvoorzitter van de liberale partij én het land.
De koningskwestie verdeelt de liberale partij. Ze neemt een gematigd standpunt in en verliest bij de verkiezingen in 1950 opnieuw één derde van haar zetels. De daaropvolgende katholieke regering beslist het vrij onderwijs te subsidiëren, ten nadele van het openbaar onderwijs. Wanneer vervolgens een paarse regering dit beleid grotendeels ongedaan maakt, breekt er een nieuwe schoolstrijd uit. In 1958 veroveren de katholieken een meerderheid in de Senaat, waardoor beide kampen gedwongen worden een compromis te vinden. Met het Schoolpact komt er een einde aan de twee eeuwen durende schoolkwestie.
DE OPRICHTING VAN DE PVV, 1961-1979
Onder het voorzitterschap van Omer Vanaudenhove wordt de partij omgevormd tot PVV/PLP (Partij voor Vrijheid en Vooruitgang/Parti de la Liberté et du Progrès). De partij moderniseert en verbreedt. Zo zet Vanaudenhove de deuren expliciet open voor gelovigen om het antiklerikale imago van de liberale partij af te schudden. Bij de verkiezingen in 1965 plukt de liberale partij de vruchten van de vernieuwingsoperatie en de harde oppositie tegen de regering Lefèvre-Spaak. De partij groeit van 20 zetels in ’61 naar 48 zetels (of 21,65%) in ‘65.
Al decennialang zijn we sterke voorvechters van internationale en in het bijzonder Europese samenwerking. De Europese Gemeenschap brengen ons niet alleen vrede maar ook economische vooruitgang door middel van een vrijhandelsblok zonder grenzen voor goederen, diensten en personen. Jean Rey wordt in 1967 de eerste Belgische voorzitter van de Europese Commissie.
Na de splitsing in een Franstalige en Nederlandstalige vleugel in ‘72, neemt Willy De Clercq de leiding van de PVV. Samen met Herman Vanderpoorten en Frans Grootjans zet hij de lijnen uit. Grootjans scherpt het ideologisch profiel aan en zoekt een centrumpositie tussen het ‘collectivisme van links’ en de ‘behoudsgezindheid van rechts’. De liberale partij wordt een ideeënpartij die de toon zet in het maatschappelijk debat, bijvoorbeeld in ethische discussies en de rol van de overheid.
DE JONGE GENERATIE GRIJPT DE MACHT, 1979-1992
Deze centrumpositie werd echter aangevochten door de PVV jongeren onder leiding van Guy Verhofstadt, Patrick Dewael en Karel De Gucht. Zij kapen het ideologisch congres van Kortrijk in 1979. Het congres gaat overstag voor het ‘Radicaal manifest’ van de jongeren dat geïnspireerd is door klassieke liberale filosofen zoals Friedrich Hayek, Milton Friedman, John Rawls en James Buchanan. De PVV zit dan in de oppositie en kiest voor een radicalere koers met voorstellen die de rol van de bureaucratische en verlammende staat terugdringen om zo de individuele vrijheid te vergroten. Ook streven ze naar stevige sociaaleconomische hervormingen en een grondwettelijke verankering van een begrotingsevenwicht.
In 1981 trekt de PVV naar de kiezer met de legendarische slogan “Niet u, maar de staat leeft boven zijn stand.” De liberalen breken de rooms-rode coalitie en Willy De Clercq en Jean Gol worden de liberale vicepremiers in de rooms-blauwe regering Martens. Herman De Croo wordt opnieuw minister. Deze hervormt na jaren van ‘malgoverno’ het land economisch en devalueert de Belgische frank om de concurrentiepositie te herstellen.
De jongeren grijpen in 1982 ook formeel de macht wanneer de 28-jarige Verhofstadt voorzitter wordt. In 1985 wordt De Clercq Europees commissaris voor Handel en neemt Verhofstadt de fakkel over in een nieuwe rooms-blauwe regering Martens als Begrotingsminister. Annemie Neyts wordt partijvoorzitter. Guy ‘Baby Thatcher’ Verhofstadt zet het financieel herstelbeleid verder, saneert de begroting en gaat de confrontatie aan met vakbonden en ziekenfondsen. Dat wekt ergernis op bij de powers that be en na de verkiezingen van 1987 worden de liberalen gewipt uit de regering. In de Vlaamse regering zorgt de jonge Cultuurminister Patrick Dewael voor een trendbreuk. Met ‘Vlaanderen Leeft’ brengt hij cultuur tot bij een breed publiek en hij doorbreekt het BRT-monopolie, wat de weg vrijmaakt voor de komst van commerciële zenders.
In het parlement werkt vrouwenrechtenactivist en Senator Lucienne Herman-Michielsens jarenlang aan een wettelijk kader voor abortus. In 1989-1990 keurden Senaat en Kamer het revolutionaire wetsvoorstel van haar en PS-collega Roger Lallemand goed waardoor vrouwen onder voorwaarden eindelijk konden kiezen voor een veilige en legale abortus.
