Mensen langer aan de slag houden is een van de prioriteiten van de federale regering. “Dit om de sociale zekerheid ook zeker te houden voor iedereen. Maar langer werken moet wel werkbaar zijn”, zegt Egbert Lachaert. Samen met zijn collega’s Van Quickenborne en Vereeck schreef hij in juni al een visietekst over werkbaar werk.
Ook gewone verlofdagen en overuren
Vandaag lanceert minister van Werk Peeters het voorstel om extralegale verlofdagen te kunnen opsparen op de loopbaanrekening. Lachaert reageert: “We steunen dit principe. Ons voorstel gaat zelfs verder: waarom zou je ook niet overuren en gewone verlofdagen mogen ‘storten’ op je tijdspaarrekening? En volgens ons moet het ook mogelijk zijn om bijvoorbeeld een financiële eindejaarspremie om te zetten in verlofdagen, op een voor de werkgever budgetneutrale manier. Sommige bedrijven experimenteren hier al mee. Zo geef je werknemers de kans om in drukke periodes hun vrije tijd op te sparen, om ze later op te nemen wanneer het echt nodig is.”
Maatwerk
Lachaert benadrukt wel dat dit systeem van tijdsparen best wordt uitgewerkt op ondernemingsniveau. “Iedere onderneming is uniek. Een kleine KMO met één werknemer functioneert anders dan een multinational met honderden of duizenden werknemers. We moeten daarom het wettelijk kader voorzien om ondernemingen dit soort tijdspaarrekeningen te laten ontwikkelen op bedrijfsniveau. Wij kiezen dus voor maatwerk, zodat werkgevers en werknemers in vrijheid afspraken kunnen maken over de invulling en toepassing van de tijdspaarrekening.”
Tijdspaarrekening per werkgever
Het liberale Kamerlid benadrukt ook dat een loopbaanrekening met overdraagbare rechten iets anders is dan tijdsparen. “Bij een loopbaanrekening blijven de rechten behouden als je van werkgever wisselt. Zo een systeem dreigt snel onwerkbaar complex te worden. Een voorbeeld: mijn nieuwe werkgever draait dan op voor verlofdagen die ik bij een vorige werkgever opspaarde?” Daarom pleit Lachaert om het systeem van overdraagbare verlofdagen en overuren op een tijdspaarrekening per werkgever te organiseren, en deze rekening te vereffenen vooraleer de werknemer een andere job aanneemt. Zo wordt de arbeidsmobiliteit ook niet afgeremd.
Tot slot dringt het liberale Kamerlid aan op een totaalvisie op werkbaar werk. “Dit concreet voorstel van de minister is een stap in de goede richting. Maar we moeten niet alleen naar onze arbeidsorganisatie kijken, ook ons verloningssysteem en fiscaliteit kunnen belangrijke tools zijn om werk werkbaarder te maken.” Lachaert kijkt in dat opzicht alvast uit naar de resultaten van de rondetafel met sociale partners over werkbaar werk.
SHARE