Het Waalse vleesverwerkingsbedrijf Veviba werd betrapt op fraude met etiketten, dateringen, onhygiënische omstandigheden en zelfs vlees dat al 12 jaar was ingevroren. “Dat is afschuwelijk”, meent Kamerlid Nele Lijnen. “Een rotte appel uit de industrie schaadt het vertrouwen van de consumenten en de hele sector. Van boer tot slager en supermarkt. Gelukkig was er nooit een gevaar voor de volksgezondheid, maar mijn maag keert bij de gedachte dat het anders zou gelopen zijn.”
Het federaal voedselagentschap FAVV werd reeds in 2016 getipt over de wanpraktijken, net zoals het parket van Neufchateau. “Maar in de coördinatie liep het mis. Het gerecht draalde met haar onderzoek, en het FAVV ondernam niets doortastend omwille van het lopende gerechtelijk onderzoek dat niet opschoot. Nochtans was het FAVV niet gehinderd door dat juridisch onderzoek en kon ze zelf extra controles doen. Hier moeten we lessen uit trekken.”
De bevoegde minister Ducarme beval reeds een uitgebreide audit van het FAVV. “Die is broodnodig. We moeten lessen trekken uit dit voorval en de procedures intern verbeteren, maar ook de samenwerking met Justitie en andere actoren zoals de departementen Volksgezondheid, Consumentenzaken en Landbouw. Iedereen is bevoegd, maar kijkt naar mekaar. Waarom niet met een overkoepelend orgaan?”, aldus Lijnen. “Dat is nodig om het vertrouwen te laten terugkeren van de consument, en om de reputatie te herstellen van de zovele vleesbedrijven die zich wel houden aan onze strenge regels en voorschriften.”
SHARE