Verhofstadt manouvreert zich opnieuw richting het partijvoorzitterschap om de PVV op de kaart te zetten als hét alternatief blok voor de verstarde en verzuilde CVP-staat. In zijn eerste burgermanifest wijst hij op de kloof tussen de burger en politiek en trekt hij van leer tegen de macht van de zuilen. Niet deze drukkingsgroepen, maar de burger moet centraal staan in het beleid. Hij pleit voor de afschaffing van de automatische loonindex, rechtspersoonlijkheid voor vakbonden, privatisering van overheidsbedrijven, de invoering van referenda… De PVV wint de verkiezingen in 1991 en haalt 19% maar CVP en SP regeren verder zonder de rebelse Verhofstadt.
DE OPRICHTING VAN VLD, 1992-1999
De PVV vervelt in 1992 tot VLD, de Vlaamse Liberalen en Democraten en dit op basis van de ideologische fundamenten uit het burgermanifest. De partij voert als eerste interne democratie in met rechtstreekse voorzitters- en partijbestuursverkiezingen. Verhofstadt betrekt ook kopstukken uit andere partijen om deze brede ‘partij van de burger’ vorm te geven. Hij wil het politiek landschap herverkavelen rond twee grote blokken: een liberaal en een travaillistisch. VLD scoort opnieuw bij de verkiezingen in 1995 maar de partij slaagt er niet in de centrum-linkse coalitie van Dehaene te doorbreken. Verhofstadt begint aan zijn tocht door de woestijn en Herman De Croo -die reeds in vele regeringen minister was- neemt het voorzitterschap over.
Verhofstadt neemt de teugels in 1997 opnieuw in handen, mildert zijn toon en schenkt ook aandacht aan andere thema’s dan louter het sociaal-economische. Schandalen zoals de affaire Dutroux en de dioxinecrisis dragen bij aan een maatschappelijke woede die Verhofstadt bij de verkiezingen in 1999 omzet in een nieuwe overwinning.
VERHOFSTADT LEIDT HET LAND, 1999-2007
VLD haalt bij de federale verkiezingen 22,6% en verdrijft de CVP voor het eerst in decennia van de macht. Verhofstadt en Dewael leiden federaal en Vlaams paars-groene regeringen. Karel De Gucht wordt partijvoorzitter.
Tijdens de twee paarse regeringen waait er een nieuwe wind door de Wetstraat en het land. Op sociaal-economisch vlak komt het tot een goede verstandhouding tussen liberalen en socialisten rond het project van de actieve welvaartsstaat waarbij jobs centraal staan. Belastingen voor burgers en bedrijven gaan omlaag, mensen worden geactiveerd om (langer) te werken en de uitkeringen zoals pensioenen stijgen. Ook liberalen in de Vlaamse regeringen zoals Patrick Dewael en Dirk Van Mechelen werken aan lastenverlagingen nadat de regio’s meer fiscale autonomie hebben verworven. De staatsschuld daalt, de begrotingen vertonen een evenwicht. De federale regering voert ook baanbrekende ethische hervormingen door zoals de euthanasiewet in 2002 en het homohuwelijk in 2003. Ons land zet daarmee internationaal de toon. We nemen met buitenlandminister Louis Michel (MR) ook het voortouw tegen de Amerikaans-Britse inval in Irak en voor een vredesakkoord in Congo. Verhofstadt voert een sterke pro-Europese agenda en effent mee het pad voor het latere Verdrag van Lissabon. Politie en Justitie worden in de paarse jaren hervormd door Patrick Dewael en Marc Verwilghen. De kiezer beloont in 2003 overigens de VLD met 24,7% van de stemmen.
De invoering van het migrantenstemrecht bij gemeenteraadsverkiezingen in 2004 zorgt voor grote onenigheid binnen de partij, maar op een speciaal congres weet onder andere partijmonument Willy De Clercq een vertrek uit de regering te vermijden. Deze pijnlijke episode, haar naweeën met het vertrek van enkele parlementsleden, acht jaar leiderschap en de communautaire oppositie van het kartel CD&V-N-VA, wegen door bij de verkiezingen in 2007. De partij voegt onder voorzitter Bart Somers in aanloop naar de campagne ‘Open’ toe aan haar naam, verwijzend naar ‘the open society and its enemies’ van Karl Popper. Desonanks valt ze terug naar 18,8%.
FINANCIËLE EN COMMUNAUTAIRE CRISISSEN BEROEREN HET LAND, 2007-2014
Het kartel CD&V-N-VA slaagt na haar overwinning in 2007 echter niet om haar harde communautaire taal -onder meer rond de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde- om te zetten in een akkoord. Het is pas na een tussenregering Verhofstadt III dat Yves Leterme aan het roer komt van zijn kabinet. Hij krijgt al snel de mondiale bankencrisis op zijn bord in 2008. De regering slaagt er met Didier Reynders (MR) op Financiën in om een totale implosie van het financieel systeem in België te vermijden. Ons land doorstaat de crisis relatief goed. Dewael werkt als binnenlandminister verder aan de politiehervormingen. De Gucht voert een liberaal buitenlands beleid gestoeld op vrijhandel en mensenrechten. Hij wordt in 2009 Europees commissaris voor Handel en baant de weg voor grote handelsakkoorden met onder meer Singapore, Zuid-Korea en Canada. Verhofstadt trekt in dat jaar de Europese verkiezingslijst, behaalt 20% en wordt leider van de liberale fractie in het Europees halfrond.
