Vanaf 15 juni 2017 zal elke burger in heel Europa aan hetzelfde tarief kunnen bellen, sms’en en surfen als in het thuisland. Gedaan dus met de torenhoge facturen na een vakantie aan de Middellandse Zee, al dan niet omdat je -weeral- je mobiele dataverbinding vergat uit te schakelen.
Deze beslissing heeft stevige voeten in de aarde gehad. De lobby van telecomoperatoren was immers bijzonder efficiënt. Zeker in de zuiderse landen waar operatoren grote winsten konden maken op kap van de toeristen. Blijkbaar luisterden die lidstaten liever naar hun vroegere monopolist in ruil voor een vette dividendenstroom, in plaats van hun consumenten en bedrijven.
Als voormalig minister van Telecom weet ik hoe gebrand de telecomlobby is om haar dominante positie en oligopolie op de markt te bestendigen. Ik werkte destijds het wetsontwerp uit dat een klant de mogelijkheid geeft om na 6 maanden kosteloos te veranderen van gsm-operator. Nooit werd ik overspoeld door zo’n sterk weerwerk. De operatoren voorspelden dat ze geen kortingen meer zouden kunnen geven, dat de service zou verslechteren… In 2012 keurden we de wet in de Kamer goed. Resultaat? Consumenten veranderden massaal van operator en mobiel bellen en surfen werd een kwart goedkoper. Onze prijzen waren bij de duurste in Europa, vandaag bij de goedkoopste. Ook de opening van de kabel stootte onder mijn ministerschap op ongezien verzet van de kabelbedrijven. In nauwe samenwerking met de regulator BIPT hebben we doorgezet. Resultaat? Concurrenten kunnen zich aandienen om eindelijk het duopolie op de internetmarkt te doorbreken en ook daar de hoge prijzen aan te vallen. Winnaar? Opnieuw de consument.
Moraal van het verhaal: politici moeten samen met sterke regulatoren kartelvorming en oligopolies keihard bestrijden, in het voordeel van de vrijemarktwerking en dus de consument. Dat is exact wat Telecomminister Alexander De Croo namens ons land samen met andere progressieve lidstaten en fracties in het Europees parlement nu gedaan heeft. Vanaf april volgend jaar dalen de roamingtarieven drie- tot viermaal. Een jaar later gaan ze helemaal op de schop. Europeanen kunnen nu zonder vrees hun gsm of smartphone gebruiken in het buitenland. Het verlies aan roaminginkomsten zou daardoor wel eens snel kunnen worden gecompenseerd.
Voor de consument is dit dus een belangrijke beslissing, maar voor de digitale sector is ze ronduit cruciaal. De smartphone is het wiel van de 21ste eeuw. Morgen betalen we er mee, doen onze auto open, monitoren onze gezondheid, zijn we verbonden met de hele wereld. De technologie kent geen grenzen. Maar in het lappendeken Europa staan archaïsche tolheffingen en andere barrières vlotte communicatie, echte competitie en innovatie in de weg. Facebook, Google, Uber, AirBnb… 54% van de digitale innovatie gebeurt niet toevallig over de plas. Met deze maatregel zetten we een belangrijke stap om onze achterstand weg te werken. Om innovatieve bedrijven ook bij ons de kans te geven om toepassingen te ontwikkelen voor één markt van 500 miljoen burgers waarvan er 315 miljoen online zijn, in plaats van 28 minimarktjes.
Maar de weg naar een digitale eenheidsmarkt is nog lang. Zowel op Belgisch als Europees niveau zetten we de strijd voort, op heel concrete punten. Zo moet het bijvoorbeeld nog gemakkelijker worden om in één stap van operator te veranderen, moeten we geoblokkering van toepassingen op basis van je locatie stoppen, e-commerce bevrijden, en last but not least maatregelen nemen om te vermijden dat onze eigen innovatieve ondernemingen naar de VS vluchten bij gebrek aan groeimogelijkheden in Europa.
SHARE