Via Kunst aan Zet kunnen particulieren met een renteloze lening een hedendaags kunstwerk aankopen op afbetaling. De regeling bestaat één jaar maar komt moeizaam uit de startblokken. Volgens Vlaams minister-president Jambon speelt de coronacrisis, die kort na de start uitbrak, een rol. Maar ook aan de communicatie schort wat. “Door de coronacrisis hebben mensen meer tijd en gaan ze minder op reis, waardoor ze kunnen nadenken of het niet het moment is om een kunstwerk te kopen”, zegt Stephanie D’Hose (Open Vld), die de
minister-president ondervroeg in de Commissie Cultuur. Om de bekendheid van de regeling te vergroten en de aankoop van kunst te promoten, komt er dit voorjaar nog een campagne.
De renteloze lening via Kunst aan Zet werd een jaar geleden ingevoerd om enerzijds jonge kopers te stimuleren kunst in huis te halen en anderzijds jonge kunstenaars te helpen hun werk aan de man te brengen. De lening kan gaan van 500 euro tot 7.000 euro, gespreid over een periode van maximaal twee jaar. Ondertussen nemen 41 galerijen deel en werden er 44 kredieten verstrekt. Dat ligt ver onder het beoogde doel. Toch valt het kleine aantal kopers binnen de beoogde doelgroep: één op de tien leners is jonger dan dertig jaar en ruim de helft zit in de leeftijdsgroep tussen veertig en vijftig jaar. Zonder de lening zou de helft het gekochte werk niet hebben aangeschaft. Een derde zou een lager bedrag hebben besteed.
Vlaams minister van Cultuur Jambon erkent dat het bestaan van Kunst aan Zet onvoldoende bekend is bij het grote publiek. Hij plant in de nabije toekomst een evaluatie van de regeling. In de maanden mei en juni wordt er bovendien een campagne gelanceerd die zal focussen op het proces van kunst kopen. De campagne vindt plaats online en via sociale media met ambassadeurs en influencers. In de mate van het mogelijke worden er ook bezoeken aan galerijen georganiseerd. Daarnaast moet de
media-aandacht omhoog en dit met een PR-campagne via mediakanalen en magazines.
De ontwikkeling, coördinatie en promotie van de renteloze kunstlening werd toevertrouwd aan Kunst in Huis, dat daarvoor van de Vlaamse overheid één miljoen euro werkingsmiddelen kreeg voor de periode van 2017 tot en met 2021. Jambon zal – afhankelijk van de resultaten van een evaluatie – een beslissing nemen over de toekomst van Kunst aan Zet.
Jambon gaf zelf ook toe dat hij Kunst aan Zet niet zou kennen mocht hij geen minister van Cultuur zijn. Stephanie D’Hose: “Dit initiatief is er gekomen om kunst toegankelijk te maken en jonge artiesten met meer potentiële kopers in contact te brengen. Die doelgroep leest de verslagen van de Commissie Cultuur niet. Een sociale mediacampagne is goed maar galeries moeten ook rechtstreeks aangeschreven worden en er moet samengewerkt worden met het kunstenmiddenveld. Ook het aanbod moet omhoog, zodat kopers meer keuze hebben. De vraag zal dan wel volgen. Kunst aan Zet is een goed project. Het miljoen dat we investeerden mag dan ook niet verloren gaan door gebrekkige communicatie.”
SHARE