De Vlaamse verkiezingsresultaten in 2009 vallen echter tegen en Open Vld verliest haar plaats in de Vlaamse regering. Voorzitter Bart Somers schrijft nieuwe voorzittersverkiezingen uit, die gewonnen worden door Alexander De Croo. Hij krijgt meteen de communautaire onderhandelingen op zijn bord die nu al twee jaar aanslepen. Na het missen van de zoveelste deadline trekt hij Open Vld terug uit de federale regering waarmee het kabinet valt. De Croo wil immers focussen op het economisch herstel. Maar ook na de daaropvolgende verkiezingen blijft het communautaire spook haar schaduw werpen op de Wetstraat. Pas na 541 dagen en het afhaken van de Vlaams-nationalisten slaagt een tripartite coalitie met steun van de groenen erin om tot een grote staatshervorming te komen met splitsing van BHV en een aanzienlijke overdracht van bevoegdheden.
De tripartite regering-Di Rupo slaagt er in korte tijd in om werk te maken van broodnodige economische hervormingen en de sanering van de begroting. Vicepremier Vincent Van Quickenborne weet een trendbreuk in te zetten op pensioenen. Voorzitter De Croo plaatst Annemie Turtelboom op Justitie en lanceert Kamerlid Maggie De Block als staatssecretaris voor Asiel en Migratie. Zij voert een streng maar rechtvaardig beleid, zet orde op zaken en is recht voor de raap. In sneltempo wordt ze de populairste politica van het land. Nadat Van Quickenborne burgemeester wordt in Kortrijk, neemt De Croo de fakkel over in de federale regering.
Gwendolyn Rutten wint eind 2012 de voorzittersverkiezingen die daarop volgen. Op het ideologisch Toekomstcongres in 2013 zet de partij de maatschappelijke koers uit voor een almaar globalere en veranderende wereld. De partij wordt in 2014 beloond voor het nemen van verantwoordelijkheid in moeilijke tijden. Open Vld groeit weer tot 15,7%, met een topscore voor De Block. In Brussel haalt de ervaren minister Guy Vanhengel een historische score van 26,7% bij de Nederlandstalige kiezers.
CENTRUMRECHTSE COALITIES, 2014-2019
Samen met CD&V, N-VA en zusterpartij MR vormt Rutten op federaal en Vlaams niveau een centrumrechtse ‘Zweedse’ coalities. Deze kabinetten -federaal onder leiding van premier Charles Michel- voeren een liberaal, centrumrechts beleid met sociaaleconomische hervormingen op de arbeidsmarkt en in de fiscaliteit. Het gevolg: lastenverlagingen voor mensen die werken en werk geven en een grote jobgroei.
Bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 scoort de partij goed met een gemiddelde van 18%. Open Vld verovert de burgemeesterssjerp in Gent met Mathias De Clercq, in Oostende met Bart Tommelein, in Aarschot met Gwendolyn Rutten en behoudt deze in Mechelen met Bart Somers, Kortrijk met Vincent Van Quickenborne, met Tongeren Patrick Dewael.. Maar opgejaagd door het lokale succes van het Vlaams Belang, laat de N-VA de federale regering eind 2018 vallen over een niet-bindend VN-verdrag over migratie tot groot onbegrip van de liberalen. Ondanks vele liberale realisaties, gaat de partij bij de verkiezingen in 2019 licht achteruit.
DE CROO LEIDT NIEUWE COALITIE, 2019-…
Federaal fractieleider Egbert Lachaert wint de voorzittersverkiezingen in het voorjaar van 2020. Hij deblokkeert in de zomer van dat jaar de federale regeringsonderhandelingen die dan al meer dan een jaar aanslepen, te midden van een ongeziene wereldwijde pandemie. In september kan Alexander De Croo de formatie van een vierseizoenenkabinet met liberalen, socialisten, groenen en christendemocraten tot een goed einde brengen. Hij neemt het stokje over van Sophie Wilmes als 53ste premier van België. De Croo leidt ons land doorheen de gezondheidscrisis en maakt werk van de relance van onze economie.
Auteur: Thomas Vanwing
Geraadpleegde bronnen:
- BOTS Marcel en PREVENIER Walter, “Beknopte geschiedenis van de Liberale Partij”, Gent, Uitgave Liberaal Archief, 2012.
- STOUTHUYSEN Patrick, “Vrijheid voorop – een kennismaking met het liberalisme”, Gent, Uitgave Liberaal Archief, 2016.
Foto's: Liberaal archief Liberas en Belga
Meer lezen? Bestel ons boek ‘Vrijheid en Vooruitgang, 175 jaar liberale partij in België’!
Snuister verder in liberale historische verhalen op de site van Liberas, het liberaal archief.