Sla navigatie over

De integrale stellingen van het tweede liberaal vuur congres

Dit zijn de stellingen van ons tweede Liberaal Vuur-congres: 

Werken

Stelling 1

Sociale voordelen moeten toegekend worden op basis van inkomen, niet op basis van een statuut.

Stelling 2

Het garanderen van een voldoende, betaalbaar, kwalitatief en flexibel aanbod kinderopvang tot 12 jaar is voor Open Vld een beleidsprioriteit.

Het aanbod moet worden uitgebreid door de leefbaarheid voor de organisator te verbeteren: regels moeten gericht zijn op kwaliteit en veiligheid, maar mogen niet verstikken.

Voor wie werkt en gebruik maakt van kinderopvang moet de kostprijs substantieel omlaag, ook voor de middeninkomens. We maken van elke school een brede school.

Stelling 3

Gepensioneerden die heel hun leven hebben bijgedragen aan de samenleving en willen bijverdienen, moeten dat kunnen met louter een bevrijdende bijdrage van 25%.

Stelling 4

We werken de regels weg die het aanbieden van deeltijds werk ontmoedigen, zoals de regel dat je minstens 3 uur per dag moet werken en minstens een derde van een voltijds regime.

We breiden de flexi-jobs uit naar alle sectoren en versoepelen de voorwaarde om 4/5de tewerkgesteld te zijn.

Stelling 5

We mobiliseren iedereen op onze arbeidsmarkt die om welke reden dan ook niet werkt en een beroep doet op de overheid voor steun.

Wie na 2 jaar nog werkzoekend is, moet zich omscholen richting een ander (knelpunt)beroep.

De instellingen en gewesten die bevoegd zijn voor activering moeten daar ook de financiële gevolgen van dragen wanneer ze geen resultaten boeken.

De huidige instellingen (VDAB, RIZIV, enz.) krijgen nog maximum twee jaar de tijd om mensen terug naar de arbeidsmarkt te begeleiden. Daarna is het tijd voor een andere aanpak en worden de lokale besturen mee verantwoordelijk. Samen met andere partners voorzien zij in een verplichte en intense begeleiding die ruimer gaat dan herscholing of werk zoeken, maar die ook andere drempels wegwerkt (vb. kinderopvang, huisvesting, woon-werkverkeer).

Stelling 6

Om meer mensen te activeren moeten we af van de binaire arbeidsmarkt, waarin je ofwel werkt, ofwel helemaal niet. Werk moet altijd lonen. Daarom moeten we de inactiviteitsval en promotieval fundamenteel aanpakken en oplossen.
 
We stellen in plaats daarvan een systeem waarbij werken ondersteund kan worden, voor wie daarmee niet aan een volwaardig inkomen komt. Zo is er een vlotte overgang van niet-werken naar werken. We moeten daarvoor onze regels, de fiscaliteit en de sociale zekerheid drastisch hervormen en vereenvoudigen zodat meer en langer werken altijd meer oplevert. Het mag nooit zijn dat je door te werken verliest. Bijverdienen mag nooit afgestraft worden. 
 
Een negatieve inkomensbelasting kan een manier zijn om die doelstelling te bereiken. Dit mechanisme vervangt de bestaande bijstandsuitkeringen en sociale voordelen die gericht zijn op inkomen te waarborgen. Onder een bepaalde inkomensgrens krijg je een bijpassing. Deze smelt weg naarmate je meer verdient. Dit sluit niet uit dat er gesanctioneerd en begeleid kan worden. Dit systeem laat ons toe om het overheidsapparaat af te slanken. Wie zijn werk verliest valt terug op dit garantie-inkomen, maar met een vertraging. Voordelen die gericht zijn op extra uitgaven die voortvloeien uit specifieke situaties zoals zorgnoden of de opvoeding van kinderen staan los van het systeem. We onderzoeken welke overgangsmaatregelen we moeten nemen om naar een negatieve inkomensbelasting te evolueren. 

Ondernemen

Stelling 7: Meer vrije loononderhandelingen

Voor Open Vld moet er een gezond evenwicht zijn tussen de concurrentiekracht van onze bedrijven en de koopkracht van de werknemers. Vandaag zijn er weinig variaties in loonstijgingen mogelijk, naargelang het goed of slecht gaat met het bedrijf of naargelang de prestaties van de werknemer. Werknemers moeten op een fiscaal aantrekkelijke manier sterker kunnen deelnemen in de resultaten van de onderneming, bijvoorbeeld door vormen van werknemersparticipatie.

Zolang de automatische loonindexering bestaat, is de loonnormwet van 1996 noodzakelijk om de loonhandicap niet verder te laten oplopen. Sectoren of bedrijven die er in overleg met de vakbonden voor kiezen om buiten het bestaande loononderhandelingskader te onderhandelen, moeten daartoe wel de mogelijkheid krijgen. 

Loononderhandelingen moeten vrij worden gemaakt, zodat meer rekening wordt gehouden met de groei van de onderneming, de situatie op de arbeidsmarkt, de productiviteitsontwikkeling en de Europese context. Dit betekent dat we afstappen van het huidige systeem waarbij loonstijgingen centraal worden opgelegd via nationale of sectorale akkoorden. Over loon moet in de eerste plaats onderhandeld worden op het niveau van de onderneming.

Stelling 8: Avondopeningen en zondagsarbeid

Het is niet aan de overheid, maar aan ondernemers zelf om te bepalen wanneer hun zaak open en gesloten moet zijn.

De verplichte wekelijkse rustdag of zondagsrust moet afgeschaft worden, zodat de ondernemer de vrije keuze krijgt om al dan niet een dag per week te sluiten. Ook verplichtingen over het vooraf communiceren rond de vrijwillige rustdag zouden moeten wegvallen.

Stelling 9: Laat onderwijs meer inzetten op bedrijven en combineer leren met werken

Onderwijs vormt jongeren tot burgers. Voor een aantal jongeren zijn de schoolbanken niet de meest geschikte manier om zich voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Zij zouden meer gemotiveerd worden en meer leren via een innovatieve vorm van opleiding, onder andere rechtstreeks in een bedrijf of door zelf te ondernemen.

Studenten in het secundair en hoger onderwijs zouden meer tijd op de werkvloer moeten kunnen doorbrengen. De werkgevers, die bereid zijn om deze opleiding te bieden, moeten zoveel mogelijk ondersteund worden en zo weinig mogelijk administratieve lasten opgelegd krijgen. Ook de lerarenopleiding moet daarop aansluiten.

In het hoger onderwijs moet het principe “leren door te werken” meer vorm krijgen. Duaal leren, waarbij minstens een derde van de tijd in de werkcontext wordt doorgebracht, kan de focus worden voor studenten uit bepaalde richtingen in het hoger onderwijs. Dit moet aangeboden worden door de onderwijsinstelling, waarbij studenten zelf een voorstel kunnen doen om een deel van de studiepunten te behalen via tewerkstelling in een bedrijf of door zelf te ondernemen.

Wonen

Stelling 10

In een sterk verstedelijkt Vlaanderen zoeken steeds meer (divers samengestelde en eenpersoons-) huishoudens een betaalbare woning op hun maat. Door het woonaanbod te vergroten,  houden we wonen betaalbaar en kan eenieder een eigen plek vinden.

We creëren meer woonentiteiten binnen het bestaande ruimtebeslag door bouwregels te versoepelen en dus meer toe te laten. We hebben tevens aandacht voor voldoende omgevingskwaliteit, duurzaamheid en leefbaarheid. De reglementering zal wel altijd waken over de woonkwaliteitsvoorwaarden en ieders privacy.

We doen dat ook toekomstgericht, bijvoorbeeld door uit te gaan van deelmobiliteit of door andere al dan niet tijdelijke creatieve oplossingen voor het parkeren en af te stappen van verouderde voorschriften die uitgaan van bezit van 2 wagens per wooneenheid.

Concreet maken we het eenvoudiger om in de hoogte te bouwen, bestaande gebouwen op te splitsen en woningen te delen. We zorgen ervoor dat onbenutte ruimtes zoveel en zo eenvoudig mogelijk kunnen worden gebruikt (wonen boven handelspanden enz.). Net zoals we voor het zorgwonen gedaan hebben, zorgen we eveneens voor een laagdrempelig regelgevend kader voor co-housing, tiny houses, tijdelijke wooncontainers, enz.. We bieden hiervoor meer beleidsruimte en de bijbehorende middelen aan de lokale besturen.

Er is ook nood aan het creatief kunnen omgaan met grondeigendom. Bv. alternatieve vormen van recht van opstal, waarbij je kan bouwen zonder eigenaar te zijn van de grond.

Stelling 11

We hervormen de woonfiscaliteit. We moedigen het kopen van de enige woning aan door de registratierechten naar 0 % te brengen en de hypotheekrechten af te schaffen.

Woonfiscaliteit nu is te arbitrair, te weinig sturend en niet-samenlevingsvormneutraal. We hervormen om de bouwshift te realiseren. Sturende lokale autonomie is hierbij een meerwaarde.

Er is nood aan nieuwe, creatieve, fiscaal aantrekkelijke financieringsvormen, zoals bv. huurkoop.

Woonfiscaliteit moet samenlevingsvorm neutraal zijn en mag niet onevenredig nadelig uitvallen voor alleenstaanden.

We verlagen het Kadastraal Inkomen voor wie investeert in meer duurzaamheid en klimaatneutraliteit.

We verlagen de kostprijs van het bouwen door een BTW-hervorming. We verlagen het BTW-tarief voor alle klimaatneutrale investeringen in (ver)nieuwbouw tot 6 % (of minder).

 

Zoek nieuwsberichten
Meest recente berichten

Gemaakt door Code Nation via NationBuilder